Conflicten

Conflicten
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Conflicten

Slide 1 - Diapositive

Conflicten
Welk soort conflicten komt waar voor?

Wat zijn de oorzaken?

Wat zijn de gevolgen?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

Gewapend conflict: een conflict waarbij
jaarlijks 25 doden of meer vallen

Slide 5 - Diapositive

Welke gewapende conflicten spelen er nu in de wereld?

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Lien

Hoe komt het dat we van sommige conflicten veel meer weten dan van andere conflicten?

Slide 8 - Question ouverte

2 typen gewapende conflicten
Internationaal conflict 
-> tussen staten 
* Irak oorlog, 2e WO

Binnenlands conflict / burgeroorlog 
-> blijven meestal binnen de grenzen van 1 land 
* IRA, Farc 
Kan  geïnternationaliseerd worden 

Slide 9 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een terrorist en een crimineel?

Slide 10 - Question ouverte

Terrorisme = geweld voor politiek doel 
Criminelen = geweld voor financieel doel 

Slide 11 - Diapositive

Conflicten
- Wat is een gewapend conflict?
- Waar komen vaak conflicten voor?
- Welk voor type conflicten zijn er ?

Grenzen trekken



Slide 12 - Diapositive

Wat hoort bij wat?        
Internationaal conflict
Burgeroorlog
Geïnternationaliseerd conflict
Amerika valt Noord-Korea aan
IS is actief in Irak en Syrië
In Libië probeert men de regering om te leggen
Rusland verovert een deel van Georgië
In Colombia schiet het leger op demonstranten
De Mexicaanse drugsoorlog leidt tot spanningen in Texas
Oorlog in een buurland heeft invloed over de grens. Hier zijn dan ook meerdere landen bij betrokken.
Oorlog binnen één land, soms ook tegen de regering.
Oorlogen tussen landen. Soms twee, soms wat meer. Regering tegen regering!

Slide 13 - Question de remorquage

Hoe trek je de grens?
  • Om een conflict te begrijpen moet je iets weten van de staatkunde. 
  • Een staat is een gebied met een (internationaal erkende) grens eromheen. Binnen een staat gelden er wetten en regels waar mensen zich aan moeten houden (soevereiniteit/zelfbeschikking)

  • Territorium = woongebied van een volk
  • Volk = Groep mensen die taal, geloof of gemeenschappelijke geschiedenis delen ( we noemen dat ook wel "een natie").




Slide 14 - Diapositive

Hoe trek je de grens?
Wanneer een volk een eigen staat heeft met een eigen territorium zijn er weinig conflicten. Helaas is dit niet vaak het geval..

Er zijn ruim 5000 volkeren op aarde en maar 200 staten. 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Staat en territorium vallen samen
In de staat leeft een minderheid met een eigen territorium
In verschillende staten woont een minderheid met banden met een andere staat. De minderheid woont verspreid in de staten.
Het territorium van het volk is groter dan de staat. 
Het territorium valt in meerdere staten. In elke staat is het volk een minderheid. 

Slide 17 - Question de remorquage

Seperatisme =

De wens van een volk om zich van een staat af te scheiden.



Voorbeeld:
Tsjetsjenië (los van Rusland)
Autonome regio =

Regio in een land met zelfbeschikking over bijvoorbeeld onderwijs, belastingen en politie. 

Voorbeeld:
Xinjiang/ China (Oeigoeren) 

Slide 18 - Diapositive

Grenzen trekken
Territorium = woongebied volk
Staat = Gebied met internationaal erkende grens
Volk = Groep mensen die taal, geloof of gemeenschappelijke geschiedenis delen ( we noemen dat ook wel "een natie").
Etniciteit = Identiteit van een volk 
Natie-staat = Als het territorium van en volk precies samenvalt met de grenzen van de staat.
Staten hebben recht op:  soevereiniteit/zelfbeschikking

Slide 19 - Diapositive

Regionalisme
Separatisme
Nationalisme

Slide 20 - Question de remorquage

Wat is separatisme?

Slide 21 - Question ouverte

Begrip:
Regionalisme = Een volk houdt, binnen een staat, sterk vast aan de eigen geschiedenis en cultuur. 

Nationalisme = Een volk streeft naar onafhankelijkheid en het stichten van een eigen staat. 
Voorbeeld:
Friesland 
Houdt sterk vast aan eigen geschiedenis en cultuur.


Algerijnse oorlog (1954-1962)
Bloedige strijd om onafhankelijkheid 

Slide 22 - Diapositive