Hfd 3 Russische Revolutie par. 1.

1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

De Russische Revolutie 




1.1. Wat waren de oorzaken van de Russische Revolutie?

Slide 2 - Diapositive

RUSLAND

Slide 3 - Carte mentale

Rusland voor 1917
  • Keizerrijk (Russische keizer is een tsaar).

  • Grote verschillen tussen arm en rijk.


  • Een agrarische samenleving die nog niet geïndustrialiseerd is.
De Romanov familie was al sinds 1721 aan de macht in het Tsarenrijk Rusland.

Slide 4 - Diapositive

Slecht bestuur van de tsaar
  1. Rusland is een veelvolkerenstaat

  2. Weinig industrialisatie

  3. Harde onderdrukking

Slide 5 - Diapositive

Het communisme komt op
  • Geen privé-eigendom
  • Iedereen is gelijk
  • Arbeiders aan de macht, door een gewelddadige revolutie

Slide 6 - Diapositive

6

Slide 7 - Vidéo

Wat is het socialisme?
A
politieke stroming die gelijke rechten wil voor mannen en vrouwen
B
politieke stroming die opkomst voor zoveel mogelijk vrijheid voor de bevolking
C
politieke stroming die uitbuiting van arbeiders door fabriekseigenaren wil stoppen
D
politieke stroming waarbij bedrijven zo veel mogelijk winst kunnen maken

Slide 8 - Quiz

00:32
Wat was GEEN gevolg van de industriële revolutie?
A
de fabriekseigenaren werden steeds rijker
B
de arbeiders werden uitgebuit
C
de koopkracht steeg voor iedereen
D
de ongelijkheid nam toe

Slide 9 - Quiz

00:53
Fabrieken in handen van de gemeenschap
A
liberalisme
B
kapitalisme
C
socialisme

Slide 10 - Quiz

00:56
De kans om miljonair te worden ...
A
kapitalisme
B
socialisme

Slide 11 - Quiz

01:25
Karl Marx schreef ...
A
Das Kapital
B
Das Manifest

Slide 12 - Quiz

Wat is Communisme volgens Karl Marx?
  • Arbeiders worden uitgebuit door de rijken.

  • Arbeiders grijpen via een revolutie de macht.

  • Arbeiders verdelen alles onder iedereen gelijk.

Slide 13 - Diapositive

4

Slide 14 - Vidéo

Lenin 
  • Volgde de ideeën van Marx
  • Aanhangers: bolsjewieken
  • Wil van Rusland een communistisch land maken 

Slide 15 - Diapositive

Marx

  • revolutie door arbeiders 

  • na de revolutie is iedereen gelijk
Lenin

  • revolutie geleid door communistische partij
  • na de revolutie iedereen gelijk
  • na de revolutie bestuur door de partij

Slide 16 - Diapositive

00:16
In 1896 werd ...1... tsaar van Rusland. Er waren ...2... onderdanen
A
1. Alexander II 2. 50 miljoen
B
1. Nicolaas II 2. 126 miljoen
C
1. Alexander II 2. 150 miljoen
D
1. Nicolaas II 2. 80 miljoen

Slide 17 - Quiz

03:21
Wat was het gevolg van deze 'bloedige zondag'?
A
Het gezag van de tsaar nam toe
B
De tsaar trad af
C
Rusland verloor de oorlog tegen Japan
D
Het verzet tegen de tsaar groeide

Slide 18 - Quiz

03:21
Hoe wordt het bloedbad van 1905 ook wel genoemd?
A
Dramatische zaterdag
B
Bloedige zondag
C
Druilerige maandag
D
Vrolijke vrijdag

Slide 19 - Quiz

03:21
In januari 1905 schoten paleiswachten op ...
A
ongewapende burgers
B
gewapende revolutionairen

Slide 20 - Quiz

Zelf aan de slag
  • Leertekst: H3 par. 1.1. blz. 53 en 54
  • WB 1.1. : maak opdr. 4 tm 9   (blz. 46 en 47)
  • Dit maak je alleen, als je vragen heb vraag eerst je buurman/buurvrouw
  • Ben je klaar? Lees par. 1.2. 

Slide 21 - Diapositive

01:26
De bourgeoisie zou steeds ...1 ... worden
Het proletariaat zou steeds ...2... worden

A
1. rijker 2. rijker
B
1. armer 2. rijker
C
1. armer 2. armer
D
1. rijker 2. armer

Slide 22 - Quiz

01:27
De rijke bovenlaag ...
A
proletariaat
B
bourgeoisie

Slide 23 - Quiz


Bloedige Zondag
1905


De Russische bevolking protesteert én steunt de tsaar.
Uit paniek op het volk geschoten.
Gevolg: ontstaan Doema (volksvertegenwoordiging)

Slide 24 - Diapositive

Weinig verandering in bestuur
  • Er kwam een parlement: De Doema
  • Doema mocht: wetten goed- en afkeuren
  • Maar: tsaar mocht de Doema naar huis sturen

  • In praktijk dus weinig macht.

Slide 25 - Diapositive



PAr. 1.2: De Russische revolutie 1917
- Februarirevolutie
- Oktoberrevolutie

Slide 26 - Diapositive

1917
Revolutiejaar 
- Februarirevolutie
- Oktoberrevolutie



bolsjewieken aan de macht

Slide 27 - Diapositive

Rusland in de 
Eerst Wereldoorlog


  • Veel boeren moeten het leger in
    gevolg: daling voedselproductie -> hongersnood
  • Grote verliezen aan het front.
  • Tsaar: treedt hard op tegen eigen bevolking en geen goede legerleider

-> het volk komt in opstand

Slide 28 - Diapositive

FEBRUARIREVOLUTIE - 1917


  • Voedselrellen en stakingen
  • Demonstraties tegen de tsaar (opgezet vanuit sovjets)
  • Er komt een voorlopige regering 
  • Tsaar treedt af en wordt gearresteerd
  • Oorlog met Duitsland gaat door

Slide 29 - Diapositive


Aprilstellingen van Lenin
april 1917











  • Alle grond aan de boeren
  • Alle macht aan de sovjets (plaatselijk raad)
  • Alle fabrieken aan de arbeiders
  • Vrede met Duitsland

Slide 30 - Diapositive

Oktoberrevolutie -1917-

  • Onrust in Rusland blijft
  • Communisten o.l.v. Lenin en Trotski grijpen de macht en de voorlopige regering wordt afgezet

Slide 31 - Diapositive

Gebeurtenissen na oktober 1917
  • Vrede van Brest-Litovsk
  • Burgeroorlog breekt uit : Rode Leger - Witte Leger 
  • Tsarenfamilie gedood  

Slide 32 - Diapositive

Zelf aan de slag
  • Lees par. 1.2. (p.54-55)
  • Maak opdr. 10-15 (niet 12b-c)
  • Dit maak je alleen
  • Ben je klaar? Dan ga je lezen of bezig met je huiswerk voor een ander vak. 

Slide 33 - Diapositive

kort herhalen + nakijken 1.2.

Slide 34 - Diapositive

Noem 3 kenmerken van Rusland rond 1900
A
veel industrie-groot land-één volk
B
veel volkeren -democratie- iedereen boer
C
veel boeren -grote rijkdom -sterke tsaar
D
weinig industrie -grote armoede -alleenheerser

Slide 35 - Quiz

noem twee oorzaken van de Russische Revolutie
A
grote armoede en een slecht lopende democratie
B
onderdrukking en soldaten die slecht getraind zijn
C
de WOI verloopt dramatisch en de tsaar is een zwakke bestuurder
D
er zijn teveel slecht betaalde arbeiders en te weinig boeren

Slide 36 - Quiz

hoe worden de Russische communisten genoemd?
A
mensjewieken
B
revolutionairen
C
Rode Leger
D
bolsjewieken

Slide 37 - Quiz

Duitsland stimuleerde in 1917 de verbannen Lenin terug te keren naar Rusland. Waarom?
A
Dui hoopte dat Lenin de nieuwe Russische legerleider zou worden
B
Dui hoopte dat Lenin de onrust in Rusland kon beëindigen
C
Dui hoopte dat Lenin de chaos in Rusland zou vergroten
D
Dui was bang dat anders Stalin de macht zou grijpen in Rusland

Slide 38 - Quiz

Sleep de blauwe blokken naar de behorende rode blokken, betreft het een oorzaak of een gevolg van de Februarirevolutie?
Gevolgen Februarirevolutie
Oorzaken Februarirevolutie
Hongersnood
Doema heeft geen invloed
Voorlopige regering
Tsaar treedt af

Slide 39 - Question de remorquage

Wat is het verband tussen de Eerste Wereldoorlog en de Russische Revolutie?

Slide 40 - Question ouverte

Sleep de onderdelen naar het juiste onderdeel van de Russische revolutie
Februarirevolutie
Oktoberrevolutie
De voorlopige regering krijgt de macht
Lenin grijpt de macht
Communisme wordt ingevoerd
Privé eigendom wordt afgenomen
Tsaar wordt afgezet
Doema had niets te zeggen

Slide 41 - Question de remorquage

De Russische Revolutie 
1.3. Een nieuwe staat 

Slide 42 - Diapositive

5

Slide 43 - Vidéo

16:43
Waarom brak er een staking uit onder de vrouwelijke arbeidsters?
A
ze kregen te weinig loon
B
er was te weinig eten
C
ze wilden gelijke behandeling
D
ze hadden geen zin meer om te werken

Slide 44 - Quiz

17:28
De tsaar trad af tijdens de .....
A
januari revolutie
B
februari revolutie
C
maart revolutie
D
april revolutie

Slide 45 - Quiz

17:59
Wie kreeg de macht toen de tsaar aftrad in februari 1917?
A
de 'nieuwe regering'
B
de 'voorlopige regering'

Slide 46 - Quiz

18:14
De naam van groepen van arbeiders en soldaten die de macht probeerden over te nemen ...
A
sovjets
B
communisten

Slide 47 - Quiz

18:29
Wie namen in oktober 1917 de macht over van de voorlopige regering?
A
bolsjewieken
B
mensjewieken

Slide 48 - Quiz

Hoe zag de Sovjet-Unie onder Lenin er uit?
  • Eén partij heeft de macht: de Communistische Partij.
    Dit heet ook wel: eenpartijstaat

  • Geheime politie 

  • Alle productie gaat naar de staat.

  • Geen privé-bezit
  • problemen opgelost?

Slide 49 - Diapositive

Slide 50 - Diapositive