‹Revenir à la recherche

1.4 de zon als motor: neerslag (24-25)

1.4 De zon als motor: neerslag
Hoe ontstaat neerslag?
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1.4 De zon als motor: neerslag
Hoe ontstaat neerslag?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Invalshoek zon
De hoek waarin de zonnestralen het aardoppervlak raken. 

Lage breedte kleine invalshoek.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op hoge breedte is het kouder dan op lagere breedte:

1. Zon straalt schuin in, verwarmt groter oppervlak.

2. Zonnestralen leggen langere weg door de atmosfeer af.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Hoge zonnestand
2. Kleine schaduw
3. Klein oppervlak wordt       
    verwarmd
4. Korte afstand door atmosfeer
1. Lage zonnestand
2. Grote schaduw
3. Groot oppervlak wordt verwarmd
4. Lange afstand door de atmosfeer.
Lage breedte
         Hoge breedte

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Invalshoek zon Nederland

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lage druk
Hoge druk
Lagedruk
Hoge druk
Lage druk

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warme lucht = licht
Koude lucht = zwaar

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In de lucht -> waterdamp
(onzichtbaar gas). 

De hoeveelheid bepaalt de luchtvochtigheid
  • Natte lucht = veel waterdamp
  • Droge lucht = weinig waterdamp.
Waterdamp tot Wolken

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. Warme lucht stijgt
  2. Hoe hoger, hoe kouder. Waterdamp in opstijgende lucht gaat condenseren.
  3. Daardoor ontstaat stijgingsregen 


Stijgingsregen – Regen die ontstaat als warme lucht opstijgt en daardoor afkoelt. 


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. Wanneer lucht tegen bergen waait, wordt die lucht gedwongen op te stijgen.
  2. Lucht koelt af op en condenseert > het gaat regenen.

Stuwingsregen – Regen die ontstaat wanneer lucht gedwongen wordt tegen een berghelling op te stijgen. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. Koude en warme lucht ontmoeten elkaar op gematigde breedte.
  2. Warme lucht wordt gedwongen op te stijgen

Frontale regen – Regen ontstaat doordat warme en koude licht elkaar ontmoeten en warme
lucht gedwongen wordt op te stijgen, waarna het condenseert.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. Koude en warme lucht ontmoeten elkaar op gematigde breedte.
  2. Warme lucht wordt gedwongen op te stijgen

Frontale regen – Regen ontstaat doordat warme en koude licht elkaar ontmoeten en warme
lucht gedwongen wordt op te stijgen, waarna het condenseert.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

schooltv.nl
"Verschillende soorten regen"
klik snel door!

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Weerkaarten
- Koude lucht beweegt sneller dan warme lucht
- "Koude lucht haalt de warme lucht in"
- Warme lucht stijgt
- Stijgende lucht koelt af, waterdamp condenseert en regent uit

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lucht
- Warme lucht is lichter dan koude lucht.
     --> Warme lucht stijgt daarom op

- Lucht is het warmst bij de evenaar
     --> Daar stijgt de lucht op 

Slide 24 - Diapositive

Laat leerlingen meetekenen

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

schooltv.nl
"Neerslag - Hoe ontstaat regen, hagel en sneeuw?"

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstaan van neerslag
Ontstaan neerslag
Neerslag ontstaat als lucht opstijgt:
  • Hoe hoger je komt hoe kouder het wordt.
  • Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht.

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Korte kringloop
Neerslag valt meteen weer terug in de zee.
Lange kringloop
Neerslag valt op het land en komt via een omweg ( rivieren en grondwater) weer terug in de zee.
Waterkringloop
De voortdurende verplaatsing van water over de aarde.

De hoeveelheid water op aarde verandert niet!!! 

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaat neerslag?
  • water verdampt
  • Warme lucht met waterdamp stijgt op en koelt af.
  • Warme lucht kan meer waterdamp bevatten dan koude lucht.
  • Lucht die afkoelt raakt verzadigd. Waterdamp condenseert tot water in kleine druppeltjes (wolken).
  • Als de druppeltjes te groot worden kunnen ze niet meer blijven zweven maar vallen door de zwaartekracht naar beneden: NEERSLAG

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

schooltv.nl
"Welke soorten wolken zijn er?"
klik snel door!

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Frontale neerslag
1. Botsing van koude en warme lucht.

2. Warme en koude lucht kunnen niet mengen met elkaar, waardoor warme lucht gaat opstijgen!

3. Warme lucht koelt af, omdat het hoog in de atmosfeer koud is.

4. Door dat het afkoelt condenseert het vocht en er ontstaan wolken.

5. Daarna valt er vrij direct neerslag.

Er ontstaat een depressie, een lagedruk gebied.
In Nederland komen veel depressies voor.
  

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stuwingsneerslag
  • Loefzijde: wind kant 
vochtige lucht stijgt op, koelt af, brengt veel neerslag.

  • Lijzijde: niet-wind kant 
lucht daalt, warmt op en het wordt droog.
Dit noemen ze de 
Regenschaduw.
Neerslag die ontstaat door stijgende lucht tegen gebergte = stuwingsneerslag

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stijgingsneerslag
 Lucht wordt door de zon opgewarmd en stijgt op. De lucht is tevens heel erg vochtig. Warme lucht kan heel goed vocht vasthouden.

Stijgende lucht koelt af: Want, hoe hoger de lucht komt, hoe meer het afkoelt. 
Koude lucht kan slecht vocht vasthouden.        
Gevolg: stijgingsregen!

Stijgingsneerslag komen in gebieden rond de evenaar voor.

Hierdoor regent het in het tropisch regenwoud bijna elke dag!


Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci

3.4 waterkringloop

- Leçon avec 18 diapositives
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

3.4 waterkringloop

- Leçon avec 15 diapositives
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Köppensysteem

- Leçon avec 46 diapositives
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

H3.4 waterkringloop

- Leçon avec 29 diapositives
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Les 7.5 - §3.4 Neerslag

- Leçon avec 14 diapositives
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Les 9 - 3.4 Precipitation

- Leçon avec 16 diapositives
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Les 6: Verschillen in neerslag

- Leçon avec 22 diapositives
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

3.4 De waterkringloop

- Leçon avec 23 diapositives
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1