Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
10 minuten: chill-lezen
Slide 1 - Diapositive
Nederlands
H3
Slide 2 - Diapositive
Programma
Wat weet je al?
Uitleg
Check!
Zelfstandig werken
Afronding
Lesdoel(en)
- aan het einde van de les weet je wat:
- weet je wat nevenschikkende en onderschikkende zinnen zijn.
- bedrijvende en lijdende zinnen zijn en hoe je die kunt verbeteren.
Slide 3 - Diapositive
Wat is grammatica?
Slide 4 - Question ouverte
Wat is een nevenschikkende zin?
Slide 5 - Question ouverte
Wat is een onderschikkende zin?
Slide 6 - Question ouverte
Wat is het verschil tussen een lijdende en een bedrijvende zin?
Slide 7 - Question ouverte
Uitleg Blok 3 Grammatica
Nevenschikkende en onderschikkende zinnen
- Nevenschikking: hoofdzin + hoofdzin (en)
De jongen liep de trap op en liep het lokaal in.
- Onderschikking: hoofdzin + bijzin (dat)
Het meisje, dat daar liep, ging het lokaal in.
2. Bedrijvende en lijdende zinnen
- Bedrijvend (actief) > onderwerp doet iets
- Lijdend (passief) > er wordt iets met het onderwerp gedaan > kent vaak een door-bepaling 'door persoon x ...', hulpwerkwoord zijn/worden en voltooid deelwoord
Bedrijvende (actieve) zinnen zijn 'beter' dan lijdende (passieve) zinnen > vermijd lijdende zinnen > zijn omslachtig
Het gerecht wordt door de ober geserveerd.* > De ober serveert het gerecht.
Lijdend (lijdend voorwerp > onderwerp) naar bedrijvend (onderwerp) > dit 'verander' je dus
Slide 8 - Diapositive
Uitleg Blok 3 Grammatica
Lijdend en bedrijvend? Check!
Mevrouw Derksen schrijft een verhaal over de derde klassen.
Versus
Het verhaal wordt door mevrouw Derksen geschreven.