3. Voedingsstoffen






Persoonlijke verzorging 3
Ondervoeding 1
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon






Persoonlijke verzorging 3
Ondervoeding 1

Slide 1 - Diapositive

Terugblik vorige week
Opdracht Mw. Pieterse

SNAQ score vastgesteld
BMI berekend
Voedingsadviezen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat is de SNAQ score die je thuis hebt afgenomen?

Slide 4 - Carte mentale

Waar kan de SNAQ65+ voor worden ingezet?
A
Om ondervoeding vast te stellen
B
Om te kijken of er decubitus is
C
Kijken of er sprake is van een zelfzorgtekort
D
Kijken of er sprake is van visuele beperking

Slide 5 - Quiz

Lesdoelen
  • De student weet wat ondervoeding is
  • De student weet wat de oorzaken zijn van ondervoeding
  • De student weet welke risicogroepen een verhoogd risico hebben op ondervoeding
  • De student weet wat de gevolgen zijn van ondervoeding

Slide 6 - Diapositive

Wat is een goede voeding?
Voedingsstoffen:
  • Koolhydraten
  • Vetten
  • Eiwitten
  • Vitamines
  • Mineralen

Met een gezond voedingspatroon krijg je van alle voedingsstoffen voldoende binnen. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wat versta je onder ondervoeding?

Slide 9 - Carte mentale

Iemand die aankomt in gewicht is niet ondervoed
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Hoe herken je ondervoeding?
  • Gewichtsverlies zonder dat dit de bedoeling is (ook bij overgewicht!)
  • Kleding die te wijd wordt of een horloge dat losser om de pols zit
  • een slechte eetlust
  • een (te) laag gewicht
  • vermoeidheid of een slechte conditie

Slide 11 - Diapositive

Hoe ontstaat ondervoeding?
Als mensen ziek zijn, eten ze vaak minder. 

Het lichaam verbruikt dan meer energie en voedingsstoffen. 

Stofwisseling verandert. Hierdoor verlaagt de weerstand. 

Er kunnen eerder complicaties ontstaan en wonden genezen minder snel. Dit leidt tot een vertraagd herstel.

Slide 12 - Diapositive

Welke oorzaken kunnen jullie benoemen voor ondervoeding?

Slide 13 - Carte mentale

Oorzaken van ondervoeding
  • Acute of chronische ziekte.
  • Verminderde voedselinname door een verminderde eetlust.
  • Moeilijkheden met kauwen, proeven, slikken of de vertering.
  • Maag- / darmklachten, misselijkheid.
  • Psychologische problemen, zoals angst, depressie of verdriet.
  • Sociale factoren, zoals eenzaamheid of geen mogelijkheid om eten te kopen of te bereiden.

Slide 14 - Diapositive

Welke risicogroepen hebben een verhoogd kans op ondervoeding?

Slide 15 - Carte mentale

Risicogroepen met een verhoogd risico op ondervoeding
  • Kwetsbare ouderen thuis, in een verzorgingshuid of woonzorgcentrum;
  • Cliënten die meerdere ziekten hebben, chronisch ziek zijn of veel medicatie gebruiken;
  • Cliënten met lichamelijke beperkingen;
  • Cliënten met een niet- passende gebitsprothese, kauw- of slikproblemen;
  • Cliënten (met name oudere en ernstige ziekte) die recent ontslagen zijn uit het ziekenhuis;
  • Cliënten met psychosociale problemen en verwaarlozing;
  • Cliënten met alcohol- of drugsmisbruik 











Slide 16 - Diapositive

Wat zijn de gevolgen van ondervoeding?

Slide 17 - Carte mentale

Gevolgen van ondervoeding

  • verminderde weerstand
  • verminderde spiermassa
  • minder soepel bewegen
  • grotere kans op vallen
  • langzamer herstel na een operatie of ziekte
  • meer en ernstigere complicaties na een operatie

  • vertraagde wondgenezing
  • verhoogde kans op doorligwonden (decubitus)
  • verminderde hart- en longcapaciteit
  • lagere kwaliteit van leven
  • sociaal isolement
  • verhoogde kans op overlijden

Slide 18 - Diapositive

Adviezen ondervoeding

  • Zorg dat de maaltijd er zo aantrekkelijk mogelijk uitziet
  • Neem bewust tijd om te eten en goed te kauwen.
  • Eet vaker per dag kleinere porties
  • Probeer bij elke maaltijd of tussenmaaltijd een (soja) melkproduct te gebruiken.
  • Sla geen maaltijden over
  • Kies niet voor suikervrije, light, halfvolle of magere producten.
  • Kies voor kant en klare gerechten
  • Eet gevarieerd en probeer verschillende voedingsmiddelen uit.
  • Kies als er geen trek is in warm eten, voor een koude maaltijd.

Slide 19 - Diapositive

Lesdoelen
  • De student weet wat ondervoeding is
  • De student weet wat de oorzaken zijn van ondervoeding
  • De student weet welke risicogroepen een verhoogd risico hebben op ondervoeding
  • De student weet wat de gevolgen zijn van ondervoeding

Slide 20 - Diapositive

En nu?
  • Opdracht uit Dulon online gaan starten.
  • Welke informatie heb je nog nodig?

Slide 21 - Diapositive

Criteria ondervoeding
  • Als iemand onbedoeld in een maand vier kilo afvalt (onvrijwillig)
  • Of in zes maanden meer dan vier kilo afvalt (onvrijwillig)
  • Dit geldt ook bij een persoon met overgewicht
  • Ook een BMI <22 kan risico op ondervoeding betekenen

Slide 22 - Diapositive

Wat is ondervoeding?
Als je te lang te weinig eet, raak je ondervoed.

Bij ondervoeding is het verbruik van energie hoger dan wat er aan energie met de voeding binnenkomt. 

Het lichaam verzwakt 

Slide 23 - Diapositive