P1 3A Pronombres personales: lijdend voorwerp

Bienvenidos
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Bienvenidos

Slide 1 - Diapositive

Het lijdend voowerp
Vóór je naar de slides met uitleg gaat, denk even na over de volgende vraag:

Wat is ook al weer het lijdend voorwerp?

Slide 2 - Diapositive

Het lijdend voorwerp

  • In het Spaans kan je het lijdend voorwerp vervangen met een persoonlijk vnw
  • In het Spaans wordt dit het objeto directo genoemd

Slide 3 - Diapositive

El objeto directo
Hoe kan je het lijdend voorwerp vervangen met een persoonlijk voornaamwoord? Bijvoorbeeld:
la nieve cubre la montaña (de sneeuw bedekt de berg)
la nieve la cubre (de sneeuw bedekt het)

¿Conoces la profesora? (ken je de docent?)
¿La conoces? (ken je haar)

Slide 4 - Diapositive

El objeto directo
Waar komt het objeto directo in de zin te staan?
- vóór de persoonsvorm (ww)
- bij de gebiedende wijs of een heel werkwoord wordt de objeto directo achter het werkwoord geplakt, bijvoorbeeld:
dame (geef me) of dime (zeg me)
quiero agradecerla (ik wil haar bedanken)
quiero daros un regalo (ik wil jullie een cadeau geven)

Slide 5 - Diapositive

Vul het juiste pers vnw in
¿Dónde están mis gafas?
No sé, yo no ... veo

Slide 6 - Question ouverte

Vul het juiste pers vnw in
¿Dónde está mi bolígrafo?
No sé, yo no ... veo.

Slide 7 - Question ouverte

Vul het juiste pers vnw in
¿Dónde están los niños?
No sé, yo no ... veo.

Slide 8 - Question ouverte

Kies het juiste pers vnw
Necesito ese libro, lo/la voy a comprar
A
lo
B
la

Slide 9 - Quiz

Kies het juiste pers vnw
Hoy salgo pronto. Esperame/nos
A
me
B
nos

Slide 10 - Quiz

Kies het juiste pers vnw
Mi bici está rota. Mi hermana lo/la va a arreglar
A
lo
B
la

Slide 11 - Quiz

Kies het juiste pers vnw
Ya vienen los profesores. Los alumnos los/las están esperando
A
los
B
las

Slide 12 - Quiz

Kies het juiste pers vnw
No entendemos el ejercicio. Mi madre te/nos va a ayudar
A
te
B
nos

Slide 13 - Quiz

Kies het juiste pers vnw
Hay un concierto en la plaza, ¿vamos a verlos/lo?
A
los
B
lo

Slide 14 - Quiz

Kies het juiste pers vnw
Papá, te/lo llaman por teléfono
A
te
B
lo

Slide 15 - Quiz

Kies het juiste pers vnw
Todos los días hay partidos de fútbol en la tele, ¡lo/los odio!
A
lo
B
los

Slide 16 - Quiz

¿Practicar más con el objetivo directo?


Libro de texto: ej.10 (p. 28)
Libro de trabajo:
ejercicios 7 t/m 9 (p. 18)

Slide 17 - Diapositive

¿Todo listo?
Als je klaar met bent oefenen met het objeto directo, kijk dan in de DSW voor de volgende oefeningen
week 43 -> comunicación
week 44 -> leer

Slide 18 - Diapositive