4.3 Ruiken, proeven, voelen

Je hebt verschillende zintuigen.
Welk zintuig hoort bij het oog?
A
gezichts zintuig
B
licht zintuig
C
gehoor zintuig
D
reuk zintuig
1 / 24
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Je hebt verschillende zintuigen.
Welk zintuig hoort bij het oog?
A
gezichts zintuig
B
licht zintuig
C
gehoor zintuig
D
reuk zintuig

Slide 1 - Quiz

Beschermt het oog tegen vuil en te fel licht
Beschermt het oog tegen uitdroging
Verspreidt traanvocht over het oog
Zorgt ervoor dat zweet langs het oog loopt
Produceert traanvocht
Ooglid
Traanklier
Traanvocht
Wenkbrauw
Wimper

Slide 2 - Question de remorquage

Lens
Pupil
Iris
Hoornvlies
Harde oogvlies
Vaatvlies
Glasachtig lichaam
Oogzenuw
Oogspier
Blinde vlek
Gele vlek
Straallichaam
Netvlies

Slide 3 - Question de remorquage

Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang

Slide 4 - Question de remorquage

In het oor worden trillingen uit de lucht versterkt. In welk onderdeel van het oor gebeurt dit?
A
Het slakkenhuis
B
De oorschelp
C
De gehoorbeentjes
D
Het trommelvlies

Slide 5 - Quiz

Hoe lopen de trillingen door het oor?
A
Gehoorgang - gehoorbeentjes - trommelvlies - slakkenhuis
B
Gehoorgang - trommelvlies - slakkenhuis - gehoorbeentjes
C
Gehoorgang - trommelvlies - gehoorbeentjes - slakkenhuis
D
Gehoorgang - slakkenhuis - gehoorbeentjes - trommelvlies

Slide 6 - Quiz

De onderdelen van het oor van de hond hebben dezelfde naam als de onderdelen van het oor van de mens.
Wat is de naam van onderdeel C?
A
Gehoorgang
B
Gehoorbeentjes
C
Oorschelp
D
Trommelvlies

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Welk zintuig: je prikt een naald in je vinger.
A
warmtezintuig
B
koudezintuig
C
tastzintuig
D
pijnzintuig

Slide 16 - Quiz

Welk zintuig: iemand geeft een kus op je wang.
A
warmtezintuig
B
koudezintuig
C
tastzintuig
D
pijnzintuig

Slide 17 - Quiz

Welk zintuig: de wind voelt ijskoud aan.
A
warmtezintuig
B
koudezintuig
C
tastzintuig
D
pijnzintuig

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Welke zintuigen liggen allemaal in de huid?

Slide 21 - Question ouverte

Welke zintuigen zitten in je tong?

Slide 22 - Question ouverte

Welke smaken kan je proeven?

Slide 23 - Question ouverte

Wat begrijp je tot nu toe van hoofdstuk 4?
Ik vind het goed te doen, heb geen extra uitleg nodig
Ik vind het moeilijk, wil graag extra uitleg
Ik vind bepaalde dingen lastig, namelijk...

Slide 24 - Sondage