Bij slikken: huig sluit neusholte af, strotklepje sluit luchtpijp af.
Bij ademhalen: huig en strotklepje staan 'open'.
Kringspieren en lengtespieren
Het vervoer in je verteringsstelsel gebeurt door twee soorten spieren in je darmwand:
kringspieren en lengtespieren.
- Kringspieren trekken samen - 'buis' wordt nauwer - voedsel naar beneden.
- Lengtespieren trekken samen - 'buis' korter en wijder - voedsel glijdt makkelijker naar beneden.
Deze spierbewegingen noem je peristaltische bewegingen.
§7.4 Verteren
Slide 5 - Diapositive
Vertering = het kleinmaken van voedingsstoffen.
Je lichaam vervoert via het bloed de voedingsstoffen naar de cellen in al je organen. - Water, mineralen en vitamines zijn klein genoeg en kunnen zo in je bloed worden opgenomen. - Eiwitten, vetten en koolhydraten zijn te groot en moeten eerst klein gemaakt worden.
Verteringssappen maken deze voedingsstoffen kleiner met behulp van enzymen.
Enzymen 'knippen' de grote voedingsstoffen in stukjes.
Enzymen hebben drie eigenschappen:
Een enzym past door zijn vorm precies op één soort voedingsstof. (een koolhydraatenzym kan alleen koolhydraten kleiner maken).
Enzymen zijn gevoelig voor temperatuur. (onder de minimumtemperatuur werkt het enzym niet, bij de optimumtemperatuur werkt het enzym het snelst of optimaal, bij een nog hogere temperatuur gaan de enzymen vervormen en passen ze minder goed op de voedingsstof en boven de maximumtemperatuur gaan de enzymen stuk).
Enzymen zijn gevoelig voor de zuurgraad.
Slide 6 - Diapositive
Aan de slag!
Lezen: blz. 51, 53 en 54 Maken: 1 t/m 11 van §7.4
Ben je hiermee klaar? Dan ga je bezig met het volgende:
Lezen: blz. 56, 57, 61 en 63
Maken: 12 t/m 27 van §7.4
timer
10:00
Slide 7 - Diapositive
Waar wordt je voedsel verteerd?
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Aan de slag!
Verder werken Lezen: blz. Maken: van §7.4
Ben je hiermee klaar? Dan ga je bezig met het volgende: