BK 1C les 1 Fictie perron 2

Hoe maakt een schrijver een boek spannend?
  1. De schrijver gebruikt spannende woorden.
  2. De schrijver beschrijft een spannende omgeving, geluiden en enge personen.
  3. De schrijver vertelt niet alles. Hij of zij laat soms belangrijke informatie weg voor de hoofdpersoon, terwijl de lezer wél weet wat er aan de hand is.
  4. Soms stopt de schrijver op een heel spannend stukje in het verhaal en vertelt hij over iets anders.
  5. Soms vertelt de schrijver iets over wat er vroeger is gebeurd. 

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoe maakt een schrijver een boek spannend?
  1. De schrijver gebruikt spannende woorden.
  2. De schrijver beschrijft een spannende omgeving, geluiden en enge personen.
  3. De schrijver vertelt niet alles. Hij of zij laat soms belangrijke informatie weg voor de hoofdpersoon, terwijl de lezer wél weet wat er aan de hand is.
  4. Soms stopt de schrijver op een heel spannend stukje in het verhaal en vertelt hij over iets anders.
  5. Soms vertelt de schrijver iets over wat er vroeger is gebeurd. 

Slide 1 - Diapositive

Een schrijver maakt een verhaal spannend door het hele verhaal in de juiste volgorde te vertellen.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

De schrijver vertelt niet alles; hierdoor wordt het verhaal spannend.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Bij een spannend verhaal wil de lezer zo snel mogelijk doorlezen om te weten hoe het afloopt.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

De schrijver gebruikt vaak spannende woorden.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

De lezer weet alles over het verleden van de hoofdpersoon in een spannend boek.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Moeilijke woorden
Ook bij fictie lees je weleens woorden die je niet kent. Door (veel) te lezen vergroot jij de hoeveelheid woorden die je kent, je woordenschat. Hoe kom je achter de betekenis van onbekende woorden? En is het ook nodig dat je ieder woord begrijpt?

Slide 7 - Diapositive

  1. Lees gewoon door. Ook als je een woord niet kent, kun je het verhaal vaak nog wel begrijpen. Meestal kom je dan wel achter de betekenis van het woord.
  2. Je kunt aan iemand anders vragen wat het woord betekent.
  3. Je kunt het woord opzoeken in het woordenboek.

Slide 8 - Diapositive

Fictie; lekker lezen Perron 2
Perron 2: opdracht 2, 5, 6, 7, 9, 11, 12, 13, 15, 16, 17, 20, 21
Spannende boeken 
Verhaalsoort: Avontuur
Betekenis van woorden 
Plaats 
Tijd 
Verhaalsoort: Griezelverhalen 
Fictiedossier 

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag!

Fictie; lekker lezen - perron 2
maken opdracht 2, 5, 6, 7, 9

Slide 10 - Diapositive