A1B - NG en soorten werkwoorden H4

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom A1B

In deze les:

- Stillezen

- Terugblikken op NG

- Soorten werkwoorden

Stillezen

Wanneer heb je te maken met een naamwoordelijk gezegde?

1. het onderwerp is iets
2. het onderwerp doet iets

Uit welke twee delen bestaat het naamwoordelijk gezegde?

1. Onderwerp en werkwoord
2. Persoonsvorm en naamwoordelijk deel
3. Werkwoordelijk en naamwoordelijk deel
4. Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde

Wat is het NG in deze zin?
Annemarie was een prachtige bruid

1. Annemarie
2. was
3. een prachtige bruid
4. was een prachtige bruid

Wat is het naamwoordelijke deel van het gezegde?
Annemarie was een prachtige bruid

1. Annemarie
2. was
3. een prachtige bruid
4. was een prachtige bruid

Welk werkwoord geeft aan wat er in de zin gebeurd?
Jullie zouden hier kunnen gaan zitten.

1. zouden
2. kunnen
3. gaan
4. zitten

Verschillende soorten werkwoorden

Zie filmpje boek

De vleesetende bekerplant kan in zijn onderste bekers 30 gram vlees verteren

1. Deze zin bevat een naamwoordelijk gezegde
2. Deze zin bevat een werkwoordelijk gezegde

Werkwoordelijk gezegde=

zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoorden

Naamwoordelijk gezegde =

koppelwerkwoord en hulpwerkwoord

De vleesetende bekerplant kan in zijn onderste bekers 30 gram vlees verteren

1. kan = zww
2. kan = hww
3. verteren = zww
4. verteren = hww

De inhoud van een trojan kan behoorlijk schadelijk blijken voor je computer.

1. Deze zin bevat een WG
2. Deze zin bevat een NG

De inhoud van een trojan kan behoorlijk schadelijk blijken voor je computer.

1. Kan = KWW
2. Kan = HWW
3. Blijken = KWW
4. Blijken = HWW

Aan de slag:

Wat: grammatica woordsoorten H4

Wat: startopdracht, opdracht 1, 2 en 3

Wanneer: deze les (huiswerk voor morgen)