ENGELS 4.1 Signs and warnings

• Engels
• MBO
• Studiejaar 1

4.1 SIGNS and WARNINGS

page 70

entrance   -   entry   - exit    -    detour 

watch out   -   attention

danger     -    caution    -   hazard    -    toxic

damage    -    safety     - must 

GRAMMAR

de grammatica in deze unit gaat over 

bijvoeglijke naamwoorden 

en 

bijwoorden 

What is the difference?

She is beautiful. (bn)

She sings beautifully. (bw)

What is the difference?

He is a careful driver. 

He drives carefully. 

What is the difference?

He looks angry. 

He looks angrily at her. 

Why is this?

The team is good.

The team plays well. 

The team is extremely good.

The team plays extremely well. 

Weet je nu ....

... hoe je van een bijvoeglijk naamwoord een bijwoord maakt? 

... wanneer je een bijvoeglijk naamwoord moet gebruiken? 

... wanneer je een bijwoord moet gebruiken?

https:

https:

the exercises

exercise 1: woordenschat

exercise 2: woordenschat 

exercise 3: grammatica

exercise 4: woordenschat

exercise 5: gesprek voeren

exam exercise: lezen en vragen beantwoorden

gevaarlijk

1. dangerous
2. damage
3. detour
4. caution

uitgang

1. entrance
2. entry
3. attention
4. exit

noodgeval

1. hazard
2. toxic
3. emergency
4. caution

belangrijk

1. staff
2. important
3. friendly
4. flame

verschrikkelijk

1. safely
2. terribly
3. basically
4. happily

vocabulary

Aan het eind van het hoofdstuk staat een woordenlijst. 

Leer eerst Engels - Nederlands

dan Nederlands - Engels. 

Op de volgende dia vind je een link naar vocabulaire oefeningen op Wikiwijs.

Let op: niet alle woorden staan erin. 

https:

site safety

VEILIGHEID OP DE WERKPLEK

Hierna zie je een paar borden over site safety.

Vergelijk de  opschriften met die van exercise 5 in het boek.

Welke staan ook in het boek? 

En wat betekenen ze?