Spreekwoorden

Liefde maakt ...
A
blij
B
gek
C
blind
D
boos
1 / 25
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Liefde maakt ...
A
blij
B
gek
C
blind
D
boos

Slide 1 - Quiz

Spreekwoorden & uitdrukkingen






Nederlands, 2A 

Slide 2 - Diapositive




LESDOEL:
Je leert: 
heel veel verschillende soorten spreekwoorden en uitdrukkingen. 



Slide 3 - Diapositive

Wat zijn spreekwoorden?
Spreekwoorden zijn korte uitspraken die gaan over een wijsheid of levensles.

Vaak proberen spreekwoorden je aan te moedigen tot goed gedrag.

Het is belangrijk dat je weet dat je spreekwoorden niet letterlijk moet opvatten. (letterlijk betekent: precies zoals het er staat.) 


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Welk spreekwoord zag je NIET in het voorgaande filmpje?
A
Slapend rijk worden
B
De hond in de pot vinden
C
De kat uit de boom kijken
D
De stoute schoenen aantrekken

Slide 6 - Quiz

Welk spreekwoord zie je hier?

Slide 7 - Question ouverte

Welk spreekwoord zie je hier?

Slide 8 - Question ouverte

geen moeite doen
geen duidelijk verhaal hebben
altijd als eerste ergens bij zijn
beginnen aan een vervelende of lastige taak

Slide 9 - Question de remorquage

Welk spreekwoord zie je hier?

Slide 10 - Question ouverte

Welk spreekwoord zie je hier?

Slide 11 - Question ouverte

iets verzinnen
het is nergens fijner dan thuis 
met tegenzin eten
uitbundig vieren

Slide 12 - Question de remorquage

Welk spreekwoord zie je hier?
A
De appel valt ver van de boom
B
De appel valt niet ver van de boom
C
De appel valt op de grond
D
Alleen deze appel valt op de grond

Slide 13 - Quiz

Welk spreekwoord zie je hier?
A
De hond in de pan vinden
B
De hond eet alles op
C
De hond aan het aanrecht vinden
D
De hond in de pot vinden

Slide 14 - Quiz

Maak het spreekwoord van het plaatje af.

Als de kat van huis is ...
A
Dansen de muizen op tafel
B
Klimmen de muizen op tafel
C
Zwaaien de muizen hem uit
D
Lachen de muizen hem uit

Slide 15 - Quiz

Te veel ... op je vork nemen.

Welk woord moet op de puntjes staan?
A
stro
B
hooi
C
eten
D
gras

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Lien

Gebruik de website van de vorige slide.

Wat betekent: Met de kippen op stok gaan?
timer
0:10

Slide 18 - Question ouverte

Gebruik dezelfde website.

Wat betekent: Er was geen kip?
timer
0:10

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Lien

Gebruik de website van de vorige slide.

Wat betekent: Zo nijdig als een spin?
timer
0:10

Slide 21 - Question ouverte

Jong geleerd, is oud ...
A
geprobeert
B
gedaan
C
geweest
D
geleerd

Slide 22 - Quiz

Een ... komt altijd weer op de poten terecht
A
kat
B
hond
C
konijn
D
kip

Slide 23 - Quiz

Beeld een spreekwoord of uitdrukking uit en maak er een foto van.

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive