Spreekwoorden

Spreekwoorden
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Spreekwoorden

Slide 1 - Diapositive

Spreekwoorden
??????

Wat zijn dat?

Slide 2 - Diapositive

Jong geleerd, is oud ...
A
geprobeert
B
gedaan
C
geweest
D
geleerd

Slide 3 - Quiz

Liefde maakt ...
A
blij
B
gek
C
blind
D
boos

Slide 4 - Quiz

Spreekwoorden & uitdrukkingen






Nederlands 

Slide 5 - Diapositive




LESDOEL:
Je leert: 
heel veel verschillende soorten spreekwoorden en uitdrukkingen. 



Slide 6 - Diapositive

Wat zijn spreekwoorden?
Spreekwoorden zijn korte uitspraken die gaan over een wijsheid of levensles.

Vaak proberen spreekwoorden je aan te moedigen tot goed gedrag.

Het is belangrijk dat je weet dat je spreekwoorden niet letterlijk moet opvatten. (letterlijk betekent: precies zoals het er staat.) 


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Welk spreekwoord zag je NIET in het voorgaande filmpje?
A
Slapend rijk worden
B
De hond in de pot vinden
C
De kat uit de boom kijken
D
De stoute schoenen aantrekken

Slide 9 - Quiz

Welk spreekwoord zie je hier?

Slide 10 - Question ouverte

geen moeite doen
geen duidelijk verhaal hebben
altijd als eerste ergens bij zijn
beginnen aan een vervelende of lastige taak

Slide 11 - Question de remorquage

Welk spreekwoord zie je hier?

Slide 12 - Question ouverte

iets verzinnen
het is nergens fijner dan thuis 
met tegenzin eten
uitbundig vieren

Slide 13 - Question de remorquage

Welk spreekwoord zie je hier?
A
De appel valt ver van de boom
B
De appel valt niet ver van de boom
C
De appel valt op de grond
D
Alleen deze appel valt op de grond

Slide 14 - Quiz

Welk spreekwoord zie je hier?
A
De hond in de pan vinden
B
De hond eet alles op
C
De hond aan het aanrecht vinden
D
De hond in de pot vinden

Slide 15 - Quiz

Maak het spreekwoord van het plaatje af.

Als de kat van huis is ...
A
Dansen de muizen op tafel
B
Klimmen de muizen op tafel
C
Zwaaien de muizen hem uit
D
Lachen de muizen hem uit

Slide 16 - Quiz

Te veel ... op je vork nemen.

Welk woord moet op de puntjes staan?
A
stro
B
hooi
C
eten
D
gras

Slide 17 - Quiz

Een ... komt altijd weer op de poten terecht
A
kat
B
hond
C
konijn
D
kip

Slide 18 - Quiz

Beeld een spreekwoord of uitdrukking uit en maak er een foto van.

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Opdracht
Maak tweetallen of werk alleen
Zoek zoveel mogelijk spreekwoorden
In de tekening
Omcirkel het spreekwoord
Teken de kleurplaat in

Slide 21 - Diapositive

Evaluatie
Wat zijn spreekwoorden?
Kun je 2 noemen?

Slide 22 - Diapositive