Les 4: Cognitieve Psychologie

LOKAAL E02
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

LOKAAL E02

Slide 1 - Diapositive

LOKAAL E07

Slide 2 - Diapositive

Les 4: Cognitieve Psychologie

Slide 3 - Diapositive

Programma
1. Bespreken huiswerk
2. Cognitieve psychologie
3. Behaviorisme
4. Opdracht

Lesdoel: 
- Je kunt uitleggen wat het Cognitieve psychologie inhoudt
- Je kunt het 4G-schema toepassen op een voorbeeld en eigen situaties

Slide 4 - Diapositive

Opwarmer

Slide 5 - Diapositive

Comfirmation bias
Houdt dus in dat je alleen informatie 'accepteert' die past bij de meningen die je al hebt.
Als je denkt 'Alle honden zijn vals' kun je 99 lieve honden negeren, en je alleen die ene valse hond herinneren. 


Waarom? Kennis en ervaring bieden je hersens 'schema's'.
"Als dit..., dan betekent het dat..."


Slide 6 - Diapositive

Maar kloppen die schema's altijd wel?
Wat kan het bijvoorbeeld betekenen voor...


- Vooroordelen die je hebt?
- Het nieuws dat je ziet op social media?

Slide 7 - Diapositive

Huiswerkcheck
Behaviorisme, vraag 12 t/m 17

Slide 8 - Diapositive

Vraag 12
a. Een stimulus is een prikkel die een reactie uitlokt.
b. Aanleren van gedrag door het te koppelen aan stimuli
c. Een ongeconditioneerde reactie is een natuurlijke, automatische respons. Een geconditioneerde reactie is aangeleerd door associatie.
d. Klassieke conditionering: gedrag wordt gekoppeld aan een stimulus.
Operante conditionering: gedrag wordt beïnvloed door beloningen of straffen.

Vraag 13: Eigen antwoord

Vraag 14:
a. Geluid van de bel
b. Geen emotie, maar speekselproductie
c. Getraind en ongetraind
d. Eigen antwoord

Vraag 15: Eigen antwoord. Bijv. Beloning geven bij goed gedrag
Vraag 16: Angst, vermijdingsgedrag of het versterken van ongewenst gedrag door aandacht.
Vraag 17: Volgens de theorie werken beloningen beter; straffen kunnen leiden tot verzet of gewenning, waardoor ze minder effectief zijn.




Slide 9 - Diapositive

Cognitieve psychologie
Cognitieve psychologen zien mensen als actieve wezens die zelf betekenis geven aan de wereld om hen heen, en die nadenken over hun gedrag.


Om snel te kunnen reageren ontwikkelen mensen schema’s: georganiseerde kennis over allerlei onderwerpen die ons in staat stelt snel te plaatsen wat er aan de hand is.

Volgens cognitieve psychologen bepalen niet de stimuli hoe wij reageren, maar onze interpretatie van die stimuli.






Gebeurtenis (G1) + Gedachte (G2) = Gevoel (G3) + Gedrag (G4)

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld:

Stel, je bent als de dood voor honden. Dat komt volgens de cognitieve psychologie omdat jouw schema voor honden, dat je hebt gevuld met je kennis en ervaring, een negatieve interpretatie van honden geeft. Zegt je schema bij het zien van een hond ‘Pas op! Gevaar!’ dan zul je je gedragen alsof de hond gevaarlijk is (verstijven, een blokje om lopen). Dat is handig als de hond ook echt gevaarlijk is; maar een onrealistische angst voor honden is natuurlijk vooral lastig. Je interpreteert elke hond als gevaar, omdat vroeger misschien één individuele hond zich gevaarlijk gedroeg.

Als je voor dit voorbeeld de 4 G’s invult, ziet dat er zo uit:
G1 - Gebeurtenis: er komt een hond op je af
G2 - Gedachte: oh jee, hij gaat me aanvallen
G3 - Gevoel: paniek
G4 - Gedrag: wegrennen





Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Toepassing GGGG
Maak opdracht 23

Slide 13 - Diapositive

Marshmallow Test:

Doel: Om uitgestelde beloning en zelfbeheersing te onderzoeken.
Benodigdheden: Marshmallows of een andere traktatie.
Procedure: Geef een student een marshmallow en vertel hen dat ze er een tweede kunnen krijgen als ze 10 minuten wachten zonder de eerste op te eten. Observeer hoeveel studenten in staat zijn om te wachten.

Slide 14 - Diapositive