herhaling hoofdstuk 5

Maak van het werkwoord een zelfstandig naamwoord zet er de of het voor
voetballen
1 / 18
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Maak van het werkwoord een zelfstandig naamwoord zet er de of het voor
voetballen

Slide 1 - Question ouverte

Maak van het werkwoord een zelfstandig naamwoord zet er de of het voor
tekenen

Slide 2 - Question ouverte

De tuinman heeft de tuinschaar in de tuin laten liggen.
wwgez?

Slide 3 - Question ouverte

Hij is gek op boterhammen met pindakaas en hagelslag.
wwg?

Slide 4 - Question ouverte

Zijn wij misschien een beetje brutaal geweest?
wwgez?

Slide 5 - Question ouverte

Vorige week .... (doen) de magnetron het nog wel.

Slide 6 - Question ouverte

Vanavond ...(kunnen) Willem weer naar de sportschool

Slide 7 - Question ouverte

Vul het voltooid deelwoord in
We hebben de...(gebruiken) spullen teruggegeven.

Slide 8 - Question ouverte

Vul het voltooid deelwoord in.
We hebben die opdracht gisteren ..... (doen)

Slide 9 - Question ouverte

De hond van Ronny.
Wat is de bezitsvorm?
timer
0:45
A
Ronnys hond
B
Ronny's hond

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste bezitsvorm
A
Sam's fiets
B
Sams fiets

Slide 11 - Quiz

Wat is de bezitsvorm van 'Lars'?
A
Larses
B
Lars's
C
Lars'

Slide 12 - Quiz

Het boek van Max.
Wat is de bezitsvorm?
A
Max' boek
B
Maxs boek
C
Max's boek

Slide 13 - Quiz

Het meervoud van ree

Slide 14 - Question ouverte

het meervoud van familie

Slide 15 - Question ouverte

Het meervoud van bikini

Slide 16 - Question ouverte

Schrijf de afkorting voluit op
p.p.

Slide 17 - Question ouverte

Schrijf de afkorting voluit.
z.g.a.n.

Slide 18 - Question ouverte