Week 37 Les 1 Taalverzorging 1 (h2)

Nederlands
Verwijswoorden
Signaalwoorden
Synoniemen en homoniemen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands
Verwijswoorden
Signaalwoorden
Synoniemen en homoniemen

Slide 1 - Diapositive

Lezen

Slide 2 - Diapositive

Nakijken
signaalwoorden en verwijswoorden
opdracht 26 t/m 28 

Slide 3 - Diapositive

Synoniemen
Wat weet je nog?

Slide 4 - Diapositive

Bedenk een synoniem voor 'raar'.

Slide 5 - Question ouverte

Bedenk een synoniem voor 'geld'.

Slide 6 - Question ouverte

Het woord 'antoniem' betekent:
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden

Slide 7 - Quiz

Wat is een antoniem van 'lekker'?

Slide 8 - Question ouverte

Homoniemen en homofonen
'homo' = 'zelfde'

homoniem: meerdere betekenissen
homofoon: klinkt het zelfde 

Slide 9 - Diapositive

Homoniem
'schop'
'bank'

Slide 10 - Diapositive

Bedenk zelf een woord dat ook homoniem is.

Slide 11 - Question ouverte

Homofoon
'licht' 'ligt'

'slab' 'slap' 

Slide 12 - Diapositive

Huiswerk

Maak opdracht 33, 34, 35, 36a.

Klaar? Vul het taalpaspoort van blz. 58 in.


Slide 13 - Diapositive