Leesvaardigheid H2 - opdr. 3

Leesvaardigheid
Hoofdstuk 2
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Leesvaardigheid
Hoofdstuk 2

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Lesdoel: je weet hoe een alinea is opgebouwd en je kan de kernzin van een alinea aanwijzen.

- Terugblik
- Huiswerk bespreken
- Uitleg theorie
- Opdr. 3 Leesvaardigheid H2 maken

Slide 2 - Diapositive

Welke tekststructuren zijn er?

Slide 3 - Carte mentale

Hoofdgedachte: Jongeren moeten meer bewegen op school.
Hoofdgedachte: Het aantal mensen met overgewicht kan teruggedrongen worden door de invoering van een vettaks (accijns op ongezonde en vette levensmiddelen).
Hoofdgedachte: Het klimaatprobleem wordt onder andere veroorzaakt door CO2-uitstoot van auto's, de bio-industrie en fabrieken.
Aspecten-structuur
Verklarings-structuur
Argumentatie-structuur
Probleem/oplossing-structuur
vraag/antwoord-structuur
voor- en nadelen-structuur

Slide 4 - Question de remorquage

Huiswerk bespreken
Klassikaal

Slide 5 - Diapositive

Uitleg theorie: de alinea
Een tekst is verdeeld in alinea’s
Kernzin: de belangrijkste zin van de alinea (hoofdgedachte)
De kernzin kan op verschillende plaatsen voorkomen:
- Meestal eerste zin
- Tweede zin (eerste zin kondigt deelonderwerp aan of een structurerende zin die een verband aangeeft)
- Soms laatste zin
Onderstreep de kernzin als je een tekst leest (op de toets)! Zo krijg je ook makkelijk een samenvatting van de tekst
De rest van de alinea is dan een uitleg of voorbeelden

Slide 6 - Diapositive

Uitleg theorie: de alinea
Voorbeeld 1 in je boek (blz. 30)
Klassikaal
Bekijk de andere voorbeelden plus de toelichting zelf
5 minuten

Slide 7 - Diapositive

Opdr. 3 Leesvaardigheid H2 maken
- Blz. 31-33
- Lees tekst 3
- Maak de opdrachten en vul je antwoorden in in LessonUp (slide 9 t/m 28)
- 3.7 mag je overslaan

Slide 8 - Diapositive

Vul je antwoord op vraag 1 (blz. 31) hier in.

Slide 9 - Question ouverte

Vul het antwoord op vraag 2 (blz. 31) hier in.
A
de actualiteit
B
een anekdote
C
een voorbeeld
D
het belang voor de lezer

Slide 10 - Quiz

Vul het antwoord op vraag 3 (blz. 31) hier in.
A
uiteenzetting
B
beschouwing
C
betoog

Slide 11 - Quiz

Vul het antwoord op vraag 4 (blz. 31) hier in.
A
argumentatiestructuur
B
probleem/oplossing-structuur
C
verklaringsstructuur
D
vraag/antwoord-structuur

Slide 12 - Quiz

Vul het antwoord op vraag 5 (blz. 31) hier in.

Slide 13 - Question ouverte

Vul het antwoord op vraag 6 (blz. 31) hier in.

Slide 14 - Question ouverte

Vul het antwoord op vraag 8 (blz. 31) hier in.

Slide 15 - Question ouverte

Vul het antwoord op vraag 9 (blz. 31) hier in.

Slide 16 - Question ouverte

Vul het antwoord op vraag 10 (blz. 32) hier in.

Slide 17 - Question ouverte

Vul het antwoord op vraag 11 (blz. 32) hier in.

Slide 18 - Question ouverte

Vul het antwoord op vraag 12 (blz. 32) hier in.

Slide 19 - Question ouverte

Vul het antwoord op vraag 13 (blz. 32) hier in.

Slide 20 - Question ouverte

Vul het antwoord op vraag 14 (blz. 32) hier in.

Slide 21 - Question ouverte

Vul het antwoord op vraag 15 (blz. 32) hier in.

Slide 22 - Question ouverte

Vul het antwoord op vraag 16 (blz. 32) hier in.

Slide 23 - Question ouverte

Vul het antwoord op vraag 17 (blz. 32) hier in.

Slide 24 - Question ouverte

Vul het antwoord op vraag 18 (blz. 32) hier in.

Slide 25 - Question ouverte

Vul het antwoord op vraag 19 (blz. 32) hier in.
A
informeren
B
overtuigen
C
opiniëren
D
activeren

Slide 26 - Quiz

Vul hier het antwoord op vraag 20 (blz. 32) hier in.
A
Het gebruik van sociale media bevordert 'echte' vriendschappen en soms ook het zelfvertrouwen van de gebruikers.
B
Het gebruik van sociale media heeft geleid tot een toename van narcistische karaktertrekken onder Amerikaanse studenten.
C
Het gebruik van sociale media is geen onschuldig tijdverdrijf, want het houdt veel mensen af van het echte leven.
D
Het gebruik van sociale media maakt mensen uitbundig en sociaal.

Slide 27 - Quiz

Vul het antwoord van vraag 21 (blz. 32) hier in.

Slide 28 - Question ouverte