Polair-apoliar polariteit Herhaling

Planning
  • Herhaling Polariteit (d.m.v. Quiz)

  • Tijd voor vragen

  • Herhaling en reacties van alkenen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Planning
  • Herhaling Polariteit (d.m.v. Quiz)

  • Tijd voor vragen

  • Herhaling en reacties van alkenen

Slide 1 - Diapositive

Bij welke groep stoffen spreken we van polaire of apolaire atoombindingen?
A
Zouten
B
Moleculaire stoffen
C
Metalen
D
Edelgassen

Slide 2 - Quiz

De atoombinding tussen een Cl en een H atoom (HCl) is polair, want:
A
Het zijn verschillende atoomsoorten.
B
Beide zijn + geladen, want ze hebben e- in de binding zitten
C
Het Cl-atoom is elektronegatief en het H-atoom niet

Slide 3 - Quiz

Is HCl dan ook een dipool-molecuul?
A
Nee, dat heeft hier niets mee te maken
B
Ja, want er is nu een + en een - kant.

Slide 4 - Quiz

Heeft
polaire bindingen?
CO2
A
Ja, 2 polaire bindingen
B
Ja, 4 polaire bindingen
C
Geen

Slide 5 - Quiz

Is
dan ook een dipool?
CO2
A
Ja, want de stof is polair
B
Nee, want het dipool-moment is gelijk aan 0.
C
Geen idee...

Slide 6 - Quiz

Een stof die alleen uit dipool-moleculen bestaat noemen we:
A
Polair
B
Apolair
C
Dipool-Dipool interactie
D
Geen specifieke naam

Slide 7 - Quiz

Hoeveel gemeenschappelijk elektronen zijn er in een water molecuul?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quiz

Welke bindingstype(n) wordt/worden verbroken als vloeibaar broom,
verdampt?
Br2(l)
A
Covalente binding
B
Covalente binding en VanderWaalsbinding
C
VanderWaalsbinding
D
Geen binding

Slide 9 - Quiz

Welke soort binding wordt verbroken wanneer je vast koperbromide oplost in water?
A
VanderWaalsbinding
B
Atoombinding
C
Metaalbinding
D
Ionbinding

Slide 10 - Quiz

Waterstofbruggen ontstaan bij moleculen met een ... groep
A
OH en CN
B
NH en CH
C
CH en OH
D
OH en NH

Slide 11 - Quiz

In welke afbeelding
is de waterstofbrug
op de juiste manier getekend?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 12 - Quiz

In welke van de volgende stoffen komen tussen de moleculen waterstofbruggen voor?
A
CH3OH
B
CH3Cl
C
CH3NH2
D
N2

Slide 13 - Quiz

Rangschrik de volgende stoffen op aflopend kookpunt:
(slepen)
Kaliumoxide
Chloor
Butaan-1-ol
Butaan

Slide 14 - Question de remorquage

Zet de componenten in volgorde van polariteit (hoog naar laag) door ze naar de luiste plek te slepen.

Slide 15 - Question de remorquage

Een zeepmolecuul bestaat uit:
A
Een polaire kop en apolaire staart
B
Een apolaire kop en een polaire staart

Slide 16 - Quiz

Bij welke groep stoffen spreken we van polaire of apolaire atoombindingen?
A
Zouten
B
Moleculaire stoffen
C
Metalen
D
Edelgassen

Slide 17 - Quiz

Tijd voor vragen
  • Zijn er specifieke vragen?

Slide 18 - Diapositive