Paragraaf 1.2 lessen 1 en 2

Paragraaf 1.2


Westerse wereldrijken
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1.2


Westerse wereldrijken

Slide 1 - Diapositive

LEERDOELEN 1.2
Aan het einde van deze paragraaf:
 
  • kun je uitleggen hoe koloniale wereldrijken ontstonden en wat oorzaken en gevolgen hiervan waren.
     
  • Weet je hoe het imperialisme plaatsvond in Azië.
     
  • Weet je hoe het imperialisme plaatsvond in Afrika.
     
  • Kun je beschrijven hoe en waarom Nederland zijn koloniale rijk uitbreidde.
  


Slide 2 - Diapositive

Belangrijke Begrippen van paragraaf 1.2

  • Abolitionisten
  • Afzetmarkt
  • Conferentie
  • Europeanisering
  • Natie
  • Nationalisme

Slide 3 - Diapositive

Wat is een kolonie
Kolonie: Gebied dat in ''bezit'' is van een land
Dit land is vaak veroverd, werd dit dan zomaar
afgegeven, of ging dit anders?

Slide 4 - Diapositive

Waarom wilden Europese landen kolonies?

Slide 5 - Question ouverte

Waarom wilden ondernemers steeds meer kolonies?
  • om grondstoffen uit te halen voor de fabrieken
  • als afzetmarkt voor hun producten
 
Wat vonden Europeanen van andere culturen?
  • Die vonden ze minder goed dan hun eigen cultuur en manier van leven.
     
Europeanen wilden graag hun cultuur overbrengen naar andere landen. Dit noem je 
europeanisering.


  


Slide 6 - Diapositive

Lezen!
Wereldrijken blz 19
Voor basis blz 18

Slide 7 - Diapositive

Wat is imperialisme?

Slide 8 - Question ouverte

Kun je een voorbeeld noemen
van EUROPEANISERING?

Slide 9 - Carte mentale

Slide 10 - Lien

Slide 11 - Diapositive

Huiswerk
Opdracht 1 t/m 4

Slide 12 - Diapositive

Suriname 
New York, deel van Zuid-Afrika en stukje Brazilië waren handelsposten (een plek waar handel werd gedreven) van NL
Indonesië
Belangrijkste koloniën van Nederland
ABC eilanden
Koloniën > voor grondstoffen,producten en een afzetmarkt. 

Slide 13 - Diapositive

Het veroveren van kolonies ging  best wel makkelijk, omdat er dankzij de industrie goede wapens en stoomschepen waren.
 
Tussen 1870 en 1914 veroverden Europese landen steeds meer andere landen.  
In welke werelddelen?

Europese landen kregen zo wereldrijken(veel land) en breidden hun macht uit. Dit noem je
imperialisme. 





Slide 14 - Diapositive

Lezen!
Imperialisme in Azië
Blz. 20 
Voor basis blz. 19 (wij lezen samen)

Slide 15 - Diapositive

Mensen in de kolonies waren boos: ze wilden een eigen natie. Dit noem je nationalisme.
 
Eduard Douwes Dekker woonde in Indonesië en was tegen slavernij en mensenhandel
 
Hij was de schrijver van het boek Max Havelaar. Dit is een heel bekend boek kijk maar mee.....

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Diapositive

Welke drie Europese landen hadden de meeste koloniën in Azië?
 
  • Groot-Brittannië
  • Frankrijk
  • Nederland

Er ontstond een strijd tussen de Europese landen om gebieden te veroveren. Landen werden rijker van de koloniën. Weten jullie nog hoe? 

In 1884 kwamen belangrijke vertegenwoordigers( mensen die wat te zeggen hebben over het land) bij elkaar om te vergaderen over deze strijd in Berlijn . Dit noemen we een conferentie.


       

      Slide 19 - Diapositive

      Hiernaast zie je Afrika

      Afrika werd verdeeld na veel ruzie tussen Europese landen in 1889
       
      Hoe werd de Afrikaanse bevolking behandeld door de Europeanen?

      • Er werd geweld gebruikt om de bevolking rustig te houden.

      Slide 20 - Diapositive

      Lezen!
      Het Nederlandse wereldrijk blz. 22
      Voor basis blz. 20

      Slide 21 - Diapositive

      Welke kolonies had Nederland in Amerika?
      • Suriname en de (Caribische) eilanden.
      • Slaven werkten er op katoen (grondstof) plantages.

      Welke kolonie had Nederland in Azië?
      • Nederlands-Indië (Indonesië).  
      •                                  
      Hoe werd deze kolonie gebruikt?
      • Boeren moesten er suiker en koffie voor Nederland verbouwen. Er waren rubber- en tabaksplantages. Rubber en tabak (grondstoffen)

      Slide 22 - Diapositive

      Huiswerk
      Opdrachten: 5,6,8,9 en 10 van 1.2
      Voor basis: 5,6,7,9 en 10 van 1.2

      Slide 23 - Diapositive