laatste les thema 5 en 6 quiz

Thema Mens en Milieu
Vervolg op thema Ecologie
(herhaling)
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema Mens en Milieu
Vervolg op thema Ecologie
(herhaling)

Slide 1 - Diapositive

Wat is een ecosysteem?
A
Alle abiotische factoren samen
B
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
C
A en B
D
Een bepaald gebied, waarin de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen

Slide 2 - Quiz

Wat zijn abiotische factoren?
A
De invloeden afkomstig van de levende natuur
B
De invloeden afkomstig van de levenloze natuur
C
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
D
A en B

Slide 3 - Quiz

Temperatuur is ....
A
Een abiotische factor
B
Een biotische factor
C
Geen biotische en geen abiotische factor
D
Zowel een abiotische als een biotische factor

Slide 4 - Quiz

Er wordt gemaaid en het organische afval wordt in de sloot gegooid. Neemt hierdoor de groei van algen toe? Zijn reducenten hierbij betrokken?
A
Toename algen, reducenten zijn niet betrokken
B
Toename algen, reducenten zijn wel betrokken
C
Geen toename algen, reducenten zijn niet betrokken
D
Toename algen, reducenten zijn wel betrokken

Slide 5 - Quiz

Wat kan er in het kader van duurzaamheid beter gevoerd worden; een organisme van een laag of hoog trofisch niveau?
A
laag
B
hoog

Slide 6 - Quiz

Is er voor nitrificatie zuurstof nodig?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

Horen soortgenoten bij biotische of abiotische factoren?
A
biotische factoren
B
abiotische factoren

Slide 8 - Quiz

Een ecoloog wil het aantal konijnen in een bepaald afgeschermd natuurgebied gaan bepalen. Hiervoor gebruikt hij de methode van vangen, merken en terugvangen. Bij de eerste vangst vangt de ecoloog in totaal 44 konijnen, die vervolgens een ring om de poten krijgen. Deze konijnen worden weer losgelaten. Een week later vangt hij opnieuw konijnen. Dit keer 34 stuks, waarvan er 4 een ring om de poten hebben.
Bereken de grootte van de konijnenpopulatie.

A
5
B
374
C
176
D
577

Slide 9 - Quiz

Wanneer spreken we van een biologisch evenwicht?
A
Als de populatiegrootte altijd hetzelfde is
B
Als de populatiegrootte een populatiegrootte is
C
Als de populatiegrootte rond een gelijke waarde schommelt
D
Als de dieren in een populatie even zwaar zijn

Slide 10 - Quiz

Horen afvaleters bij producenten, consumenten of reducenten?
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten

Slide 11 - Quiz

Wanneer planten en dieren sterven zonder te worden opgegeten, worden de organische stoffen opgenomen door
A
consumenten
B
eurocenten
C
reducenten
D
producenten

Slide 12 - Quiz

Welke schakel bestaat uit heterotrofe organismen?
A
Producenten
B
Consument 2e en 3e orde
C
Alle consumenten
D
Alle producenten en consumenten

Slide 13 - Quiz

In welke schakel vindt koolstofassimilatie plaats?
A
Alleen producenten
B
Alleen consumenten
C
Zowel producenten en consumenten
D
Niet in producenten of consumenten

Slide 14 - Quiz

Neemt de biomassa in elke schakel toe of af?
A
Neemt toe
B
Neemt af

Slide 15 - Quiz

Welk proces wordt weergegeven door nummer 2?

Slide 16 - Question ouverte

Wat stelt 4 voor?
A
Aerobe dissimilatie
B
Anaerobe dissimilatie
C
Dode resten dieren
D
Voortgezette assimilatie

Slide 17 - Quiz

Wat stelt 6 voor?
A
Fotosynthese
B
Aerobe dissimilatie
C
Anaerobe dissimilatie
D
Dode planten

Slide 18 - Quiz

Wat stelt 10 voor?
A
Reducenten
B
Aerobe dissimilatie
C
Anaerobe dissimilatie
D
Resten van dode planten

Slide 19 - Quiz

Welke groep organismen is als enige in staat stikstofgas uit de lucht op te nemen?
A
Schimmels
B
Dieren
C
Planten
D
Bacterien

Slide 20 - Quiz

Stikstof is een belangrijk bestanddeel voor de aanmaak van:
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Euro's
D
Koolhydraten

Slide 21 - Quiz

1-I. Juist of onjuist? De bruto primaire productie bij algen is gelijk aan de netto primaire productie min de dissimilatie van de algen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

1-II. Juist of onjuist? De secundaire productie bij garnalen is altijd kleiner dan de primaire productie van de algen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz