H5 Taalweetjes - Spreektaal/straattaal

Socialiseren
-leg je spullen klaar

timer
5:00
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Socialiseren
-leg je spullen klaar

timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Planning deze les
1. Huiswerk voor maandag: OH woordenschat H1 + H2
2. Lezen Hoofdstuk 2 - startopdracht +opdracht 1 en 2        - -    hoofdzaken en bijzaken
3. Taalweetjes
4. Zelfstandig werken
Hoofdstuk 2     - lezen hoofdzaken en bijzaken   -
LEREN woordenschat H1 + H2  = morgen !!!

Slide 2 - Diapositive

Graag inloggen met je eigen naam en (eventueel een emoji)

Slide 3 - Diapositive

Lezen Hoofdstuk 2 

 startopdracht +opdracht 1 en 2 
 - - hoofdzaken en bijzaken
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Spreektaal als schrijftaal?

Op sociale media, maar vooral in berichten aan vrienden, gebruiken mensen vaak spreektaal. 

Ze typen dan bijvoorbeeld ‘gwoon’, ‘wattan’ of ‘da zoizo’, maar ze bedoelen ‘gewoon’, ‘wat dan’ en ‘dat sowieso’.

Slide 6 - Diapositive

Van welke woorden gebruik jij weleens de ‘spreektaalspelling’? (bijv. even = ff)

Slide 7 - Question ouverte

Praat maar even 'gewoon'
Spreektaal of straattaal, kun je beter niet gebruiken in een gesprek of een e-mail aan bijvoorbeeld je mentor. Dan kun je meestal het best gewone woorden gebruiken. 

Door welke gewone woorden kun je de volgende woorden vervangen, zodat je ze ook naar bijv. je stagebegeleider kunt sturen?

Slide 8 - Diapositive

OK, thnx

Slide 9 - Question ouverte

die kill heeft me genakt

Slide 10 - Question ouverte

check ff of da klopt

Slide 11 - Question ouverte

skere tatta

Slide 12 - Question ouverte

die kill ging nokkie

Slide 13 - Question ouverte

wtf, hz hebben we gwn les?

Slide 14 - Question ouverte

kweenie wrm

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Vidéo

Welk van de onderstaande antwoorden past bij jou?
A
De meeste woorden kende ik
B
De meeste woorden kende ik niet

Slide 17 - Quiz

Misschien gebruik jij ook wel eens straattaal/ spreektaal. Bij welke mensen doe je dit vooral?

Slide 18 - Question ouverte

Bij welke mensen gebruik je absoluut geen straattaal/ spreektaal?

Slide 19 - Question ouverte

Zelfstandig werken
Maken: 
Hoofdstuk 2 
- lezen opdracht 1 t/m 5 (blz. 50)    
- leren woordenschat H1 +H2


timer
20:00

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive