3V Economie par. 5.1

Afzet en omzet
Afzet = aantal verkochte producten

Omzet = Afzet x Verkoopprijs

( Gebruik de verkoopprijs excl. BTW )
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Afzet en omzet
Afzet = aantal verkochte producten

Omzet = Afzet x Verkoopprijs

( Gebruik de verkoopprijs excl. BTW )

Slide 1 - Diapositive

Bekijk blz. 149
Op brood geldt een BTW tarief van ...
A
0%
B
6%
C
21%

Slide 2 - Quiz

Prijs inclusief 21% BTW € 48,95
Priis exclusief BTW?
A
39,65
B
41,13

Slide 3 - Quiz

Omzet, kosten, winst
Bij berekeningen over de omzet, kosten en winst van bedrijven altijd werken met de verkoopprijs en inkoopprijs excl. BTW
- Ontvangen BTW van klanten moet volledig aan belastingdienst worden betaald. 
- Betaalde BTW aan leveranciers mag volledig worden teruggevorderd van de belastingdienst.
- BTW heeft dus geen effect op het resultaat.

Slide 4 - Diapositive

Ingekocht fiets bij leverancier a € 400,- excl. 21% BTW
Verkocht fiets aan klant voor € 580,80 incl. 21% BTW

Hoeveel BTW moet per saldo worden betaald aan de belastingdienst?
A
€ 16,80
B
€ 84,-
C
€ 100,80
D
€ 184,80

Slide 5 - Quiz

Opdracht
580,80 / 1,21 = 480 
Ontvangen BTW van klant 580,80 - 480 = 100,80
Betaalde BTW aan leverancier = 400 x 0,21 = 84
Per saldo af te dragen aan belastingdienst
100,80 - 84 = 16,80
Of
Toegevoegde waarde = 480 - 400 = 80
BTW = 0,21 x 80 = 16,80

Slide 6 - Diapositive

Een onderneming verhoogt de prijs van € 5,- naar € 5,10. De afzet gaat hierdoor naar beneden van 1.000.000 naar 970.000 stuks. Bereken of de omzet zal stijgen of dalen.

Slide 7 - Question ouverte

Opdracht
Oude omzet was 5 x 1.000.000 = € 5.000.000,-
Nieuwe omzet is 5,10 x 970.000 = € 4.947.000,-

Prijsstijging was ( 5,10 - 5 ) / 5 x 100 = 2%
Vraagdaling was ( 970.000 - 1.000.000 ) / 1.000.000 x 100 = -3%

Slide 8 - Diapositive

De omzet zal stijgen als ...
A
De procentuele stijging van p groter is dan de procentuele daling van q
B
De procentuele stijging van p kleiner is dan de procentuele daling van q
C
De procentuele daling van p groter is dan de procentuele stijging van q
D
De procentuele daling van p kleiner is dan de procentuele stijging van q

Slide 9 - Quiz

Marktaandeel
Afzet bedrijf
Marktaandeel = ---------------- x 100%                      
                     Afzet markt                        

Omzet bedrijf
Marktaandeel = -------------------- x 100%                       
Omzet markt

Slide 10 - Diapositive

Jaguar verkocht in 2020 40.000 auto's tegen een gemiddelde prijs van € 50.000,-. De overige merken verkochten 960.000 auto's tegen een gemiddelde prijs van € 20.000,-. Marktaandeel Jaguar?
A
Afzet 4,0% Omzet 9,4%
B
Afzet 4,0% Omzet 10,4%
C
Afzet 4,2% Omzet 9,4%
D
Afzet 4,2% Omzet 10,4%

Slide 11 - Quiz

Opdracht
Afzet Jaguar = 40.000, Afzet markt = 960.000 + 40.000 = 1.000.000
Marktaandeel = 40.000 / 1.000.000 x 100 = 4,0%

Omzet Jaguar = 40.000 x 50.000 = 2,0 mld
Omzet overige merken = 960.000 x 20.000 = 19,2 mld
Omzet markt = 19,2 + 2,0 = 21,2 mld
Marktaandeel = 2,0 / 21,2 x 100 = 9,4%

 

Slide 12 - Diapositive

Hw.
Opgave 5.2 en 5.6

Slide 13 - Diapositive