Herhalingsles 2F domein 3

Domein 3 - Meten & Meetkunde


                Herhalingsles
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Domein 3 - Meten & Meetkunde


                Herhalingsles

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deel 1 Rekenen met afstand en gewicht en inhoud

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke inhoudsmaat hoort bij dit plaatje ?
A
15 dl
B
5 dl
C
10 l
D
1 l

Slide 3 - Quiz

hoeveel bekers komt overeen met 1l?
Wat is zwaarder?
A
100 gram appels
B
1 kg suiker
C
even zwaar

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is zwaarder?
A
1 kg veren
B
1 kg baksteen
C
even zwaar

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lengtematen omrekenen
500 m = ..... km
A
0,5 km
B
5 km
C
50 km
D
500 km

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1,5 liter =
A
1500 cl
B
150 dl
C
1500 ml
D
0,15 dl

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

75cl=....liter
A
750
B
0,75
C
7,5
D
0,075

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de inhoud van deze kubus?
A
8 cm³
B
6 cm³
C
6 dm³
D
8 dm³

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de inhoud van dit aquarium?
A
8 m³
B
0,8 m³
C
0,08 m³
D
80 m³

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In deze emmer kan 8 liter, wat is gelijk aan 8 liter?
A
7cm3
B
7dm3
C
8cm3
D
8dm3

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deel 2: Driedimensionale figuren

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heten de rode en
de grijze figuur?
A
Rood is een bal en grijs is een balk
B
Rood is een cilinder en grijs is een piramide
C
Rood is een kubus en grijs is een kegel

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heten de blauwe
en de gele figuur?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Deel 3: Omtrek en Oppervlakte

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de formule die hoort bij het berekenen van de omtrek?
A
l x b = omtrek
B
l x b x h = omtrek
C
l+b+l+b = omtrek
D
a + b =c --> omtrek

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de formule van het berekenen van oppervlakte?
A
2 x l + 2 x b =
B
l x b =
C
l x b x h=
D
l + b = lb

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer bereken ik de omtrek?
A
Bij het aanleggen van een hek om de tuin
B
De hoeveelheid water in een aquarium
C
Bij het leggen van een vloer

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarbij bereken je de oppervlakte?
A
het aanleggen van een terras
B
het maken van een schutting rondom de tuin
C
het vullen van een vijver
D
bij geen van de 3 voorbeelden

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de omtrek?
A
30
B
27
C
28
D
22,5

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de oppervlakte van dit weiland?
A
30m²
B
35m²
C
300m²
D
350m²

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de oppervlakte van dit weiland in cm²?
A
30.000cm²
B
300.000cm²
C
3.000.000cm²
D
30.000.000cm²

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de oppervlakte?
A
30
B
24
C
36
D
geen idee

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de oppervlakte van een vierkant met een zijde van 6 m?
A
36 cm2
B
36 m2
C
36m3
D
24 m2

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deel 4 : Inhoud berekenen

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de inhoud van deze kubus in liters?
A
0,1 L
B
1 L
C
10l
D
100 liter

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de inhoud van dit aquarium in liters?
A
0,8 liter
B
8 liter
C
80 liter
D
800 liter

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deel 5: Tijd en snelheid

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De auto rijdt in anderhalf uur 135 km. Wat is de snelheid in km/u?
A
90 km/u
B
50 km/u
C
120 km/u
D
60 km/u

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je gaat met de auto van Apeldoorn naar Deventer. de afstand is 16 km. De reis duurt 15 minuten. Wat is je gemiddelde snelheid in km/u?
A
48 km/u
B
64 km/u
C
92 km/u
D
60 km/u

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een auto rijdt met gemiddelde snelheid van 90 km/uur. Hoe ver komt hij in 20 minuten
A
30
B
45
C
20
D
65

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een scooter rijdt 3 uur lang met een gemiddelde snelheid van 35 km/h. Hoeveel km heeft de scooter afgelegd?
A
100
B
11,7
C
105
D
95

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een lift gaat 40 meter omhoog in 15 seconde. Wat is de snelheid van de lift in km per uur?
A
6 km/h
B
8 km/h
C
9,6 km/h
D
10,5 km/h

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een auto rijdt 72 km per uur. Wat is de snelheid van van deze auto in meters per seconde?
A
10 m/s
B
18 m/s
C
20 m/s
D
30 m/s

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

En nu weer oefenen!

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions