Les 6, Kleuters en schoolkinderen

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

Ontwikkelingspsychologie

Kleuters & Schoolkinderen

KLEUTERS

4 tot 6 jaar

Kleuters
Waar denk je aan?

Lichamelijk/motorisch ontwikkelingsgebied

- leren fietsen / zwemles

- welke (fijne of grove) motorische vaardigheden leert een kleuter in groep 1 en 2?

Cognitief ontwikkelingsgebied

- fantasie speelt nog een grote rol

- taalontwikkeling: veel waaromvragen / woord verzinnen

- onopzettelijk jokken/liegen  

Emotioneel ontwikkelingsgebied

- vragen om hulp, trots zijn

- beter verwoorden dat hij bijv. boos is i.p.v. slaan

Geheime leven van 4 jarigen (rode knop)

Sociaal ontwikkelingsgebied

- identificatiefiguur

- fantasie en werkelijkheid van elkaar onderscheiden

- samen spelen, vriendjes maken, besef wat goed en fout is

Seksueel ontwikkelingsgebied

- geïnteresseerd in elkaars geslachtsdeel

- castratieangst

- bewegingen die op zelfbevrediging lijken

Schoolrijpheid

- Zijn kleuters klaar voor groep 3?

- Wanneer is een schoolkind schoolrijp? 

Schoolrijpheid is meer dan intelligentie

SCHOOLKINDEREN

6 tot 12 jaar

Schoolkinderen
Waar denk je aan?

Lichamelijk/motorisch ontwikkelingsgebied

- Kinderen worden steeds sterker, behendiger en leniger

- Netter tekenen, kleuren en schrijven

- Sterke drang tot beweging

- Uiterlijke geslachtskenmerken

Cognitief ontwikkelingsgebied

- lezen, schrijven en rekenen

- leergierig door positieve ervaringen

- leerhouding verandert bij negatieve ervaringen

Emotioneel ontwikkelingsgebied

- maakt kennis met empathie 

- wil meer zelfstandigheid

- handelt uit eigen overtuigingen

Sociaal ontwikkelingsgebied

- participeren en het initiatief nemen tot sociale contacten

- worden sociaalvaardig

- behoefte om ergens bij te horen

Seksueel ontwikkelingsgebied

- 6 tot 8 jaar: kind richt zich op de ouder van het andere geslacht

- basis voor verder seksuele ontwikkeling

- 'oedipale' fase

- 8 tot 12: 'latentiefase', seksualiteit komt

meer tot rust

Denken van het schoolkind

- Realistisch denken: onderscheid fictie en fantasie

- Logisch denken: verband leggen tussen oorzaak en gevolg

- Abstract denken: denkt na over zaken die niet waarneembaar zijn