les 3 Het menselijk lichaam Deel 1

Het menselijk lichaam Deel 1
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Assistent FitnessMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Het menselijk lichaam Deel 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen:
Deel 1
  • Kennis over het skelet?
  • Kennis over spieren
Deel 2
  • Kennis over verschillende orgaanstelsle
  • Kennis Over het Hart- en Vaatstelsel
  • Kennis over ademhaling
  • Kennis over verschillende energiesystemen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar bestaat het menselijk lichaam uit?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar bestaat het skelet uit?
timer
0:15
A
Botten, gewrichten, banden
B
Botten, spieren, pezen
C
Organen, spieren, huid
D
Botten, banden

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Functie botten?
timer
0:15
A
Sterke spieren
B
Stevigheid en rechtop houden lichaam
C
Beweging
D
Bij elkaar houden gewricht

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Functie gewrichten

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van 
gewrichten

Botten/ Spieren
Pezen (spier=bot)
Banden (bot=bot)

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voordelen van Fitness op het menselijk lichaam?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is krachttraining goed voor de botten?
  • Bij bewegingen waarbij de botten gewichten moeten dragen ontstaan er druk- en trekkrachten op de botten. 
  • Het lichaam wordt daardoor geprikkeld om de botten steviger te maken, door meer botweefsel aan te maken binnen in het bot.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Skelet

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
1:00
Nummer 3
Nummer 22
Nummer 14
Nummer 15
Nummer 19
Nummer 23
Nummer 21
Nummer 5
Nummer 6
Nummer 1
Nummer 16
Kuitbeen
Scheenbeen
Borstbeen
Wervelkolom
Schouderblad
Sleutelbeen
Opperarmbeen
Schedel
Spaakbeen
Ellepijp
Dijbeen

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer uit...?
timer
0:15
A
502 botten
B
206 botten
C
351 botten
D
150 botten

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Naam 
Aantal wervels
timer
0:30
Heiligbeen
Lendewervels
Borstwervels
Nekwervels
Staartbeentje
7
12
5

Slide 14 - Question de remorquage

De wervelkolom bestaat uit 
  • 7 nekwervels, 
  • 12 borstwervels 
  • 5 lendenwervels. 
  • Heiligbeen
  • Staartbeentje
Het heiligbeen is een vergroeiing van 5 of 6 wervels. 
Bovenaan maakt het verbinding met het hoofd en onderaan met het bekken. Tussen de wervels bevinden zich tussenwervelschijven. 
De wervelkolom is een essentieel onderdeel van het lichaam. De wervelkolom stabiliseert de romp en geeft het vorm. Hierdoor kunnen wij onszelf rechtop houden. Daarnaast beschermt het het zenuwstelsel. Het ruggenmergkanaal (spinale kanaal) verloopt namelijk door de wervelkolom heen. Dit alles zijn precies de redenen waarom vervormingen en/of letsels aan de wervelkolom zulke grote gevolgen kunnen hebben.
 
Vanaf de zijkant bekeken heeft de wervelkolom een
S-vorm.

Een bocht naar voren,
de holling in de rug noemen we de lordose.


Een bocht naar achteren,
de bolling in de wervelkolom, noemen we kyfose.

De natuurlijke kromming moet zoveel mogelijk aanwezig blijven tijdens lichamelijke belastingen.



Lordose
Kyfose

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

rolgewricht 
scharnier gewricht
kogel gewricht
timer
0:15

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Beenverbindingen
Gewrichten
Er zijn 3 typen gewrichten:
  1. Kogelgewricht: beweging is mogelijk in verschillende richtingen
  2. Rolgewricht: bot draait in lengte-as om ander bot
  3. Scharniergewricht: beweging is in één richting mogelijk

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je lichaam beweegt door spieren en botten, maar hoe heten de scharnierpunten tussen 2 botten?
timer
0:15
A
gewrichten
B
scharnieren
C
vezels
D
pezen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spieren

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

NR. 3
A
Voorste kuitspier
B
Voorste dijspier
C
Voorste buikspier
D
Voorste scheenbeenspier

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spieren:
1. Maken beweging van botten mogelijk.
2. Zorgen ervoor dat er beweging is in je organen
(bijv. voedsel kneden in de maag).
A
1: waar 2: nietwaar
B
1: nietwaar 2: waar
C
beide nietwaar
D
beide waar

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Om de arm te
buigen moet je
A
de biceps aanspannen
B
de triceps aanspannen
C
de biceps ontspannen
D
de biceps en de triceps aanspannen

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De biceps en de
triceps zijn spieren
die bij bewegen
A
hetzelfde doen1 B het tegenovergestelde doen3 C hetzelfde doen
B
het tegenovergestelde doen
C
nooit samenwerken
D
niets met elkaar te maken hebben

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk afbeelding 1. Wat gebeurt er met de voet als spier P zich samentrekt?
Sleep het cijfer A of B naar de afbeelding.
k

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


Nr. 5
A
Kuitspier
B
Voorste scheenbeenspier
C
Achterste scheenbeenspier
D
Voorste kuitspier

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de juiste naam naar de juiste plek in het lichaam
timer
1:00
Borstspier

Armbuigspier (biceps)

Rugspier
voorste dijbeenspier
Armstrekspier (triceps)

Kuitspier


Buikspier
Achterste dijbeenspier (hamstring)
Scheenbeenspier

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel spieren heb je ongeveer?
timer
0:15
A
500
B
200
C
400
D
600

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zit er tussen een bot en een spier?
timer
0:15
A
Spierbundel
B
Spiervezel
C
Pees
D
Vlies

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de armbuigspier
samentrekt wordt hij:
timer
0:15
A
langer en dunner
B
langer en dikker
C
korter en dikker
D
korter en dunner

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een pees
timer
0:15
A
Een deel van een spier waarmee de spier aan het bot vastzit
B
Een onderdeel van een spiervezel
C
Een onderdeel van een spierbundel
D
Een onderdeel van het bottenstelsel

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De spieren
  • Lichaamshouding in stand houden
  • Beweging mogelijk maken
  • Vormgeven aan het lichaam
  • warmte opwekken.
  • Spierfunctie bij de bloedsomloop
  • De spieren kunnen korter en langer worden of juist een bepaalde lengte aanhouden.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions