Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Lidwoorden de het een
Vandaag leer je over
Lidwoorden
1 / 26
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Cette leçon contient
26 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
3 vidéos
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Vandaag leer je over
Lidwoorden
Slide 1 - Diapositive
begin A2
Slide 2 - Diapositive
Lidwoorden
Er zijn drie lidwoorden:
de, het, een.
De
en
het -> bepaald lidwoord.
een -> onbepaald lidwoord.
Slide 3 - Diapositive
Wanneer en waar?
Een lidwoord hoort
altijd
bij een zelfstandig naamwoord!
Het komt voor het zelfstandig naamwoord.
dieren de kat
dingen de pen, het papier
mensen de juf
Slide 4 - Diapositive
LET OP:
Alle meervouden (2 >) krijgen
de als lidwoord.
Bijvoorbeeld: de huizen
Slide 5 - Diapositive
LET OP:
Alle verkleinwoorden krijgen het als lidwoord.
Bijvoorbeeld: het huisje
Slide 6 - Diapositive
Let op:
Een lidwoord hoort
altijd
bij een zelfstandig naamwoord.
Maar:
Een zelfstandig naamwoord heeft
niet
altijd een lidwoord.
Bijvoorbeeld bij namen:
Bowie
Slide 7 - Diapositive
Zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord komt
altijd
ACHTER het lidwoord.
- De
computer
De = lidwoord. Computer = zelfstandig naamwoord
- Het
kopje
Het = lidwoord. Kopje = zelfstandig naamwoord.
- Een
vogelhuisje
Een = lidwoord. Vogelhuisje = zelfstandig naamwoord.
Lidwoord en zelfstandig naamwoord horen dus bij elkaar!!
Slide 8 - Diapositive
bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
lidwoord
Slide 9 - Question de remorquage
lidwoord
zelfstandig naamwoord
werkwoord
de
vogels
vliegen
Slide 10 - Question de remorquage
De
verkoper
Glimlacht
Werkwoord
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Slide 11 - Question de remorquage
Lidwoord
zelfstandig naamwoord
Een
aanrijding
op
de
snelweg
zorgt
meestal
voor
een
lange
file.
Plaats de lidwoorden en zelfstandig naamwoorden van de zin in de juiste kolom. Er blijven woorden over.
Slide 12 - Question de remorquage
Slide 13 - Vidéo
de
personen (de meeste woorden)
meervoud
vruchten, bomen, planten
cijfers en letters
namen van bergen en rivieren
Slide 14 - Diapositive
voorbeelden
de bakker, de buurman, de ober, de vrouw
de huizen, de stoeltjes, de kinderen
de appel, de eik, de roos
de twee, de x
de Rijn. de Mount Everest
Slide 15 - Diapositive
het
verkleinwoorden
talen, sporten,
namen van windrichtingen
woorden die eindigen op -um, -ment, -sel, - isme
woorden met 2 lettergrepen die beginnen met be-, ge-, ver-, ont
Slide 16 - Diapositive
voorbeelden
het bloempje, het jongetje
het Frans, het tennis
het noorden, het zuiden
het instrument, het kapsel, het museum, het communisme
het gebit, het ontbijt, het bewijs, het verstand
Slide 17 - Diapositive
eind A2
Slide 18 - Diapositive
Wat is een lidwoord?
de - het
Bepaald
lidwoord: de - het
het
papier,
de
pen
Leren
Slide 19 - Diapositive
Nog een soort
een
Onbepaald
lidwoord
bij alle woorden hetzelfde
een
pen,
een
papier
Slide 20 - Diapositive
Bepaalde lidwoorden
Onbepaald lidwoord
Er zijn twee bepaalde lidwoorden. DE, HET
Ze geven iets aan wat voor jou duidelijk is.
Er is één onbepaald lidwoord.
Het geeft iets algemeens aan.
Onbepaald lidwoord: EEN.
Slide 21 - Diapositive
voorbeelden
Ik wil
een
nieuwe telefoon kopen.
De
telefoon mag niet meer dan € 100 kosten.
Mag ik
een
pen lenen?
De
pen schrijft zwart.
Ik zie
een
meisje op straat.
Het
meisje huilt.
Slide 22 - Diapositive
10
Slide 23 - Vidéo
De-woorden
Namen van fruit en groenten
Namen van rivieren en bergen (LET OP: Het gebergte)
Namen van letters en cijfers
Namen van bomen en planten
Namen van transportmiddelen
Namen van dranken en vloeistoffen (Let op: Het water)
Woorden die eindigen op –heid, -ing, -teit, -nis, -ij (maar niet: het schilderij),-de, -te, -ie
Slide 24 - Diapositive
het-woorden
Namen van sporten en spelen:
Namen van talen en landen: Het Duits
Namen van windrichtingen: Het oosten
Namen van metaal en materialen: Het hout, het lood
Zelfstandige werkwoorden: het lezen, het lopen
Woorden die eindigen op: –isme, -ment en –sel: het kubisme, het schoeisel, het isolement
Woorden met twee lettergrepen die beginnen met be-, ge-, ver- en ont- : het begrip, het gebaar, het verhaal, het ontstaan
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Vidéo
Plus de leçons comme celle-ci
Lidwoorden de het een
December 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Lidwoorden de het een
December 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Lidwoorden de het een
May 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Ma 19 dec Lidwoorden en zelfstandige naamwoorden
May 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Ma 19 dec Lidwoorden en zelfstandige naamwoorden
May 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
lidwoorden en zelfstandig naamwoord
February 2025
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Ma 19 dec Lidwoorden en zelfstandige naamwoorden
April 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Lidwoorden
May 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1