Hoofdletters en aanhalingstekens 2

H5 Spelling
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H5 Spelling

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
- Herhaling hoofdletters/kleine letters
- Herhaling/uitleg aanhalingstekens
- Zelfstandig werken

- Start werkwoordspelling H5 

Slide 2 - Diapositive

hoofdletter/kleine letter?
Met Pasen/pasen ben ik vrij. Ik ben van plan om op Paasmaandag paasmaandag te gaan picknicken. 

Slide 3 - Diapositive

tussenvoegsel achternamen
Eline van Maanen
E. van Maanen
mevrouw Van Maanen

Jurian van den Akker
J. van den Akker
de heer Van den Akker

Slide 4 - Diapositive

'Aanhalingstekens'
-directe rede/citaten
-titels
-als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis.

Slide 5 - Diapositive

Voorbeeld 1
'Merel, wil jij vanavond op Sam passen als wij bij de familie Van Leersum zijn?', vroeg haar vader.

'Merel,' vroeg vader, 'wil jij vanavond op Sam passen als wij bij de familie Van Leersum zijn?' 

Vader vroeg Merel of zij vanavond op Sam wil passen. 

Slide 6 - Diapositive

Voorbeeld 2
Lente vroeg zich af: hoe kom ik onder dit afspraakje uit?


'Hoe kom ik onder dit afspraakje uit?', zei Lente tegen haar vriendin. 

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld 2
Lente vroeg zich af: hoe kom ik onder dit afspraakje uit?
-> gedachten

'Hoe kom ik onder dit afspraakje uit?', zei Lente tegen haar vriendin. 
-> directe rede 

Slide 8 - Diapositive

Je gebruikt aanhalingstekens bij titels
-'Kruistocht in spijkerbroek' is echt een heel leuk boek.
-Ik raad je aan om de filmserie 'Star Wars' eens te kijken.
-Heb jij het boek 'Spijt' wel eens gelezen? 

Slide 9 - Diapositive

Werkwoordspelling

Slide 10 - Diapositive

Wanneer zal het feest losbarsten?
A
losbasten = pvtt
B
losbarsten = infinitief

Slide 11 - Quiz

Ouders behoeden hun kinderen graag voor narigheid
A
behoeden = infinitief
B
behoeden = pvtt

Slide 12 - Quiz

Gisteren [........] er veel grote vliegtuigen op Schiphol.
A
lande
B
landden
C
landen
D
landde

Slide 13 - Quiz

Gisteren landden veel vliegtuigen op Schiphol.
A
landden = pvtt
B
landden = infinitief
C
landden = pvvt

Slide 14 - Quiz

De vergoede schade.
A
vergoede = pvtt
B
vergoede = bijvoeglijk naamwoord
C
vergoede = pvvt

Slide 15 - Quiz

Joël stond per ongeluk tegen de gewitte muur.
A
gewitte = pvtt
B
gewitte = infinitief
C
gewitte = pvvt
D
gewitte = bijvoeglijk naamwoord

Slide 16 - Quiz

Voor de pauze werd de operazangeres nog [..........].
A
uitgejoeld
B
uitgejoelt
C
uitgejoelden
D
uitgejoelen

Slide 17 - Quiz