Spelling H5 hoofdletters en aanhalingstekens

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Goedemorgen

Fijn dat jullie er zijn! 

Maak een twee verschillende zinnen met deze twee verschillende werkwoorden:
1. Verlichte
2. Verlichtte

Maak een twee verschillende zinnen met deze twee verschillende werkwoorden:
1. Vermelden
2. Vermelde

Let op: 

geen hoofdletter

• Bij samenstellingen met religieuze feestdagen: paasmaandag, kerstvakantie.
• Bij religies, stromingen en afleidingen daarvan: christendom, islamieten.
• Bij windstreken: het oosten, zuidwest.
• bij namen van seizoenen, maanden en periodes: herfst, november, de ijstijd.

Aanhalingstekens

Directe rede: gedachte of uitspraak van een spreker.

• ‘Wil jij de vaatwasser even uitruimen?’, vroeg Iris aan haar zus.
• ‘Ik ga vanavond vroeg naar bed’, kondigde Pieter aan.
• De heer Van Engelen vroeg aan een voorbijganger: ‘Weet u waar het station ligt?’

Aanhalingstekens

Indirecte rede: iemands woorden/gedachten worden niet letterlijk gezegd.

• De heer Van Engelen vroeg aan een voorbijganger of hij wist waar het station was.
• Lente vroeg zich af: hoe kom ik onder dit afspraakje uit?
  

'Deze moet je hebben', zei de man.

1. Directe rede
2. Indirecte rede

'Deze broek staat u fantastisch', zei de verkoper.

1. Directe rede
2. Indirecte rede

Het meisje vroeg of zij vandaag een uurtje eerder weg mocht.

1. Directe rede
2. Indirecte rede

Het meisje vroeg: 'Mag ik vandaag een uurtje eerder weg?'

1. Directe rede
2. Indirecte rede

Aan de slag

Maak in de online methode:

H4 spelling ‘meer lastige werkwoordsvormen’: opdr. 5

H5 spelling ‘hoofdletters en aanhalingstekens’: opdr. 1 en 2