Les 2: doelen van skelet spieren en weefsels

Planning
Terugkoppeling
Doelen voor vandaag
Functie van Skelet
Spieren.
Werken in portal!


1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Planning
Terugkoppeling
Doelen voor vandaag
Functie van Skelet
Spieren.
Werken in portal!


Slide 1 - Diapositive

Het Skelet
Schedel         
Wervelkolom
Borstkas
Bekken
                                Benen
Ledematen
                                Armen
Schedelbotten (22)
Boven- en Onderkaak
Wervels
Ribben
Borstbeen
Een aantal Wervels
Heupbeenderen
Schaambeen
Dijbeen
Kuitbeen
Scheenbeen
Knieschijf
Opperdijbeen
Ellepijp
Spaakbeen
206 Botten in een volwassen

Slide 2 - Diapositive

Botverbinding
1. Vergroeiing

2.Naadverbinding

3. Kraakbeenverbinding

4 Gewricht
1
2
4
3
Het lijkt alsof je één bot ziet, maar in werkelijkheid zijn het meerdere botten. De afzonderlijke botten kunnen niet bewegen ten opzichte van elkaar. Een voorbeeld hiervan is het heiligbeen. Dit zijn eigenlijk 5 wervels die aan elkaar zijn vergroeid tot een bot.
De botten zitten aan elkaar vast. Tussen de botten zie je een naad. De botten kunnen niet bewegen. In de schedel zijn meerdere botten aan elkaar gegroeid maar blijf je de naden zien. Het blijven dus afzonderlijke botten.
Tussen de botten zit een laagje kraakbeen. Er kan beweging plaatsvinden tussen de botten. Denk aan het borstbeen en de ribben.
Tussen de botten zit een verbinding die voor een goede beweging zorgt. Een bekend gewricht is het kniegewricht. Er zijn verschillende soorten gewrichten. In de leertaak 'gewricht' komt dit verder aan bod.
Fontatellen (wit)
Wat is het nut van het hebben van fontanellen bij pasgeboren baby's? (meerdere antwoorden mogelijk)

Bij de ontwikkeling groeien de hersenen enorm snel. Door de fontanellen kan de schedel snel en goed meegroeien.

De schedeldelen kunnen dan nog bewegen waardoor het hoofdje wat kan krimpen. Handig bij de geboorte.

Slide 3 - Diapositive

Gewrichten
  1. Kogelgewricht
  2. Rolgewricht
  3. Schaniergewricht

Slide 4 - Diapositive

Skelet
Uit hoeveel botten bestaat jouw skelet?
A
106
B
206
C
176
D
236

Slide 5 - Quiz

Een ander woord voor botten is:
A
beenderen
B
een skelet
C
beenderstelsel
D
skelet stelsel

Slide 6 - Quiz


Soort gewricht
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
D
draaikogelgewricht

Slide 7 - Quiz

Welk gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht

Slide 8 - Quiz

Welk gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht

Slide 9 - Quiz

Welk type gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht

Slide 10 - Quiz

Wat is het meest bewegelijk gewricht?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht

Slide 11 - Quiz

De 4 functies
Wervelkolom
Doelen rood en oranje
Je beschrijft de functie van het skelet.
Doelen rood
Je beschrijft de bouw en functies van de wervelkolom.
Doelen wit
Je verklaart wat de functie is van onderdelen van het skelet en de verschillende botgroepen.
Doelen wit
Je beschrijft de bouw en functies van de wervelkolom.

Slide 12 - Diapositive

Benoem 2 skelet functies!

Slide 13 - Carte mentale

Functie van het Skelet
 Vorm
  • Beweging
  • Stevigheid
  • Bescherming
(alles in portal)

Slide 14 - Diapositive

Wat is géén functie van ons skelet?
A
Je skelet maakt je lichaam stevig
B
Je skelet zorgt ervoor dat we kunnen denken
C
Je skelet beschermt organen
D
Je skelet kan ervoor zorgen dat spieren groeien

Slide 15 - Quiz

Bescherming is een functie van een skelet. Welk orgaan krijgt bescherming van het skelet?
A
Nieren
B
Darmen
C
Longen
D
Lever

Slide 16 - Quiz

Welke functie van het skelet zie je het beste terug bij de schedel?
A
Het skelet geeft vorm aan het lichaam
B
Het skelet beschermt kwetsbare organen
C
Het skelet maakt het lichaam stevig
D
Het skelet zorgt dat het lichaam kan bewegen

Slide 17 - Quiz

Een functie van het skelet is beweging mogelijk maken.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

OOPS, arm uit de kom. Welke functie is nu het meest beperkt?( Wat kan mijn arm nu niet meer)
A
Vorm
B
Beweging
C
Bescherming

Slide 19 - Quiz

OOPS, ik ben plotseling 80 jaar oud. Welke functie is nu beperkt?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Vidéo

7
12
5

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo