AF TM3 Huid en huidstructuren

M1W1
huid en huidstructuren
TM module 3
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
AFPMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

M1W1
huid en huidstructuren
TM module 3

Slide 1 - Diapositive

 huid
LEERDOELEN...
  • Je vertelt uit welke lagen en structuren de huid en het onderhuids bindweefsel bestaan
  • Je beschrijft welke vijf functies de huid heeft
  • Je legt uit hoe haarzakjes, zweetklieren en nagels zijn opgebouwd en welke functie(s) ze hebben










Slide 2 - Diapositive

1.1
opbouw van de huid

Slide 3 - Diapositive

de opperhuid (epidermis) is aan de buitenkant te zien...
  • de hele opperhuid bestaat uit dekcellen
  • de opperhuid is niet overal even dik
  • de oorsprong is de kiemlaag
  • de uitgroei is de hoornlaag
1.1.1
opperhuid

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

de kiemlaag is een levende laag cellen, waaruit de huid wordt gevormd...
  • wanneer nieuwe cellen gevormd worden schuift de vorige een rij omhoog (migratie)
  • tijdens migratie worden kiemcellen steeds platter

1.1.1
opperhuid
kiemlaag

Slide 6 - Diapositive

de kiemlaag is een levende laag cellen, waaruit de huid wordt gevormd...
  • kiemcellen maken hoornstof (keratine), dit is waterafstotend
  • in de kiemlaag liggen ook andere cellen...

1.1.1
opperhuid
kiemlaag
kiemcel

Slide 7 - Diapositive

de kiemlaag is een levende laag cellen, waaruit de huid wordt gevormd...
  • een witte bloedcel checkt op ziektekiemen
  • de huidpigmentcel zorgt voor pigment (melanine)
  • een zintuigcel voor de tast
1.1.1
opperhuid
kiemlaag
langerhans cel
(witte bloedcel)
pigmentcel
melanocyt
merkel cel
tastzintuig

Slide 8 - Diapositive

de hoornlaag is de meest oppervlakkige laag van de huid...
  • de celinhoud (kern, organellen) is verdwenen
  • de cellen zijn dood
  • de cellen zijn plat
1.1.1
opperhuid
hoornlaag
hoorncel
corneocyt

Slide 9 - Diapositive

  • talg en zweet houden de cellen bij elkaar
  • de opperhuid is licht zuur
  • huidbacteriën (huidflora) zorgen voor bescherming
  • wanner de cellen droog genoeg zijn schilferen ze af
1.1.1
opperhuid

Slide 10 - Diapositive

de lederhuid (dermis) verbindt de opperhuid met de vetlaag eronder...
  • het bevat bindweefsel met stevige en rekbare vezels in elkaar gevlochten
  • hierdoor is de lederhuid stevig en rekbaar
1.1.2
lederhuid

Slide 11 - Diapositive

de lederhuid bevat verder...
  • bloedvaten
  • lymfevaten
  • gevoelszenuwen
  • haarwortels met talgklieren
  • zweetklieren
  • witte bloedcellen
1.1.2
lederhuid

Slide 12 - Diapositive

de onderhuids bindweefsel (hypodermis of subcutis) bevat...
  • bloedvaten
  • vet
1.1.3
onderhuids bindweefsel

Slide 13 - Diapositive

1.2
taken van de huid

Slide 14 - Diapositive

de huid biedt bescherming tegen...
  • vocht van buitenaf
1.2.1
beschermen

Slide 15 - Diapositive

de huid biedt bescherming tegen...
  • ziekteverwekkers
  • de huid heeft nuttige bacteriën die daarvoor zorgen (huidflora)
  • talg maakt de huid licht zuur
1.2.1
beschermen

Slide 16 - Diapositive

de huid biedt bescherming tegen...
  • bijtende stoffen
1.2.1
beschermen

Slide 17 - Diapositive

de huid biedt bescherming tegen...
  • beschadigingen als krassen
  • de opperhuid heeft geen bloedvaten
  • de opperhuid heeft een slijtfunctie
1.2.1
beschermen

Slide 18 - Diapositive

de huid biedt bescherming tegen...
  • zonlicht (uva, uvb)
  • pigmentcellen maken pigmentkorrels (melatonine), die de celkern beschermt tegen zonlicht
1.2.1
beschermen

Slide 19 - Diapositive

de huid biedt bescherming tegen...
  • uitdroging
1.2.1
beschermen

Slide 20 - Diapositive

om af te koelen...
  1. bloedvaatjes onder de huid zetten uit
  2. veel warmte wordt afgegeven
  3. haarspiertje is ontspannen
  4. zweetklier maakt zweet
1.2.2 regelen van de lichaamstemperatuur
1
2
3
4

Slide 21 - Diapositive

om op te warmen...
  1. bloedvaatjes onder de huid krimpen in
  2. weinig warmte wordt afgegeven
  3. haarspiertje is gespannen
  4. zweetklier maakt geen zweet
1.2.2 regelen van de lichaamstemperatuur
4
3
1
2

Slide 22 - Diapositive

in de huid liggen veel ontvangende uiteinden van gevoelszenuwen (zintuigen)...
  • voor tast
  • voor druk
  • voor temperatuur
  • voor pijn
1.2.3 ontvangen van gevoelsinformatie

Slide 23 - Diapositive

vitamine D helpt het kalk gehalte in bot te vergroten...
  • door zonlicht wordt uit cholesterol een inactieve vorm gemaakt
  • een enzym zet het om tot actief vitamine d
1.2.4
vorming van vitamine D

Slide 24 - Diapositive

de huid heeft (beperkt) het vermogen stoffen op te nemen...
  • zoals een medicijnpleister
  • bloedvaten in de lederhuid nemen de stoffen op
1.2.5 opnemen en uitscheiden van stoffen

Slide 25 - Diapositive

de huid kan stoffen uitscheiden, namelijk zweet (transpiratie)...
  • in zweet zit water (99%), zouten en geurstoffen
1.2.5 opnemen en uitscheiden van stoffen

Slide 26 - Diapositive

wondgenezing is het zichzelf herstellend vermogen van de huid bij beschadigingen...
  • dekcellen delen relatief snel
  • belangrijk om infectie te voorkomen
1.2.5 opnemen en uitscheiden van stoffen

Slide 27 - Diapositive

1.3
bij de huid horende organen

Slide 28 - Diapositive

haren maken onderdeel uit van de huid...
  • de opperhuid vormt een zakje (follikel)
  • het haar groeit vanuit de haarpapil, het onderste puntje van de haarwortel
1.3.1
haren

Slide 29 - Diapositive

  • in de haarpapil zitten de pigmentcellen om het haar kleur te geven
  • elke haar heeft een talgklier, dat een vette stof (talg) maakt
  • talg voorkomt uitdroging en infecties
  • elke haar heeft een spier

1.3.1
haren

Slide 30 - Diapositive

bij een nagel is een deel  te zien...
  • dat heet nagellichaam (het zijn verhoornde dekcellen)
  • dat rust op het nagelbed (bindweefsel)
  • de nagelriem scheidt de nagel van de huid
1.3.2
nagels

Slide 31 - Diapositive

zweetklieren zijn buisvormige kliertjes die in de lederhuid zitten...
  • in een gekronkeld buisje wordt zweet gemaakt
  • zweet wordt afgegeven aan de huid (kleine klier, waterig zweet) of aan het haar (grote klier, vettig zweet)
1.3.3
zweetklieren

Slide 32 - Diapositive