Unit 2: Week 4

Unit 2: week 4
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Unit 2: week 4

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 1
lesdoelen 

Je kunt vertellen met wie je op reis gaat
Je kunt vertellen wat je gaat doen 



Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 1

Bedenk vijf dingen die je leuk vindt om te doen.
Bedenk vijf personen met wie je graag daar naar toe zou gaan.
Bedenk vijf manieren van reizen.
Bedenk vijf plaatsen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het schema in met de woorden
Waarheen?
Met wie? 
Hoe? 
Activiteit? 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijk naar de volgende zinnen. Schrijf de zinnen over in je schrift geef de verschillende zinsdelen de juiste kleur.

  • Ik ga met mijn moeder met de bus naar de stad om te shoppen.
  • Ik ga met mijn vrienden met de auto naar het centrum om te gamen.
  • Ik ga met mijn opa met de fiets naar de stad om te winkelen. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gebruik:



Ik ga    +    met wie    +    hoe    +    waarheen   +   om te +   activiteit

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zinnen maken 
Gebruik de woorden uit je schema om vijf zinnen te maken op dezelfde manier als in de vorige slide. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordenlijst aanvullen
Personen
Plekken 
Activiteiten

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Extra: Bekijk het filmpje
In het filmpje hoor je verschillende zinnen met 'om te'. Luister goed naar de zinnen en maak zelf acht zinnen op dezelfde manier. Je mag hiervoor alle woorden gebruiken die je kent, ook uit vorige units!


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 2 
lesdoelen: 

Praten over wat je gaat doen
Lezen en schrijven over richtingen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weet je nog?



Ik ga    +    met wie    +    hoe    +    waarheen   +   om te +   activiteit

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 1 
Kijk naar de afbeeldingen op de volgende pagina. Maak zinnen met de onderstaande constructie.

1. Ik ga met _______ met ________ naar __________ om te _______
2. Ik ga met _______ met ________ naar __________ om te _______
3. Ik ga met _______ met ________ naar __________ om te _______

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


1. 


2. 


3. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 2
Je gaat met je medestudent over de foto's op de pagina praten. Vertel waar je naartoe gaat en met wie. Gebruik constructies met 'om te'. Je krijgt 10 minuten om het gesprekje te oefenen. Daarna doe je je gesprek voor de klas. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 3
Zet de zinnen in de goede volgorde.

1. met mijn moeder / ik / om te / winkelen / met de auto / ga / naar de stad
2. met de fiets / wij / naar school / leren / gaan / om te
3. met jouw ouders / om te / te voet / jij / naar een restaurant / gaat / eten.
4. om te / mijn vader / met de trein / werken / naar zijn werk / gaat / alleen
5. gaat / met mij / om te / met de fiets / mijn vriend / naar de sportschool / sporten

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees de tekst en teken de route. 
Chantal loopt in het Noordelijk plantsoen met haar hond. Ze gaat met haar oma naar de Grote Markt om te shoppen. Ze heeft daar om half drie afgesproken. Ze heeft veel tijd over, dus gaat ze nog een stuk wandelen. Ze loopt rechtdoor totdat ze bij een stoplicht komt. Daar gaat ze rechtsaf. Daarna neemt ze de eerste straat rechts. Op het kruispunt stopt ze om koffie te drinken. Ze loopt verder tot aan het water. Daar slaat ze linksaf. Ze loopt langs het water. Aan de linkerkant ziet ze de Stadsschouwburg. Daar gaat ze vaak heen om naar een toneelstuk te kijken. Ze loopt verder totdat ze een brug ziet aan haar rechterkant. Ze gaat over de brug en slaat gelijk rechts af. Ze neemt de derde straat links. Daar kan ze de Martinitoren al zien. Ze loopt rechtdoor naar de grote markt. Haar oma staat al te wachten!

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 4.1
Je gaat een goede vriendin rondleiden door Groningen. Schrijf een instructietekst waarin je jouw vriendin langs alle bezienswaardigheden stuurt. Test je tekst door je buurman de tekst te laten lezen en de route te laten tekenen. 


Slide 19 - Diapositive

Handout met kaart in map week 4 
Opdracht 4.1 (andere optie)
Zoek online een goede map van een stad. Schrijf een instructietekst waarin je jouw vriendin/vriend langs alle bezienswaardigheden stuurt. Test je tekst door je buurman/buurvrouw de tekst te laten lezen en de route te laten tekenen. 


Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 4.2
Schrijf een rondleiding door de stad waarin je langs 2 bezienswaardigheden gaat. Begin bij het stoplicht.


Test je tekst door je buurman de tekst te laten lezen en de route te laten tekenen. 


Slide 21 - Diapositive

Handout met kaart in map week 4 
Les 3 
Je leert werken met de ov9292 app
Je kan een routebeschrijving maken aan de hand van een reisadvies

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 1
  • Open de website van ov9292
  • Je gaat drie reizen maken: 

  1.  van huis naar diergaarde Blijdorp
  2.  van school naar Schiphol
  3. van station Eindhoven centraal naar voetbalstadion de Kuip in Rotterdam 

Gebruik de website om een reisadvies maken. Presenteer je reisadvies aan de klas. 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

En nu met z'n allen!

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions