Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Bier kost 3 euro. Wijn kost 4,5 euro. Je gaat samen met een vriend/vriendin wijn en/of bier kopen. Samen hebben jullie 18 euro bij. Welke ongelijkheid hoort hier bij?
A
4,5b+3w≤18
B
4,5b−3w≤18
C
3b+4,5w≤18
D
3b−4,5w≤18
Slide 2 - Quiz
Bier kost 3 euro. Wijn kost 4,5 euro. Je gaat samen met een vriend/vriendin wijn en/of bier kopen. Samen hebben jullie 18 euro bij. Teken de ongelijkheid in een assenstelsel en geef alle mogelijke gedronken drankjes weer. (Denk aan alle stappen)
Slide 3 - Question ouverte
Je hebt honger en je hebt nog 5 euro. Je wilt wortels en komkommers halen. Wortels kosten 1 euro. Een komkommer kost 1,25 euro.
Geef de ongelijkheid die je hierbij kan opstellen.
Slide 4 - Question ouverte
Na 4 weken staat er 107 euro op de spaarrekening. Hoeveel stond er in het begin op de rekening?
Slide 5 - Question ouverte
Wat is de gemiddelde verandering in de eerste 2 dagen?
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Question ouverte
Stel een formule op van de lijn l die gaat door de punten (2,4) en (5,10)
Paragraaf 2.1
Slide 8 - Question ouverte
Los de vergelijking op, rond je antwoord af op 2 decimalen
Paragraaf 2.5
Slide 9 - Question ouverte
Dit was herhaling
H8 + oudere belangrijke opgaven
Geef in je planner weer wat je nog echt lastig vind.