Taalverzorging 479 les 7

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Taalverzorging

Taalverzorging

Grammatica

Spelling

Formuleren

Taalbewustzijn (taalfeitjes)

Bespreken huiswerk

Schrijf deze zin op:

Ik heb mijn overbuurman vorige week een chocoladereep met karamel gegeven.

Ontleed de zinnen

persoonsvorm

werkwoordelijk gezegde

onderwerp

zin in zinsdelen verdelen

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Ontleed de zinnen

werkwoord

lidwoord

zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

voorzetsel

persoonlijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

werkwoorden

Een werkwoord kan in verschillende vormen in je zin terugkomen:

brengen > infinitief (hele werkwoord)

bracht > verleden tijd (of in een andere tijd)

gebracht > voltooid deelwoord

Zelfstandig werkwoord

Belangrijkste werkwoord in de zin.

Hulpwerkwoord

Meer dan één werkwoord? Alles wat geen zelfstandig werkwoord is, is hulpwerkwoord!

Werkwoorden

Ik heb gisteren een verhaal verteld.

heb / verteld

Welk werkwoord is belangrijker?

Persoonlijk voornaamwoord

Verwijst naar een persoon of een groep mensen zonder een naam te noemen. 

Bezittelijk voornaamwoord

                 Geeft een bezit aan. 

                                  Heb je jouw fiets op slot gezet?

       je: persoonlijk

         jouw: bezittelijk

Maken

Maak uit je B-werkboek van blz. 14 en 15

opdracht 7 en 8