5.3 . Het Einde van de Koude Oorlog 2324

H5 De Koude Oorlog
A De Sovjet-Unie verandert
B Het jaar 1989
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

H5 De Koude Oorlog
A De Sovjet-Unie verandert
B Het jaar 1989

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning

  • Herhalen H5 
  • Uitleg 5.3A+B
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Diapositive

Na de Tweede Wereldoorlog was er al snel een nieuwe vijand voor de VS. Wat was de nieuwe vijand van de VS?
A
het kapitalisme
B
het liberalisme
C
het socialisme
D
het communisme

Slide 3 - Quiz

Het opstellen van vijfjarenplannen hoort bij...
A
communisme
B
de planeconomie
C
kapitalisme
D
zuiveringen

Slide 4 - Quiz

Vraag en aanbod bepalen hoeveel nieuwe IPhones er gemaakt worden.
A
Planeconomie
B
vrijemarkteconomie
C
vrije economie
D
slimme economie

Slide 5 - Quiz

Kapitalisme
Kennedy
NAVO
Zuid-Korea
Communisme
Chroesjtsjov
Noord-Korea
Warschaupact
Zuid-Vietnam
Noord-Vietnam
Cuba
Trumanleer

Slide 6 - Question de remorquage

Wat is een wapenwedloop?
A
Strijd wie het snelst een oorlog kan winnen.
B
Strijd wie het snelst gebieden kan veroveren.
C
Strijd wie de meeste en krachtigste wapens kan maken.
D
Een wedstrijd waar je heel hard moet lopen met wapens.

Slide 7 - Quiz

Welke uitspraak over de CUBACRISIS is juist? De Cubacrisis is:
A
de aanleiding voor de revolutie op Cuba.
B
de oorzaak van het invoeren van hervormingen in Cuba.
C
de reden voor militaire steun van de VS aan Cuba.
D
het gevolg van het plan om raketinstallaties op Cuba te plaatsen.

Slide 8 - Quiz

Wat is de dominotheorie?
A
Als 1 land Communistisch wordt, verspreid zich dat naar landen eromheen
B
Als 1 communistisch land verslagen wordt, dan valt de rest ook om
C
Dat Rusland geld geeft aan communistische landen om het kapitalisme tegen te gaan
D
Dit is dat de VS geld geeft aan landen om verspreiding van communisme tegen te gaan

Slide 9 - Quiz

Wat heeft NIETS met de Koude Oorlog te maken?
A
Politionele acties
B
Containmentpolitiek
C
Truman-doctrine
D
De Dominotheorie

Slide 10 - Quiz

1950
1959
1962
1964
1975
Korea oorlog
Cubacrisis
Vietnamoorlog
Cubaanse revolutie

Slide 11 - Question de remorquage

5.3A CRISIS IN DE SOVJETUNIE

Slide 12 - Diapositive

Leerdoelen/ bouwstenen

Je kan uitleggen hoe de volgende gebeurtenissen verlopen zijn: 
  1. Het 'nieuwe' communisme van Michael Gorbatsov
  2. De val van het Oostblok en de Berlijnse Muur
  3. De Duitse eenwording 

Slide 13 - Diapositive

Grote problemen
  • Planeconomie: voor bepaald aantal jaar vastleggen wat er geproduceerd moet worden (5 jaar in het geval SU)
  • Economisch gezien een rampzalig idee > Altijd tekorten, heel veel regeltjes en slechte kwaliteit producten > Veel armoede onder bevolking SU 

Gevolg> Veel onvrede onder de bevolking

Slide 14 - Diapositive

Gorbatsjov
1985: De Sovjet-Unie krijgt een nieuwe leider; Michail Gorbatsjov

Problemen in de Sovjet-Unie:
  • Mislukte planeconomie
  • Hoge kosten bewapening
  • Bestuur was te gesloten
  • Ontevreden bevolking (o.a. Estland, Letland, Oekraïne) 
  • geheim houden van de Tsjenobylramp  

Slide 15 - Diapositive

DE WAPENWEDLOOP 

De wapenwedloop met het Westen kostte de SU enorm veel geld. Geld wat er amper was door de falende planeconomie De SU kon de kosten van de wapenwedloop moeilijk opbrengen

De VS dreven de kosten voor de wapenwedloop nog verder op met Reagans Star Wars Program (SDI)

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

De hervormingen van Gorbatsjov  
  • PERESTROJKA ofwel economische hervormingen  
  • Einde wapenwedloop (=meer geld voor economie
  • GLASNOST ofwel meer openheid
  • Het bestuur werd democratischer. 
  • Niet langer greep de SU in als er onrust was in satellietstaten. 

Slide 18 - Diapositive

De gevolgen van deze hervormingen.
LET OP: Gorbatsjov wilde het communisme hervormen, niet afschaffen!  
Glasnost > meer openheid > mensen begonnen hun mening te geven > kritiek te uiten en overheid greep niet meer in. 
Perestrojka  > men mocht eigen bedrijfjes stichten, het westen werd gevraagd deze ontwikkeling te steunen.

Ronald Wilson Reagan was de 40e president van de Verenigde Staten van 1981 tot 1989. Reagan ging, na een carrière als filmacteur, in de politiek. 
Michail Sergejevitsj Gorbatsjov is een voormalig secretaris-generaal van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie van 1985 tot 1991 en president van de Sovjet-Unie van 1990 tot 1991.

Slide 19 - Diapositive

Wat is een gevolg van de hervormingen van Gorbatsjov?
A
De Sovjet-Unie word machtiger
B
De Sovjet Unie valt uit elkaar
C
De Vietnamoorlog
D
De Cubacrisis

Slide 20 - Quiz

Glasnost
Perestrojka
Wie zie je op de foto?

Kritiek op leiders mag

Meer privébezit

Particuliere winkels

Vrije kranten en tv-zenders

Meer openheid

Kleine markt-economie

Slide 21 - Question de remorquage

Welke bewering over de politiek van Gorbatsjov is juist?

Gorbatsjov wilde
A
afschaffing van het communisme.
B
hervorming van het communisme.
C
uitbreiding van de macht van de Sovjet-Unie.
D
versterking van de staatsbedrijven.

Slide 22 - Quiz



B. Het jaar 1989
De gevolgen van de politiek van Gorbatsjov waren voor Oost-Europa groot. 

Steeds vaker gingen mensen in communistische Oostbloklanden de straat op om te protesteren tegen de heersende dictators.

In 1989 valt de Berlijnse muur en worden en Oost- en West-Duitsland na ruim 40 jaar herenigd.

 

Slide 23 - Diapositive

Het Oostblok valt uiteen
  • Het verzet tegen de communistische dictatuur groeit steeds verder...
  • In het kader van glasnost nam de censuur af, burgers durfden meer te schrijven en wensen.
  • De partijleiding in de DDR wijst de glasnost en perestrojka > De bevolking van de DDR komt in opstand. 

Vóór Gorbatsjov  > hard militair optreden tegen anti communistische geluiden (DDR in '53, Polen en Hongarije in '56, Praagse Lente '68) 

  • Gorbatsjov: weigert militair in te grijpen in de DDR 


Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Gevolgen 
  • Val van de Muur (1989) 
  • Val van overige communistische regimes (Polen, Hongarije, Tsjechoslowakije etc)
  • Einde eenpartijstaat in SU > Sovjet-Unie wordt opgeheven (1991)  
  • Burgeroorlog in voormalig Joegoslavië

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Vidéo

Hereniging 

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

De Duitse hereniging 
  1. De bevolking groeit naar 79 miljoen inwoners
  2. De hereniging was een droom voor veel Oost-Duitsers
  3. De kosten om het  communistische Oost-Duitsland om te zetten naar het kapitalisme waren  hoog. 
  4. De belasting werd verhoogd.
  5. Prijzen van levensmiddelen en huren stijgen
  6. Sluiting van Oost-Duitse fabrieken leidde tot werkloosheid. 

Slide 31 - Diapositive

Helmut Kohl
  • In 1990 werd Duitsland weer één land. 
  • Velen maakten zich zorgen over een groot Duitsland.  Ze waren tenslotte al twee keer een oorlog begonnen? 
  • Duitsland speelt een belangrijke rol in de  Europese Eenwording. 
  • Helmut Kohl is bondskanselier tijdens de hereniging.

Slide 32 - Diapositive

Aan de slag! 
5.3A De Sovjet-Unie verandert + 5.3B Het jaar 1989 

Verplicht: 
Lezen: blz 66 en blz 68
Maken en nakijken:1, 2, 3, 5, 6bc, 7,

Keuze: Quizlet oefenen/ oefenen met Memo Max online

timer
15:00

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Lien

H5 De Koude Oorlog
C De Sovjet-Unie valt uiteen

Slide 35 - Diapositive

Lesplanning
  • Klassikaal lezen blz 70
  •  15 minuten zelfstandig werken
  • Kijken: In Europa 

Slide 36 - Diapositive

Lezen
Pak je boek erbij op blz. 70 

Let op met lezen, de beurt wordt doorgegeven...  

Slide 37 - Diapositive

5.3C Einde van de Sovjet-Unie
Je kan uitleggen welke gevolgen het uiteenvallen van de Sovjet-Unie had. 

Slide 38 - Diapositive

Einde van de Sovjet-Unie- 1991
  • Veel verschillende volken willen niet meer bij de Sovjet-Unie horen. Nationalisme komt sterk op in Oost-Europa
  • In 1991 houdt de Sovjet-Unie dan ook op te bestaan: grote delen van de Sovjet- Unie worden onafhankelijke landen, zoals Oekraïne, Wit-Rusland en Armenië, Estland, Letland, Lithouwen etc.
  • Het deel dat nog overblijft gaat verder als Rusland o.l.v. Boris Jeltsin.

Slide 39 - Diapositive

Gevolgen voor het Oostblok 
  • Communistische regimes komen ten val en worden democratisch. 
  • Het Warschaupact wordt opgeheven 
  • Oost-Europese landen worden lid van de  NAVO
  • 2004: Een aantal Oost-Europese landen wordt lid van de EU  

In 1991 breekt in Joegoslavië een bloedige burgeroorlog uit. 

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Vidéo

Welke leiders waren aan de macht ten tijden van de val van de Berlijnse Muur?
A
Chroetsjov en Kennedy
B
Stalin en Roosevelt
C
Reagan en Chroetsjov
D
Bush en Gorbatsjov

Slide 43 - Quiz

Welke bewering over de politiek van Gorbatsjov is juist? Gorbatsjov wilde:
A
afschaffing van het communisme.
B
hervorming van het communisme.
C
uitbreiding van de macht van de Sovjet-Unie.
D
versterking van de staatsbedrijven.

Slide 44 - Quiz


Hoe werden de ECONOMISCHE HERVORMINGEN in de SU in de tweede helft van de jaren '80 genoemd?
A
Glasnost
B
Nieuwe Economische Politiek
C
Perestrojka
D
Collectivisatie

Slide 45 - Quiz

GLASNOST was openheid over het bestuur van het land. Mensen kregen ook meer vrijheid om hun mening te uiten.
Welke politicus voerde deze hervormingen in?
A
Chroesjtsjov
B
Gorbatsjov
C
Brezjnev
D
Stalin

Slide 46 - Quiz

Welke gebeurtenis wordt meestal gezien als het einde van de Koude Oorlog?
A
De val van de Berlijnse Muur (november 1989)
B
De eenwording van Duitsland (oktober 1990)
C
Het einde van de Sovjet-Unie (december 1991)
D
De aanval op de Verenigde Staten (september 2001)

Slide 47 - Quiz

Welke staten zijn na het einde van de Koude Oorlog uiteengevallen?
A
de Sovjet-Unie en Duitsland
B
Joegoslavië en de Sovjet-Unie
C
Frankrijk en Hongarije
D
Hongarije en Italië

Slide 48 - Quiz

Aan de slag! 
5.3 Het einde van de Koude Oorlog


Verplicht: 
Lezen: Blz 70 de Sovjet-Unie valt uiteen
Maken en nakijken: 9 t/m 12 en 14 (blz 69/71)

Keuze:
Oefen met Quizlet. 
Test jezelf met Memo Online
timer
15:00

Slide 49 - Diapositive

Slide 50 - Vidéo

Slide 51 - Lien