De komma

De komma
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De komma

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk nakijken
  • In tweetallen
  • Gebruik het nakijkmodel 
  • 5 minuten --> klassikaal bespreken
  • Opdracht 2, 3 van spelling Blok 5

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek de fout...

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek de fout

Waar ontbreekt de komma?
 

Wat doet dit met de betekenis van de zin? 

Slide 4 - Diapositive

De komma ontbreekt in de titel. Het zou moeten zijn: 'Schiet op, Griekenland!'

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.

Bron: http://www.upcoming.nl/rick/657/16-hilarische-zinnen-met-vergeten-leestekens

Zoek de fout 

Waar ontbreekt de komma?

Wat doet dit met de betekenis van de zin?

Slide 5 - Diapositive

De komma ontbreekt in de volgende zin:
'Ben je minimaal 15 jaar beschikbaar op twee avonden en op zaterdag.'
 
De komma moet achter '15 jaar'. Zo dus: Ben je minimaal 15 jaar, beschikbaar op twee avonden en op zaterdag?

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.


Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom je een komma plaatst in een zin.
  • Je kunt uitleggen wanneer je een komma plaatst en hierbij vijf situaties noemen. 
  • Je kunt in een zin herkennen of/waar een komma geplaatst moet worden.
  •  Je kunt een zin schrijven waarin je juist gebruik maakt van een komma. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom gebruik je een komma?
  • Zodat de zin kloppend is. 
  • Om tijdens het lezen een korte pauze in te lassen voor de lezer. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gebruik je een komma? 
situaties

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tussen twee persoonsvormen in een zin die niet bij elkaar horen.

Als het goed is, komt Lindsey zo.

Toen ik naar school liep, zag ik een bankoverval. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tussen bijvoeglijke naamwoorden 


Wat heb jij een leuke, vrolijke lach.
 
Wat een grote, slimme meid is ze geworden. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Tussen de delen van een opsomming in een zin. 
Als er tussen de laatste twee delen een voegwoord staat (en of of), schrijf je geen komma.

Wil je koffie, thee of iets anders?

Ik werk op maandag, dinsdag en vrijdag.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor een signaalwoord
Ik sta morgen vroeg op, als ik goed slaap.

Ik moet gaan slapen, maar ik ben nog niet moe. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als iemand met zijn naam wordt aangesproken.

Jeroen, kom je zo?

Anne, wil je het touw even aangeven?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gebruik je een komma?
  • Tussen werkwoorden die niet bij hetzelfde gezegde horen
  • Tussen bijvoeglijke naamwoorden
  • Bij een opsomming
  • Voor signaalwoorden
  • Na een naam, aanhef of uitroep

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag 
  • Zelfstandig
  • In stilte
  • 10 minuten
  • Vraag? Bekijk de theorie in boek. 
  • Klaar? Opdracht 1 en 2 (blz. 230-231)
  • Opdracht 4 (blz. 229)

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Check leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom je een komma plaatst in een zin.
  • Je kunt uitleggen wanneer je een komma plaatst en hierbij vijf situaties noemen.
  • Je kunt in een zin herkennen waar de komma geplaatst moet worden.
  •  Je kunt een zin schrijven waarin je juist gebruik maakt van een komma. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom plaats je een komma in een zin?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer plaats je een komma in de zin? Noem vijf redenen

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Herschrijf de volgende zinnen en plaats de komma op de juiste plek. 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik heb dat T-shirt in het rood groen geel en zwart gekocht

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je morgen niet langs komt hoef ik je nooit meer te zien.

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Jasper mag ik het zout?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De komma's in onderstaande zin zijn juist geplaatst.
'Die vervelende, saaie, en lange les was gelukkig snel voorbij.'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De komma's in onderstaande zin zijn juist geplaatst.
'Deze les duurt veel te lang, maar na dit uur zijn we uit.'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Twee dingen die je hebt geleerd tijdens deze les:

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions