Weerkunde - Hoofdstuk 2: Samenstelling en gelaagdheid van de atmosfeer

• natuurkunde
• HBO
• Studiejaar 3

Weerkunde - Hoofdstuk 2

Bijeenkomst 2 | 2022-2023
Theorie | Voltijd & deeltijd
Jelle Jagtenberg | Anne Hazenberg

Leerdoelen

Kennisdoelen:

Je kent de volgende vakinhoudelijke concepten en je bent in staat eenvoudige opgaven te maken over:
-    Samenstelling en gelaagdheid van de atmosfeer.

Wat zie je?
Wat denk je daarbij?
Wat kun je je nu afvragen?

a) Hoe heet de onderste laag van de atmosfeer?

Samenstelling en gelaagdheid van de atmosfeer. 

b) Welke hoogte bereikt de troposfeer?

c) Wat is de gemiddelde temperatuurgradiënt van de troposfeer?

De uitstraling van de aarde wordt steeds minder naarmate je hoger komt, hierdoor neemt de temperatuur af. 

Let op:

pV=nRT

p=rho*T

minder luchtdeeltjes hoeft niet te betekenen dat de temperatuur lager is. Een lagere druk en een lagere dichtheid kan eenzelfde temperatuur kunnen veroorzaken. 

d) Hoe heet de bovengrens van de troposfeer?

e) Beschrijf in woorden wat er met de temperatuur gebeurt in de stratosfeer.

f) Verklaar deze temperatuurwijziging.

g) Verklaar waarom er meer stof blijft hangen in de stratosfeer.

Paar leuke feitjes over de troposfeer: 

- Dit is de onderste laag van de atmosfeer waar vrijwel alle weersverschijnselen optreden.

- De troposfeer bevat ongeveer 80 procent van de totale luchtmassa van de hele atmosfeer.

h) Verklaar waarom de stofdeeltjes in de troposfeer minder lang aanwezig zullen zijn dan in de stratosfeer.

i) Hoe heet de bovengrens van de stratosfeer?

j) Hoe heet de laag boven de stratopauze?

k) Beschrijf in woorden wat er met de temperatuur gebeurt in de mesosfeer.

l) Hoe heet de bovengrens van de mesosfeer?

m) Hoe heet de laag boven de mesosfeer?

n) Beschrijf in woorden wat er met de temperatuur gebeurt.

o) De mesosfeer en de thermosfeer lijken in sommige opzichten op elkaar. Samen worden deze twee lagen vaak de ionosfeer genoemd. Weet je waarom?

p) De geladen deeltjes komen niet overal evenveel voor. Er zijn vier lagen in de ionosfeer waarin veel van deze ionen zitten. Ze worden aangegeven met letters. Zo is er de D-, E-, F1- en F2-laag. Voor de mens zijn deze lagen van geladen deeltjes heel handig. Waar wordt dit voor gebruikt?

q) De ionosfeer is ’s nachts veel geringer aanwezig. Waar kan dat door komen?

r) Er gebeurt nog veel meer in de ionosfeer. Wat zie je in de afbeelding in de ionosfeer plaatsvinden?

s) Op een hoogte van ongeveer 400 kilometer houdt de ionosfeer op. Hoe heet de bovengrens van de thermosfeer?

t) De bovenste laag heet de exosfeer. De zwaartekracht is hier heel zwak. Wat zal hier het gevolg van zijn?

Waarom is de hoeveelheid waterdamp aan de polen veel geringer dan in de tropen?

Waterdamp het belangrijkste gas voor het weer. 

Kan energie geven aan de lucht (latente warmte) waardoor lucht kan opstijgen. 

Energie van een orkaan komt van waterdamp. 

Huiswerk

Opgave 1 t/m 7

Leerdoelen

Kennisdoelen:

Je kent de volgende vakinhoudelijke concepten en je bent in staat eenvoudige opgaven te maken over:
-    Samenstelling en gelaagdheid van de atmosfeer.

Waarom is het geluk deze Lessonup uit te voeren?

https: