wederkerende werkwoorden

Wederkerende werkwoorden
Ik was ME
Hij/zij wast ZICH
Jij wast JE
U wast ZICH
Jullie wassen JE
Zij wassen ZICH
Wij wassen ONS
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
WerkwoordenISK

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Wederkerende werkwoorden
Ik was ME
Hij/zij wast ZICH
Jij wast JE
U wast ZICH
Jullie wassen JE
Zij wassen ZICH
Wij wassen ONS

Slide 1 - Diapositive

Welke wederkerende voornaamwoorden ken je?

Slide 2 - Carte mentale

Hij meldt ... aan.
Ik meld ... aan.
Jullie melden ... aan. 
Wij melden ... aan. 
Lisa meldt ... aan.
Meld jij ... aan?


ons
zich
me
je
zich
je

Slide 3 - Question de remorquage

Haast ... !
Waarom haasten wij .... zo?
Ik haast ... niet.
Haast jij ... nooit? 
De dames haasten ... 
Valentina haast ... nooit.


ons
zich
me
je
zich
je

Slide 4 - Question de remorquage

Ik                                            nooit!

Ali                                           nooit!

Jullie                                         nooit!
verveel
verveelt
vervelen
je
zich
me

Slide 5 - Question de remorquage

Waar erger jij ... aan?
A
me
B
zich
C
je
D
ons

Slide 6 - Quiz

De kat wast ... iedere dag.
A
me
B
zich
C
je
D
ons

Slide 7 - Quiz

Hoe vaak scheren jullie ...?
A
me
B
zich
C
je
D
ons

Slide 8 - Quiz

Wij schamen ... vreselijk.
A
me
B
zich
C
je
D
ons

Slide 9 - Quiz

Ik vergis ... nooit!

Slide 10 - Question ouverte

Hij verbaast ..... over de som.

Slide 11 - Question ouverte

Vervelen jullie ... heel erg?

Slide 12 - Question ouverte

Ik vind wederkerende werkwoorden...
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Sondage