Paragraaf 7.4 collectieve arbeidsovereenkomst

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Werk en bedrijf

7.4 collectieve arbeidsovereenkomst (CAO)

Leerdoelen

- Je kan uitleggen wat een cao is

- Je kan aangeven welke afspraken worden vastgelegd in cao's

Wat weet je nog van de vorige les?

Ff herhalen...

Voordat we verder gaan, moeten we eerst checken wat we nog van de vorige les(sen) weten...

Hoe noemen we de voorwaarden waar de rechten en plichten in beschreven staan van een individuele arbeidsovereenkomst?

Wat betekent een opzegtermijn?

Kan je proeftijd vroegtijdig worden afgebroken?

En dan nu verder...

0

CAO

Een CAO wordt gemaakt door een werknemersorganisatie (vakbond)

en een werkgeversorganisatie.

De arbeidsvoorwaarden:

• in de cao moeten voldoen aan de wet. 
• in de individuele arbeidsovereenkomst moeten voldoen aan de cao en de wet.

cao

In een CAO staan afspraken over de arbeidsvoorwaarden voor iedereen die in een bepaalde bedrijfstak werkt. Zoals: 

• De bouw
  
• De horeca
  
• Basisonderwijs
  
• Voortgezet onderwijs
  
• Gehandicaptenzorg

cao

In een cao staan regels over onder andere:

• de omschrijving van de functie 
• het loon 
• extra beloningen 
• overwerk en onregelmatige werktijden 
• vakantie en verlof 
• de arbeidstijden 
• scholing en studie

De vakbond

De vakbond komt op voor de belangen van werknemers en onderhandelt met werkgevers over de CAO en voorwaarden.

cao en loon

Het loon van de meeste werknemers wordt bepaald door:

• de functie van de werknemer 
• de loonschaal die bij deze functie hoort  

Werknemers kunnen informatie krijgen over een cao:

• bij hun eigen bedrijf (de personeelsafdeling) 
• bij hun vakbond

Om welke reden wordt er een cao afgesloten?

1. Om wettelijke regelingen over werk niet te hoeven naleven
2. Om afspraken te maken voor alle werknemers in een bedrijfstak
3. Om afspraken te maken voor alle werknemers in een bedrijfskolom
4. Om te zorgen dat werknemers geen rechten meer hebben in bedrijven

Stelling I: Loonschalen kunnen worden opgesteld door de werkgever.
Stelling II: Door de loonschalen weet iedere medewerker wat hij nu verdient en later.
Welke stelling is juist?

1. Stelling 1
2. Stelling 2
3. Beide
4. Geen van beide

David (24 jaar) is beveiligingsmedewerker. 

Hij werkt bij een beveiligingsbedrijf.

Gebruik afbeelding 23. David werd drie jaar geleden bij aangenomen. Welke functie wilde hij het liefst hebben, beveiliger A of B? 

David kreeg niet de functie die hij graag wilde. Wat kan hier de reden voor zijn?

David gaat in juli met vrienden op vakantie naar de Spaanse kust. Hij gaat drie weken, zijn vrienden gaan een week langer. Waarom kan David geen vier weken op vakantie gaan, net als zijn vrienden?

Aan de slag!

1. Maak van H7.4 de opdrachten 5 t/m 10 (niet af = huiswerk voor de volgende les!)