De wereld van planten

De wereld van planten
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieBasisschoolGroep 6-8

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

De wereld van planten

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren, evenals sporenplanten en zaadplanten.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over vaatplanten en groenwieren?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn vaatplanten?
Vaatplanten zijn planten die speciale vaten hebben om water en voedingsstoffen door hun lichaam te transporteren.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden van vaatplanten
Enkele voorbeelden van vaatplanten zijn varens, paardenstaarten en bloeiende planten zoals bomen en bloemen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn groenwieren?
Groenwieren zijn eencellige algen die vaak in water leven. Ze hebben chlorofyl en kunnen fotosynthese uitvoeren.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden van groenwieren
Enkele voorbeelden van groenwieren zijn zee sla, draadalg en vijverwier.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn sporenplanten?
Sporenplanten zijn planten die zich voortplanten door middel van sporen in plaats van zaden.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden van sporenplanten
Enkele voorbeelden van sporenplanten zijn mossen, varens en paardenstaarten.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn zaadplanten?
Zaadplanten zijn planten die zich voortplanten door middel van zaden. De zaden bevatten embryo's die kunnen uitgroeien tot nieuwe planten.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden van zaadplanten
Enkele voorbeelden van zaadplanten zijn bloeiende planten zoals rozen, bomen zoals eiken en naaldbomen zoals dennen.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.