Recap grammar Chapter 3

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

Today:

Recap grammar chapter 3:

- prepositions of time and place

- future tense

- adverbs and adjectives

- adverbs of frequency

Grammar

• Prepositions of place: You use prepositions of place to talk about where something happens

• Prepositions of time: You use prepositions of time to talk about when something happens

Julia

is

Sleep de woorden naar de juiste box

Frequency (hoe vaak)

Manner (hoe dan)

Place (waar)

Time (wanneer)

always

to hockey practice

on Wednesdays

late

Wat zijn adverbs of frequency?

1. am / is / are / was / were
2. always / never / often
3. work / play / eat
4. to be / was were / been

My birthday is ___ Wednesday

1. in
2. on
3. at

The party is ___ Jack's house

1. in
2. on
3. at

Future = toekomende tijd

Alles wat niet al gebeurd is (verleden tijd) en niet nu aan de gang is (tegenwoordige tijd). Dus alles wat nog moet 

gebeuren.

Je krijgt zo een aantal zinnen te zien. Kies of het de tegenwoordige, verleden of toekomende tijd is! 

Wees snel, je hebt maar 10 seconden om antwoord te geven... !

In welke tijd staat deze zin:
I walk to school every day.

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. toekomende tijd

In welke tijd staat deze zin?
My mother will be so angry when I get home...

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd
3. Toekomende tijd

In welke tijd staat deze zin?
My grandmother was very hungry during World War II.

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. toekomende tijd

In welke tijd staat deze zin?
Tomorrow you are going to take a test.

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd
3. Toekomende tijd

In welke tijd staat deze zin?
We played football yesterday.

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. toekomende tijd

Future = to be going to

     voorspellingen waar je bewijs

     voor hebt.  

     Je bent van plan om iets te 

     gaan doen

1

2

Maak een eigen zin met 'to be going to'.
Wat ben je van plan vanavond of morgen avondte gaan doen?

Future = Will

* gebruik je voor voorspellingen

* voor beloftes 

* als je aanbiedt om iets te doen

Predict the future. Use 'will' and 'won't' in your answer.
- In the future, computers........

He speaks loud / loudly.

This banana is very soft / softly.

Op welke plek komende bijwoorden van frequentie in een zin?

Staat er: am - are - is  in de zin?

JA: bijwoord van frequentie er achter

I am always late.

NEE: bijwoord van frequentie er voor

I always speak the truth.

Welke zin is juist?

1. Mad my sister is always at me
2. My sister is always mad at me
3. My sister always is mad at me

Welke zin is juist?

1. My sister reads a book often.
2. My sister often reads a book.
3. Often my sister reads a book.
4. My sister reads often a book.

Oefenen

Chapter 3: Slimstampen

• grammar 7
• grammar 8
• grammar 9A
• grammar 9B