Grammatica hoofdstuk 3 - 3GT

Science and Technology
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Science and Technology

Slide 1 - Diapositive

Grammar and vocabulary

Slide 2 - Diapositive

Prepositions of time and place

Slide 3 - Diapositive

Welk antwoord is juist?

I have a game ... Saturday.
A
in
B
on
C
at

Slide 4 - Quiz

Welk antwoord is juist?

School starts ... 9 o'clock
A
in
B
on
C
at

Slide 5 - Quiz

Prepositions of time and place 
  • Op de toets moet je kunnen kiezen uit at, on, in.
  • Hier zijn specifieke regels voor, die moet je leren. 

Slide 6 - Diapositive

De regels

Slide 7 - Diapositive

Vul at-on-in in.

I will see you ... Christmas.

Slide 8 - Question ouverte

Vul at-on-in in.

My birthday is ... September.

Slide 9 - Question ouverte

Vul at-on-in in.

We met ... the bus.

Slide 10 - Question ouverte

The future

Slide 11 - Diapositive

Welk antwoord is juist?

We ... (visit) my uncle tonight.
A
visit
B
are visiting
C
are going to visit
D
will visit

Slide 12 - Quiz

Welk antwoord is juist?

Look at the clouds! It ... (rain) any minute now!
A
rains
B
is raining
C
is going to rain
D
will rain

Slide 13 - Quiz

Future 
  • Je moet op je toets de 4 future vormen uit elkaar kunnen houden
  • Hier zijn regels voor, die moet je leren. 

Slide 14 - Diapositive

De regels

Slide 15 - Diapositive

Vul een future in.

I think NEC... (become) champion this year.

Slide 16 - Question ouverte

Vul een future in.

I called grandma. We ... (visit) her tonight.

Slide 17 - Question ouverte

Vul een future in.

Next year, we ... (travel) to Spain.

Slide 18 - Question ouverte

Adverbs / Adjectives

Slide 19 - Diapositive

Welk antwoord is juist?

The band plays ...
A
beautiful
B
beautifully

Slide 20 - Quiz

Welk antwoord is juist?

That is a ... man.
A
beautiful
B
beautifully

Slide 21 - Quiz

Adverb / adjective
  • Je moet op je toets kiezen of je een adverb of een adjective invult
  • Een adverb zegt iets over een ww                          She sings perfectly.
  • Een adjective zegt iets over een zelfst nw.         That is a perfect girl.

Slide 22 - Diapositive

De regels

Slide 23 - Diapositive

Vul adverb / adjective in.

Sharon usually sings ... songs. (sad)

Slide 24 - Question ouverte

Vul adverb / adjective in.

Adriana fell ... down the stairs. (painful)

Slide 25 - Question ouverte

Vul adverb / adjective in.

You have done that really ... ! (good)

Slide 26 - Question ouverte

Adverbs of frequency

Slide 27 - Diapositive

Welke zin is juist?
A
We sometimes take the bus.
B
We take sometimes the bus.
C
We take the sometimes bus.

Slide 28 - Quiz

Welke zin is juist?
A
You always are quiet.
B
You are always quiet.
C
You are quiet always.

Slide 29 - Quiz

Adverbs of frequency
  • Je moet op je toets de zin in de juiste volgorde kunnen zetten.
  • Hierbij moet je goed opletten of het bijwoord van frequentie op de juiste plek staat.

Slide 30 - Diapositive

De regels

Slide 31 - Diapositive

Schrijf het werkwoord + adverb op

We ... (go + always) to the Market on Saturday.

Slide 32 - Question ouverte

Schrijf het werkwoord + adverb op

We ... (are + never) rude to our parents.

Slide 33 - Question ouverte

Schrijf het werkwoord + adverb op

She ... (runs + regularly) in the park.

Slide 34 - Question ouverte

Vocabulary
Op de volgende sheets vind je linkjes 
naar Quizlets die zijn aangemaakt. 
Hier kun je de woordjes van dit hoofdstuk mee oefenen. 

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Lien

Slide 37 - Lien

Slide 38 - Lien

Slide 39 - Lien