3 mavo - les 2 - ontleden woordsoorten en zinsdelen

GPW
Grammatica:
H1 + H3 (zinsdelen - blz 27 en 103)
H4 + H5 (woordsoorten - blz 141 en 179)
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

GPW
Grammatica:
H1 + H3 (zinsdelen - blz 27 en 103)
H4 + H5 (woordsoorten - blz 141 en 179)

Slide 1 - Diapositive

les 2
Grammatica H3 zinsdelen - blz 103

Slide 2 - Diapositive

les 2
  • nakijken hw les 1: 4 en 6
  • herhalen zinsdelen
  • oefenen bijvoeglijke bepaling
  • oefenen met lange zinnen

Slide 3 - Diapositive

nakijken
Opdracht 4
1 pv = gaf
ow = Teun
gez = gaf
lv = drie kattensnoepjes
mv = aan de poes
bwb = weer
2 pv = gaan
ow = Fred en Olav
gez = gaan
lv = - mv = - bwb = Morgen; misschien; naar de Historic Grand Prix

Slide 4 - Diapositive

nakijken
5 pv = prikte
ow = De EHBO’er
gez = prikte door
lv = honderden blaren
mv = -
bwb = tijdens de wandelvierdaagse
6 pv = Roer
ow = -
gez = Roer
lv = de eieren
mv = -
bwb = door het beslag 

Slide 5 - Diapositive

nakijken
3 pv = Kom
ow = -
gez = Kom
lv = -
mv = -
bwb = hier
4 pv = gaat
ow = Roy
gez = gaat tennissen
lv = - mv = - bwb = Met wie; zaterdag; toch

Slide 6 - Diapositive

nakijken
Opdracht 6
1 aan jou = mv
2 met de lift = bwb
3 Zouden = pv
4 stelt uit = gez
5 voor jullie = mv
6 Dankzij een doelpunt in de laatste minuut = bwb
7 Voor de supermarkt = bwb
8 het beroemde Australische Great Barrier Reef = ow

Slide 7 - Diapositive

theorie
Weten jullie nog hoe je deze zinsdelen vindt?
1) persoonsvorm (zin vragend maken)
2) onderwerp (wie/wat + ov)
3) gezegde (alle ww in de zin)
4) lijdend voorwerp (wie/wat + pv + ow + gez)
5) meewerkend voorwerp (aan/voor + wie/wat + pv + ow + gez)
6) bijwoordelijke bepaling (= rest - hoe? waar? wanneer?)

Slide 8 - Diapositive

theorie
lange zinnen: de bijvoeglijke bepaling

Slide 9 - Diapositive

theorie
de bijvoeglijke bepaling is een bijvoeglijk naamwoord dat iets zegt over een woord. De bepaling staat er voor of erachter. Bekijk de zwarte woorden. Welke bepalingen staan er bij?

Onze vriendelijke, oude buurman van hiernaast bakt tijdens de traditionele nieuwjaarsborrel in het buurthuis oliebollen en appelflappen.


Slide 10 - Diapositive

Onze vriendelijke, oude buurman van hiernaast. Welke bijvoeglijke bepalingen zijn er?
A
onze
B
vriendelijke
C
oude
D
van hiernaast

Slide 11 - Quiz

theorie
de bijvoeglijke bepaling staat ervoor of erachter.

Onze vriendelijke, oude buurman van hiernaast bakt tijdens de traditionele nieuwjaarsborrel in het buurthuis oliebollen en appelflappen.
 
vriendelijke, oude en van hiernaast zegt iets over buurman.

Slide 12 - Diapositive

Onze buurman bakt tijdens de traditionele nieuwjaarsborrel in het buurthuis oliebollen en appelflappen.
A
bakt
B
traditionele
C
in het buurthuis
D
oliebollen en appelflappen

Slide 13 - Quiz

theorie
de bijvoeglijke bepaling staat ervoor of erachter.

Onze vriendelijke, oude buurman van hiernaast bakt tijdens de traditionele nieuwjaarsborrel in het buurthuis oliebollen en appelflappen.
traditionele en in het buurthuis voegen iets toe aan de nieuwjaarsborrel.

Slide 14 - Diapositive

oefenen
opdracht 2 (blz 103)
zoek de pv, ow, lv, bwb en bijv.bep in de volgende zin:
In de digitale nieuwsbrief vind je de leuke nieuwtjes, verschillende voordeelacties en prijsvragen.

Slide 15 - Diapositive

pv: In de digitale nieuwsbrief vind je de leuke nieuwtjes, verschillende voordeelacties en prijsvragen
A
in de digitale nieuwsbrief
B
vind
C
je
D
de leuke nieuwtjes

Slide 16 - Quiz

ow: In de digitale nieuwsbrief vind je de leuke nieuwtjes, verschillende voordeelacties en prijsvragen
A
in de digitale nieuwsbrief
B
vind
C
je
D
de leuke nieuwtjes

Slide 17 - Quiz

lv: In de digitale nieuwsbrief vind je de leuke nieuwtjes, verschillende voordeelacties en prijsvragen
A
in de digitale nieuwsbrief
B
de leuke nieuwtjes
C
verschillende voordeelacties
D
de leuke .... en prijsvragen

Slide 18 - Quiz

bwb: In de digitale nieuwsbrief vind je de leuke nieuwtjes, verschillende voordeelacties en prijsvragen
A
in de digitale nieuwsbrief
B
de leuke nieuwtjes
C
verschillende voordeelacties
D
prijsvragen

Slide 19 - Quiz

bvb: In de digitale nieuwsbrief vind je de leuke nieuwtjes, verschillende voordeelacties en prijsvragen
A
digitale
B
leuke
C
verschillende
D
voordeelacties

Slide 20 - Quiz

pv: Gisteren heeft onze lieve, trouwe herdershond vier schattige puppy's gekregen.
A
gisteren
B
heeft
C
onze lieve, trouwe herdershond
D
gekregen

Slide 21 - Quiz

ow: Gisteren heeft onze lieve, trouwe herdershond vier schattige puppy's gekregen.
A
gisteren
B
heeft
C
onze lieve, trouwe herdershond
D
gekregen

Slide 22 - Quiz

gez: Gisteren heeft onze lieve, trouwe herdershond vier schattige puppy's gekregen

Slide 23 - Question ouverte

lv: Gisteren heeft onze lieve, trouwe herdershond vier schattige puppy's gekregen.
A
gisteren
B
onze lieve, trouwe herdershond
C
vier schattige puppy's
D
gekregen

Slide 24 - Quiz

bwb: Gisteren heeft onze lieve, trouwe herdershond vier schattige puppy's gekregen.
A
gisteren
B
onze lieve, trouwe herdershond
C
vier schattige puppy's
D
gekregen

Slide 25 - Quiz

bijv.bep: Gisteren heeft onze lieve, trouwe herdershond vier schattige puppy's gekregen.
A
lieve
B
trouwe
C
vier
D
schattige

Slide 26 - Quiz

pv: Het stabiele, zomerse weer zal nog aanhouden tot na het weekeinde.
A
zal
B
aanhouden

Slide 27 - Quiz

ow: Het stabiele, zomerse weer zal nog aanhouden tot na het weekeinde.
A
het stabiele, zomers weer
B
het zomerse weer
C
het weekeinde

Slide 28 - Quiz

gez: Het stabiele, zomerse weer zal nog aanhouden tot na het weekeinde.

Slide 29 - Question ouverte

lv: Het stabiele, zomerse weer zal nog aanhouden tot na het weekeinde.
A
het stabiele, zomers weer
B
zit er niet in
C
tot na het weekeinde

Slide 30 - Quiz

bwb: Het stabiele, zomerse weer zal nog aanhouden tot na het weekeinde.
A
het stabiele, zomers weer
B
nog
C
tot na het weekeinde
D
zit er niet in

Slide 31 - Quiz

bijv.bep.: Het stabiele, zomerse weer zal nog aanhouden tot na het weekeinde.
A
stabiele
B
zomerse
C
aanhouden
D
na

Slide 32 - Quiz

theorie
lange zinnen
1 pv = enkelvoudige zin
2 pv's (of meer) = samengestelde zin

Slide 33 - Diapositive

enkelvoudig zinnen

Rens drinkt cola.
Lot drinkt water.

Joep pakte zijn trui.
Hij had het koud.
meervoudige zinnen

Rens drinkt cola en Lot 
drinkt water.

Joep pakte zijn trui, 
omdat hij het koud had.

Slide 34 - Diapositive

enkelvoudig zinnen

Rens drinkt cola.
Lot drinkt water.

Joep pakte zijn trui.
Hij had het koud.
meervoudige zinnen

Rens drinkt cola en Lot 
drinkt water.

Joep pakte zijn trui, 
omdat hij het koud had.

ow + pv 

Slide 35 - Diapositive

lange zinnen
1) zoek de pv's (tijdproef)
2) stel bij elke pv de vraag: wie/wat + pv?
het antwoord is het onderwerp.

Slide 36 - Diapositive

lange zinnen
let op: alles voor de pv is één zinsdeel maar het is niet altijd het onderwerp. Vergelijk:
Volgende week zaterdag gaan we naar de markt.
Mijn oudste broer is volgende week zaterdag jarig.

Slide 37 - Diapositive

wat is de pv/het ow?
let op: alles voor de pv is één zinsdeel maar het is niet altijd het onderwerp. Vergelijk:
Volgende week zaterdag gaan we naar de markt.
Mijn oudste broer is volgende week zaterdag jarig.

Slide 38 - Diapositive

Je kunt te allen tijde bij je mentor studieadvies vragen
A
dit is een enkelvoudige zin
B
dit is een samengestelde zin

Slide 39 - Quiz

Ik kan het bedrag contant betalen, maar bij voorkeur pin ik even.
A
dit is een enkelvoudige zin
B
dit is een samengestelde zin

Slide 40 - Quiz

Jette krijgt een bril, omdat ze in de verte niet goed kan zien.
A
dit is een enkelvoudige zin
B
dit is een samengestelde zin

Slide 41 - Quiz

Tyger komt op de fiets naar Centraal en de rest van de klas komt met de tram.
A
dit is een enkelvoudige zin
B
dit is een samengestelde zin

Slide 42 - Quiz

De keeper kon drie ballen jammer genoeg niet tegenhouden.
A
dit is een enkelvoudige zin
B
dit is een samengestelde zin

Slide 43 - Quiz

noteer de pv('s): Muscha kreeg een bekeuring, omdat ze op de stoep fietste.

Slide 44 - Question ouverte

noteer de ow(en): Muscha kreeg een bekeuring, omdat ze op de stoep fietste.

Slide 45 - Question ouverte

noteer de pv('s): Timo bezorgt reclamefolders en hij heeft een krantenwijk.

Slide 46 - Question ouverte

noteer de ow(en): Timo bezorgt reclamefolders en hij heeft een krantenwijk.

Slide 47 - Question ouverte

noteer de pv('s): Omdat Linda niet goed functioneerde op haar werk, heeft haar baas haar ontslagen.

Slide 48 - Question ouverte

noteer de ow(en): Omdat Linda niet goed functioneerde op haar werk, heeft haar baas haar ontslagen.

Slide 49 - Question ouverte

noteer de pv('s): Simon schildert altijd heel secuur, maar zijn broer verricht zijn werk niet zo nauwkeurig.

Slide 50 - Question ouverte

noteer de ow(en): Simon schildert altijd heel secuur, maar zijn broer verricht zijn werk niet zo nauwkeurig.

Slide 51 - Question ouverte

huiswerk
lever opdracht 3 (blz 103) en 7 (blz 105) in via de classroom en maak de test via Magister op Nieuw Nederlands

Slide 52 - Diapositive