Les 8 Lezen en Luisteren voor TE22C

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen van deze les:
• Je (her)kent alle theorie van het domein Lezen 3F.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heeft iemand een idee ...
.. wat het onderwerp in een tekst is?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het onderwerp
Het onderwerp vertelt in één of enkele woorden waar de tekst over gaat. Het onderwerp kan je meestal samenvatten in enkele woorden.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het onderwerp van de volgende tekst?



Het was een mooie vakantie. Met de auto zijn we naar een huisje in Spanje gereden. Dit huisje had een zwembad en stond tegenover het strand. We zaten dicht bij een stad en het was zonnig weer. We hebben veel gezwommen en ijsjes gegeten. Het was heel erg leuk.



 

Slide 7 - Diapositive



Het onderwerp van deze tekst is: vakantie in Spanje. 

Tekstdoel? informeren -> informatie delen
Wat is een hoofdgedachte?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De hoofdgedachte
Het onderwerp en de belangrijkste informatie over het onderwerp vormen de hoofdgedachte van een tekst.
Heel vaak kan je de hoofdgedachte in één zin weergeven. 


De hoofdgedachte geeft antwoord op de vraag:
Wat is het onderwerp en wat wordt er over het onderwerp gezegd?


De hoofdgedachte van de tekst vind je meestal in de eerste en/of de laatste alinea van een tekst.



Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions







A. Niet alle gevangenen hebben hetzelfde dagprogramma.
B. Iedereen van zijn werkzaal begint op dat moment en ze werken door tot half twaalf.
C. Om half twaalf gaan alle gevangenen terug naar hun cel.
D. Het programma van Ad begint om half acht. Dan staat hij op en eet hij een boterham.

Slide 10 - Diapositive

Het onderwerp: dagprogramma (in een gevangenis).
Een tekst samenvatten
- hoofd- en bijzaken
- kernzinnen / sleutelwoorden
   ->  'verbind' deze aan elkaar tot een web (samenvatting)


Bij een luisterfragment:
* Let op signaalwoorden om verbanden te herkennen.  (ten eerste/ten tweede/bovendien/daardoor/ kortom/ook/dus)

Slide 11 - Diapositive

De belangrijkste informatie in een tekst die wordt gegeven over het onderwerp noemen we hoofdzaken. Minder belangrijke informatie noemen we bijzaken. Bijzaken bevatten voorbeelden of extra uitleg bij de hoofdzaken. Ze maken de tekst duidelijker en beter te begrijpen.

Elke alinea van een tekst bevat een kernzin. Een kernzin is de belangrijkste zin in een alinea. Wanneer je alle kernzinnen van een tekst onder elkaar zou zetten, heb je al een vrij goede samenvatting te pakken. 
Wie kent de vier tekstdoelen?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Opdracht 1: lees de tekst en beantwoord daarna vragen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


 Welke twee signaalwoorden zitten er in zin 2?
A
ze - aan
B
aan - met
C
toen - haal
D
eerst - toen

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions