LJ1+LJ2 5.4 deel 2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 1,2

	Vak: Mens en Maatschappij Hoofdstuk: 5.4 deel 2
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

LJ 1: Pak je boek van M&M en laat deze nog even dicht op je tafel liggen.

LJ 2: Pak je boek van M&M en open deze op blz. 35 en 37. Lees de theorie door. Maak daarna alvast opdr. 6 en 7

Huiswerkcontrole

2. Lesdoel + leergebiedoverstijgende doel

Aan het einde van de les:

- begrijp je dat culturen zich verspreiden en vermengen

- weet je wat een multiculturele samenleving is en kun je Nederlanders met een migratieachtergrond in drie groepen verdelen.

Leergebiedoverstijgend doel:

Samenwerkend leren:

- Past zijn gedrag aan terechte kritiek van een medeleerling. 

- Onderhandelt en maakt afspraken met anderen in een team om en gemeenschappelijk doel te behalen. Kan het groepsbelang voor het eigen belang zetten.

3. Arrangementen + Mini-check

Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger):

Jessica

Je maakt opdracht 6 t/m 8 op blz. 36 en 37

De rest doet mee met de mini-check!

In Nieuw-Zeeland wordt Engels gesproken. Dat is een voorbeeld van cultuurverspreiding.

1. Juist
2. Onjuist

In de Verenigde Staten kun je overal pizza en sushi bestellen in restaurants. Dit is een voorbeeld van cultuurvermenging.

1. Juist
2. Onjuist

Wat betekent cultuurverspreiding?

Wie maakt wat:

Had je alle vragen goed: dan mag je zonder instructie beginnen aan de opdracht 6 t/m 8  blz 36/37.

De rest doet mee met de instructie. 

Samen leven met verschillende culturen

Mensen met een migratieachtergrond hebben minimaal één ouder die in het buitenland is geboren. 

-> Zij nemen hun eigen cultuur mee naar Nederland. Zo wordt Nederland een multiculturele samenleving.

Multi = veel. Dus letterlijk veel culturen.

   Denk maar aan:

- verschillende geloven 

- verschillende talen

- verschillende gerechten 

- verschillende herkomstlanden 

- verschillende kleding / muziek

In Nederland leven mensen met verschillende culturen samen, dat noem je multicultureel 

'Nieuwe' nederlanders

Doordat er mensen uit verschillende landen in Nederland komen wonen en hun eigen cultuur meenemen komen er 'nieuwe' Nederlanders. Deze worden verdeeld in 3 groepen: 

1. immigranten uit landen die vroeger bij NL hoorde. 

2. immigranten uit bijvoorbeeld Turkije of Polen die in NL komen werken

3. immigranten die zijn gevlucht, bijv. uit Syrië 

5. Begeleid inoefenen

--> Intensief (alle vragen van de mini-check fout)

Je maakt samen met de leerkracht opdracht 6.

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig opdracht 6 t/m 8 blz 36/37

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna maak je de verdiepingsopdrachten op blz 39

1. Lesopening

LJ 2: Doe je boek even dicht en kijk mee in lessonup

2. Lesdoel

Aan het eind van deze les:

- kun je uitleggen waarom er een global shift ontstaat

- weet je waarom een Brainport past bij een kenniseconomie

Leergebied overstijgende doelen:

Samenwerkend leren:

- Past zijn gedrag aan terechte kritiek van een medeleerling. 

- Onderhandelt en maakt afspraken met anderen in een team om en gemeenschappelijk doel te behalen. Kan het groepsbelang voor het eigen belang zetten.

3. Mini-check

Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger):

Niemand 

Iedereen doet mee met de mini-check!

De Rotterdamse haven is een voorbeeld van een..

1. Mainport
2. Brainport

Schiphol is een voorbeeld van een..

1. Mainport
2. Brainport

De Universiteit van Tilburg een voorbeeld van een..

1. Mainport
2. Brainport

De economie draait in deze economie niet om grondstoffen of het produceren van goederen, maar om het produceren van kennis.

Over welke economie gaat het?

1. global shift
2. kenniseconomie
3. brainshift
4. uitvindingeconomie

Wie maakt wat:

Had je 3/4 vragen goed: dan mag je zonder instructie beginnen aan opdracht 6 t/m 9 op blz. 35 t/m 37

De rest doet mee met de instructie. 

De nieuwe internationale arbeidsverdeling gaat over twee soorten regio’s. Namelijk: 

• regio’s die zich vooral bezig houden met de winning van grondstoffen
  
• regio’s die zijn gespecialiseerd in de productie van goederen met die gewonnen grondstoffen

Vroeger stonden de meeste fabrieken in de VS en Europa. Tegenwoordig staan die juist in Azië, bijv. China. Deze verplaatsing van fabrieken noem je: global shift. 

 

Veel producten worden in Zuidoost-Azië gemaakt; want daar is het goedkoper. 

Deze worden verstuurd via containerschepen of vliegtuigen. Zo gaan ze naar Europa en de VS. 

 

Belangrijke havens of airports in het internationale goederenvervoer noemen we mainports. 

 

Twee mainports in Nederland zijn:

• Rotterdamse haven
• Schiphol
  

Gebieden waar de economie draait om kennis, noem je een kenniseconomie. Er wordt geld verdiend met bijv. slimme uitvindingen of bedenken van technische snufjes. 

Gebied waar veel hightechbedrijven, universiteiten en onderzoeksinstituten zitten, noem je een brainport. 

In Nederland ligt ook een Brainport, namelijk in Eindhoven. Hier ligt de Technische Universiteit Eindhoven. Deze is onderdeel van Brainport Eindhoven

5. Begeleid inoefenen

--> Intensief arrangement: alle vragen van de mini-check fout

Je maakt samen met de leerkracht opdracht 8

6. Zelfstandig werken

LJ1: Je maakt nu zelfstandig opdracht 6 t/m 8 blz 36/37

LJ2 Je maakt nu zelfstandig opdracht 6 t/m 9 op blz. 35 t/m 37

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna maak je de verdiepingsopdrachten op blz. 39

7. Evaluatie LJ1

Hoe ging de les? Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?

Heb je nog ergens vragen over? 

- begrijp je dat culturen zich verspreiden en vermengen?

- weet je wat een multiculturele samenleving is en kun je Nederlanders met een migratieachtergrond in drie groepen verdelen?

7. Evaluatie LJ2

Hoe ging de les? Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?

Heb je nog ergens vragen over? 

- kun je uitleggen waarom er een global shift ontstaat

- weet je waarom een Brainport past bij een kenniseconomie

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk LJ1: 

Donderdag 9 maart

5.4 opdracht 6 t/m 8

Huiswerk LJ2: 

Donderdag 9 maart

5.4 opdracht 6 t/m 9

Toetsen LJ1: 

Donderdag 16 maart

Toets H5

Toetsen LJ2: 

Donderdag 16 maart

Toets H5