les 10 Genetische modificatie

Doelen
Je kunt uitleggen op welke manieren DNA van organismen/cellen gemodificeerd kan worden. Je maakt onterscheid tussen transgene en cisgene organismen.

-recombinant DNA technologie
-gentherapie

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Doelen
Je kunt uitleggen op welke manieren DNA van organismen/cellen gemodificeerd kan worden. Je maakt onterscheid tussen transgene en cisgene organismen.

-recombinant DNA technologie
-gentherapie

Slide 1 - Diapositive

recombinant DNA
BINAS

sticky ends

Slide 2 - Diapositive

Restrictie-enzymen
2 typen: 
  • exonucleasen
  • endonucleasen
Exonucleasen knippen aan buitenkant het DNA, endonuclease knipt binnen in het DNA.
Vaak wordt niet exact middendoor geknipt, maar krijg je 'overhangende' delen DNA: sticky ends

Slide 3 - Diapositive

knipsites
Noteer de nucleotidensequentie van de knip-locus en de complementaire DNA sequentie onder elkaar. (4 enzymen)
Wat valt op?

Slide 4 - Diapositive

Plasmide
Waarom is het verstandig om genetisch materiaal alleen in te voegen (insert) op de aangewezen plek.

Slide 5 - Diapositive

Wat is het nut van het antibiotica-resistentie-gen en de selecteerbare marker?

Slide 6 - Question ouverte

mRNA in bacteriecellen worden doorgaans niet gespliced. Hoe moet een menselijk gen dus aangepast worden voordat het ingebouwd wordt in een plasmide?

Slide 7 - Question ouverte

modificeren in dieren/planten
virus vector
Agrobacterium (plant)
CRISPR (volgende les)

Slide 8 - Diapositive

retrovirus
rol?

-reverse transcriptase
-integrase

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

De plaats in het DNA waar een virale vector ingebouwd wordt is (nog) niet exact te controleren. Op welke plaats bestaat er geen dat er na het inbouwen een tumor ontstaat?
A
de promotor van het gen voor melanine
B
in een proto-oncogen
C
in een tumor-suppressorgen
D
een gen dat apoptose stimuleert

Slide 11 - Quiz

Een nucleotide bestaat uit
A
een suiker, fosfaatgroep en een stikstofbase
B
een suiker
C
een fosfaatgroep
D
een stikstofbase

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Agrobacterium
Stimuleert celdeling na invoegen van het eigen DNA in de gastheer.

Kan zich voortplanten in de tumor


Slide 14 - Diapositive

uitschakelen genen

Slide 15 - Diapositive

Je hebt hebt beschikking over een technologie waarmee je de expressie van het gen voor insuline kunt stilleggen in muizen. maak een onderzoeksplan waarmee je de functie van insuline kunt onderzoeken

Slide 16 - Question ouverte

geninactivering dmv antisense-DNA
knock-out gen

Slide 17 - Diapositive

RNAi: Micro-RNA

Slide 18 - Diapositive

geninactivering dmv antisense-DNA
knock-out gen

Slide 19 - Diapositive

De relatie tussen de plant en agrobacterium is
A
mutualisme
B
commensalisme
C
parasitisme

Slide 20 - Quiz

Wat is een restrictie-enzym?
A
Is gelabeld nucleotide gebruikt bij sequencen
B
Verbreekt waterstoffenbruggen bij replicatie
C
Kan Okazaki-fragementen aan elkaar koppelen
D
Herkent specifieke nucleotidesequentie en knippen DNA daar door

Slide 21 - Quiz

junk-DNA heeft
A
geen functie
B
een regulerende functie
C
verslaving tot gevolg
D
een coderende functie

Slide 22 - Quiz

Hoe heet het kleine DNA in bacteriën
A
kern DNA
B
plasmide
C
groot cirkelvormig DNA

Slide 23 - Quiz

Huiswerk
8.9

volgende dia's:
Animatie restrictie-enzym
video recombinant DNA techniek
video restrictie-enzymen

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Vidéo

CRISPR-Cas in bacterie

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo