wk 38 klas 1

timer
8:00
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijsWOStudiejaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

timer
8:00

Slide 1 - Diapositive

Terugblik
Fictie:
  • Je hebt geleerd wat fictie en non-fictie is en kunt van een filmfragment aangeven waar het bij hoort.
  • Je weet dat fictie heel echt op je kan overkomen (realistisch) of juist onecht (niet-realistisch). 
  • Je weet dat er verschillende soorten verhalen zijn die je met een moeilijk woord 'genres' noemt

Slide 2 - Diapositive

Fictie
  • Je weet aan welke punten je een hoofdpersoon of bijfiguur kunt herkennen.
  • Je weet wat de eindopdracht voor fictie is.
  • Je weet wat genres zijn en wat de meest voorkomende zijn

Slide 3 - Diapositive

Opdracht genres
Je kunt leesboeken koppelen aan één of meerdere genres (soorten boeken). 

Je hebt een vel gekregen met daarop de pictogrammen van genres. Onder hier pictogram staat een code en hier moet het nummer van het juiste genre komen te staan. Je mag maar 1 genre aan een pictogram koppelen. 
timer
15:00

Slide 4 - Diapositive

Personages beschrijven
  • In blok 2 van fictie wordt het verschil beschreven tussen een hoofdpersoon en een bijfiguur. Maak hier een duidelijke aantekening van in je schrift.
  • hv: blz. 61
  • vwo: blz. 66
timer
8:00

Slide 5 - Diapositive

Hoofdpersoon en bijfiguur
Hoofdpersoon

  • Hier weet je het meest van
  • Je beleeft een groot deel van het verhaal vanuit deze persoon
  • Heeft een probleem of opdracht als doel
Bijfiguur

  • Kom je minder over te weten
  • Kan een helper en/of tegenstander zijn

Slide 6 - Diapositive

Tijd in verhalen
Om te bepalen in welke tijd een verhaal zich afspeelt, let je op de volgende zaken:
  • jaartal
  • historische figuren
  • historische gebeurtenissen
  • gewoontes, voorwerpen, kleding en eten
  • omgeving
Opdracht: In welke tijd speelt jouw verhaal?

Slide 7 - Diapositive

De vertelde tijd
Met de vertelde tijd geef je aan hoeveel tijd er verloopt in jouw verhaal. Als het verhaal gaat over een schooldag van een leerling, dan zal dit verhaal ongeveer 8 uur duren. De vertelde tijd is dan 8 uur.

Start met het lezen in jouw leesboek. Op een gegeven moment krijg je een signaal dat je moet stoppen. Wat is de vertelde tijd op dat moment?

Slide 8 - Diapositive

Eindopdracht fictie
Ga naar drive --> fictie --> eindopdracht

Lees de opdracht voor jezelf door en stel vragen indien nodig


Slide 9 - Diapositive

Spelling
  • Je weet welke onderdelen extra aandacht nodig hebben: pv tt / pv vt / vdw / 
  • Je oefent met de regels van de lastige onderdelen

Slide 10 - Diapositive

Afsluiting 1 vwo
Huiswerk volgende les:

Leesboek meenemen

Leesautobiografie af


27 okt: 1R en 1Q eindopdracht fictie af
29 okt: 1V eindopdracht fictie af



Slide 11 - Diapositive