Les 14: 18-12-2023

• NT2
• HBO
• Studiejaar 1

WELKOM

Les 14

18-12-2023 

Katarina Hrnjez

Huiswerk nakijken

Doelen

Je spreekt en schrijft over verschillende gewoontes.

Je spreekt en schrijft over een melding bij de politie.

Je leest, spreekt en schrijft over een noodsituatie.

Je leest, spreekt en schrijft over het koningshuis.

Grammatica: gebiedende wijs

Grammatica: gebiedende wijs

Je moet naar de docent luisteren.

Je moet op tijd komen.

Je moet de uien fijn snijden.

Je moet je jas ophangen.

Je moet jouw familie opbellen.

Je moet 

Thema 11: 

Communiceren op je werk

Lees de tekst.

Wat voor soort tekst is dit? Waar komt deze tekst uit? 

Wat zijn grote en kleine cultuurverschillen (landen, regio’s, religie, opleidingsniveau etc.)?

Kunnen jullie iets vertellen over de cultuur binnen instellingen of bedrijven?

Thema 11

• Normen en waarden. Wat zijn voor jullie belangrijke normen en waarden?
• Welke vijf omgangsregels in de Nederlandse bedrijfscultuur worden in de tekst genoemd?
• Op welke manier communiceren jullie met hun collega’s en met je leidinggevende? 
• Vinden jullie dit moeilijk, of juist niet? 
• Tegen welke problemen lopen jullie aan? 
• Wat zien jullie als verschillen met hun eigen cultuur in de omgang met collega’s en een leidinggevende?

Thema 11

Wat hoort wel of niet?

Erbij horen

Bereid zijn om

Belangstelling hebben voor

Initiatief tonen

Meeleven met iemand

De gang van zaken

Er zit je iets dwars

Thema 11

Je hebt het (niet) naar je zin

Afspraken nakomen

Geen woorden maar daden

Kijk naar de woordenlijst. Zie je nog woorden die je niet kent?

Grammatica: om te

In drie gevallen.

1. Na een aantal werkwoorden gebruik je ‘te’ + infinitief. Op de volgende pagina staan veel gebruikte werkwoorden met voorbeeldzinnen.
2. Je gebruikt ‘om te’ + infinitief om extra informatie te geven over een werkwoord of adjectief.

• Ik vind het altijd leuk om te sporten.
• Ik denk dat het te warm is om iets te doen.
  
• Wat lief van je om stroopwafels mee te nemen.
  
• Het is een goede fiets om grote afstanden mee te rijden

Grammatica: om te

3. Ook kun je ‘om te’ gebruiken om

a) een doel (van een actie) aan te geven.

• Zij sporten veel om gezond te blijven.
• Ik blijf in Nederland om goed Nederlands te leren spreken.

b) meer informatie te geven over het 1e deel van de zin.

• Hij belooft (om) volgende week te bellen.

Wat belooft hij? Om volgende week te bellen.

• De docent besloot gisteren (om) een toets te geven.

Wat besloot de docent gisteren? Om een toets te geven.

Ik voel vrij roken.

Wij nemen zangles beter zingen.

De docent is klaar beginnen.

Het boek is leuk lezen.

Wij gaan naar binnen opruimen.

Hij ligt in bed uitrusten.

Boek: thema 4

Thema 11.2

Luister het fragment.

Wat vinden jullie van de manier waarop de receptioniste de klacht afhandelt en hoe beoordelen jullie haar toon? 

Wat zouden jullie zelf als gast doen in deze situatie: zouden jullie de klachten melden of niet? 

En in het geval van de receptioniste: hoe zouden jullie op de gast reageren? 

Hoe zou het gesprek ook kunnen aflopen?

Wat vinden jullie van geld terugkrijgen en een tegoedbon?

Thema 11.2

Online recensies. Lezen jullie wel eens beoordelingen voordat jullie ergens naartoe gaan? En schrijven jullie zelf weleens een beoordeling?

Jullie betalen me die 89 euro maar mooi terug.

Onze excuses voor het ongemak.

Kritische beoordeling.

 Ik heb me verontschuldigd voor ..

Ik heb … mijn excuses aangeboden.

Huiswerk

• LINK thema 8 toets (online)
• LINK thema 11.1 en 11.2 (online)
• Grammatica: 3.10 & 8.3
• Schrijf een kort recept in de gebiedende wijs
• LINK boek hoofdstuk 4.1 en 4.2