Het onderwerp
1 / 17
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
onderwerp:
Ik lust graag cake
Ik lust graag cake
A
lust
B
ik
C
cake
D
graag
Slide 3 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Het onderwerp
Jij snapt dit goed
Jij snapt dit goed
A
Jij
B
snapt
C
dit
D
goed
Slide 4 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 5 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 6 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 7 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 8 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Die chick
wil
een relatie.
Slide 9 - Question de remorquage
3 minuten
Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Wie
heeft
jou
gisteren
geholpen?
Slide 10 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Ik
loop
naar
school.
persoonsvorm
Slide 11 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Mijn broer
had
een auto
gekocht.
Slide 12 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Mijn moeder
heeft
mijn brood
gesmeerd
Slide 13 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 14 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
De koning spreekt Chinees.
De koning
spreekt
Chinees
Onderwerp
persoonsvorm
Slide 15 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de persoonsvorm en wat is het onderwerp?
Onze kat
vindt
verse vis het lekkerste.
Persoonsvorm
Onderwerp
Slide 16 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 17 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
