Stijl NT2 B2

• NT2
• Beroepsopleiding
• HBO

Uitleg

Zoals de vorige keer: beantwoord eerst de vragen. Heb je het goed? Ga dan door naar de volgende vraag. Heb je het fout? Kijk dan naar het filmpje.

Welke zin is goed?

1. Ik heb in jouw auto gereden en vind dat dit lekker rijdt.
2. Ik heb in jouw auto gereden en vind dat die lekker rijdt.

Welke zin is goed?

1. Zijn nieuwe boek heb ik gekocht en ik ga dat lezen.
2. Zijn nieuwe boek heb ik gekocht en ik ga deze lezen.

Uitleg

De aanwijzende voornaamwoorden 'deze' en 'die' gebruik je voor 'de-woorden'. De aanwijzende voornaamwoorden 'dit' en 'dat' gebruik je voor 'het-woorden'.

Welke zin is goed?

1. De scooter die daar staat, is van mij.
2. De scooter wat daar staat, is van mij.
3. De scooter dat daar staat, is van mij.
4. De scooter wie daar staat, is van mij.

Welke zin is goed?

1. Het toestel dat zij wil kopen, is uitverkocht.
2. Het toestel wat zij wil kopen, is uitverkocht.
3. Het toestel die zij wil kopen, is uitverkocht.
4. Het toestel wie zij wil kopen, is uitverkocht.

Welke zin is goed?

1. Hij koopt alles dat hij wil.
2. Hij koopt alles wat hij wil.
3. Hij koopt alles wie hij wil.
4. Hij koopt alles die hij wil.

Welke zin is goed?

1. Wat voor 1 maart reserveert, krijgt korting.
2. Die voor 1 maart reserveert, krijgt korting.
3. Wie voor 1 maart reserveert, krijgt korting.
4. Dat voor 1 maart reserveert, krijgt korting.

Uitleg 1/2

Het betrekkelijk voornaamwoord 'die' gebruik je voor 'de-woorden'. Het betrekkelijk voornaamwoord 'dat' gebruik je voor 'het-woorden'. 'Wat' gebruik je voor verwijzen naar een onbepaald voornaamwoord (alles, iets, niets, veel), een overtreffende trap (Het beste wat we voor u hebben...) of een hele zin (We gaan vanavond met zijn allen uit, wat altijd heel gezellig is.).

Uitleg 2/2

Soms zit het antecedent in het betrekkelijk voornaamwoord opgelsoten. Dan is het een betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent. Bijvoorbeeld: 'Wie voor 1 maart reserveert, krijgt korting.' Je kunt ook lezen: 'Degene die voor 1 maart...'

Welke zin is goed?

1. Het bedrijf heeft zijn personeel een feest aangeboden.
2. Het bedrijf heeft hem personeel een feest aangeboden.
3. Het bedrijf heeft haar personeel een feest aangeboden.
4. Het bedrijf heeft hun personeel een feest aangeboden.

Welke zin is goed?

1. We hebben die stoel laten bekleden en zij ziet er mooi uit.
2. We hebben die stoel laten bekleden en dit ziet er mooi uit.
3. We hebben die stoel laten bekleden en hij ziet er mooi uit.
4. We hebben die stoel laten bekleden en het ziet er mooi uit.

Welke zin is goed?

1. De overheid heeft zijn beleid gewijzigd.
2. De overheid heeft haar beleid gewijzigd.
3. De overheid heeft hun beleid gewijzigd.
4. De overheid heeft deze beleid gewijzigd.

Uitleg 1/2

Naar het-woorden verwijs je met 'dat', 'dit', 'het' en 'zijn'. Naar mannelijke zelfstandige naamwoorden verwijs je met 'hij', 'zijn' en 'hem'. Naar vrouwelijke zelfstandige naamwoorden verwijs je met 'zij' of 'haar'.

Uitleg 2/2

Hoe weet je of een zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk is? Je kunt het opzoeken in een woordenboek (v/m staat er achter een woord). Woorden die vrouwelijke personen of dieren aanduiden zijn altijd vrouwelijk (leeuwin, tante, verpleegster) en woorden met een bepaald achtervoegsel zijn altijd vrouwelijk (zie link hierna) 

https:

Inleiding volgende vraag

Er bestaan onderschikkende voegwoorden en nevenschikkende voegwoorden. Na onderschikkende voegwoorden gebruik je een bijzin, na nevenschikkende voegwoorden gebruik je een hoofdzin.

Wat zijn de nevenschikkende voegwoorden?

Sleep de nevenschikkende voegwoorden hierheen

en

omdat

dus

of

zodat

als

hoewel

maar

want

terwijl

doordat

mits

tenzij

Uitleg

De voegwoorden 'en', 'maar', 'want', 'of' en 'dus' zijn nevenschikkend. Je plakt dan twee hoofdzinnen aan elkaar.

Welke zin is goed?

1. We zijn vandaag gesloten, doordat we een jubileum vieren.
2. We zijn vandaag gesloten, omdat we een jubileum vieren.

Welke zin is goed?

1. De straten zijn nat, doordat het heeft geregend.
2. De straten zijn nat, omdat het heeft geregend?

Welke zin is goed?

1. We werden een beetje moe. Daarom zijn we op tijd naar bed gegaan.
2. We werden een beetje moe. Daardoor zijn we op tijd naar bed gegaan.

Welke zin is goed?

1. De straten staan onder water. Daardoor zijn de straten onbegaanbaar.
2. De straten staan onder water. Daarom zijn de straten onbegaanbaar.

Uitleg

Het voegwoord 'omdat' geeft een reden aan, het voegwoord 'doordat' geeft een oorzaak aan. 'Daarom' geeft een reden aan en 'daardoor' een oorzaak. Let op! Veel Nederlanders doen dit fout (net als de volgende voegwoorden)!

https:

Welke zin is goed?

1. We vertrekken morgen heel vroeg, tenzij we goed geslapen hebben.
2. We vertrekken morgen heel vroeg, mits we goed geslapen hebben.

Welke zin is goed?

1. We gaan morgen een dagje uit, tenzij het slecht weer is.
2. We gaan morgen een dagje uit, mits het slecht weer is.

Uitleg

'Mits' betekent 'op voorwaarde dat' (of 'als') en 'tenzij' betekent 'behalve als'. Precies het tegenovergestelde dus! Toch worden ze vaak verkeerd gebruikt.

https:

Welke zin is goed?

1. Hoewel alles goed voorbereid was, ging er toch iets mis.
2. Terwijl alles goed voorbereid was, ging er toch iets mis.

Welke zin is goed?

1. Ilona staat te koken, hoewel Remon de was doet.
2. Ilona staat te koken, terwijl Remon de was doet.

Uitleg

'Hoewel' betekent 'ook al' of 'al'. 'Terwijl' betekent dat iets tegelijkertijd gebeurt of ergens direct op volgt.

Goed of fout?
Wachtend op het perron bleek de trein al vertrokken.

1. Goed
2. Fout

Goed of fout?
Reagerend op uw e-mail ontvangt u de gevraagde informatie.

1. Goed
2. Fout

Goed of fout?
Uitgehongerd kwamen de kinderen aan.

1. Goed
2. Fout

Uitleg 1/2

De eerste twee zinnen in de vragen waren voorbeelden van een foutieve beknopte bijzin. Het onderwerp in een beknopte bijzin wordt weggelaten, maar dat kan alleen als het onderwerp in de bijzin hetzelfde is als in de hoofdzin. 

Uitleg 2/2

'Wachtend op het perron bleek de trein al vertrokken.' is een foutieve beknopte bijzin omdat de trein niet aan het wachten is, een persoon is aan het wachten. Maar het onderwerp van de hoofdzin is 'de trein' en als je dat onderwerp in de beknopte bijzin weglaat, wordt automatisch het onderwerp van de hoofdzin ingevuld.