(foutieve) beknopte bijzinnen

(foutieve) beknopte bijzinnen
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

(foutieve) beknopte bijzinnen

Slide 1 - Diapositive

lesdoelen
  • Je weet dat er enkelvoudige en samengestelde zinnen zijn.
  • Je herkent het verschil in een enkelvoudige en samengestelde zin.
  • Je kent het verschil tussen een hoofdzin en een bijzin.
  • Je weet wat een beknopte bijzin is.
  • Je weet hoe je een beknopte bijzin kunt herkennen en verbeteren.

Slide 2 - Diapositive

Wat is een enkelvoudige zin?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is een samengestelde zin?

Slide 4 - Question ouverte

In een hoofdzin staat de persoonsvorm vooraan of na het eerste zinsdeel.
Fiets je met me mee?
Ik fiets vanmiddag met je mee.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

onderschikking en nevenschikking
Een samengestelde zin bestaat uit twee of meer hoofdzinnen of heeft één of meer bijzinnen.


Slide 7 - Diapositive

Nevenschikking
Als de zin uit twee of meer hoofdzinnen bestaat, spreken we van een nevenschikking.

De ene zin is hierbij geen zinsdeel(stuk) van de hoofdzin. De zinnen zijn gelijkwaardig aan elkaar.
Hoofdzinnen worden samengevoegd met een nevenschikkend voegwoord: en, maar, want, of.

Ik ga eerst mijn opleiding afmaken en daarna ga ik een wereldreis maken.

Slide 8 - Diapositive

Verbinden van hoofdzinnen
Hoofdzinnen kunnen met elkaar verbonden worden door de voegwoorden: en, maar, want, of
 
Het is al laat en daarom kom ik vanavond.
Het is al laat, maar ik kom toch vanmiddag.
Ik kom vanavond, want het is al laat.
Kom je vanmiddag of kom je vanavond?

Slide 9 - Diapositive

kenmerken bijzinnen
  • In een bijzin staat de persoonsvorm (bijna) achteraan.
             Hij zei dat hij vanmiddag ging tennissen.
             Hij zei dat hij meer dan drie uur getennist had.

  • Een bijzin begint bijna altijd met een verbindingswoord.
              
Tip:
Vervang de bijzin door een woord en zet dit woord in een enkelvoudige zin.
            Hij zei dat.

Slide 10 - Diapositive

Onderschikking
Bijzinnen noemen we ondergeschikt als ze deel uitmaken van de hoofdzin.

De docent weet waarom hij te laat kwam.

Je kunt de bijzin vervangen door het zinsdeel dat.
De docent weet dat
De bijzin wordt opgenomen in de hoofdzin. Ze zijn niet gelijkwaardig.

Slide 11 - Diapositive

Enkelvoudig, samengesteld onderschikkend, samengesteld nevenschikkend?

Wanneer gaat Marijke naar Zuid-Amerika?
A
enkelvoudig
B
samengesteld onderschikkend
C
samengesteld nevenschikkend

Slide 12 - Quiz

Enkelvoudig, samengesteld onderschikkend, samengesteld nevenschikkend?

Ik eet wat ik lekker vind.
A
enkelvoudig
B
samengesteld onderschikkend
C
samengesteld nevenschikkend

Slide 13 - Quiz

Enkelvoudig, samengesteld onderschikkend, samengesteld nevenschikkend?

Mijn fiets kan niet meer gemaakt worden door de fietsenmaker.
A
enkelvoudig
B
samengesteld onderschikkend
C
samengesteld nevenschikkend

Slide 14 - Quiz

Enkelvoudig, samengesteld onderschikkend, samengesteld nevenschikkend?

Marijke gaat waarschijnlijk naar Zuid-Amerika en anders gaat ze naar Australië.
A
enkelvoudig
B
samengesteld onderschikkend
C
samengesteld nevenschikkend

Slide 15 - Quiz

Enkelvoudig, samengesteld onderschikkend, samengesteld nevenschikkend?

Mugabe weigert af te treden ondanks de toenemende druk.
A
enkelvoudig
B
samengesteld onderschikkend
C
samengesteld nevenschikkend

Slide 16 - Quiz

Enkelvoudig, samengesteld onderschikkend, samengesteld nevenschikkend?

Wie het laatst binnenkomt, moet trakteren.
A
enkelvoudig
B
samengesteld onderschikkend
C
samengesteld nevenschikkend

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Toetsinhoud
Alles wat je moet weten voor de toets kun je vinden op Magister.me:
  • studiewijzer Nederlands
  • Periode 2
  • Grammatica en formuleren

Deze week de laatste stof. Volgende week tijd om te leren.


Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Vidéo

De beknopte bijzin
In een beknopte bijzin staat geen onderwerp (verzwegen). als je er een gewone bijzin van maakt, moet het onderwerp verwijzen naar dezelfde persoon/zaak als het onderwerp uit de hoofdzin.

Hard lopend werden de boeven door de politie in de gaten gehouden.

Lees hier: Terwijl de boeven (onderwerp) hard liepen, werden de boeven (onderwerp) door de politie in de gaten gehouden.

Slide 23 - Diapositive

Drie soorten beknopte bijzinnen
  • met te + infinitief (hele werkwoord)
                 Na het gat ontdekt te hebben waarschuwde hij de dijkbewaking.

  •  met een voltooid deelwoord
                   Uit de wind gehouden kon hij de eindstreep halen.

  • met een onvoltooid deelwoord
                    Dromend van zijn vriendin liep hij tegen een lantaarnpaal.

Slide 24 - Diapositive

Is de beknopte bijzin goed of fout?

Net op tijd in het stadion aangekomen, liepen de supporters snel naar hun plaatsen.

De supporters= onderwerp in de hoofdzin en verzwegen onderwerp in de beknopte bijzin.
A
goed
B
fout

Slide 25 - Quiz

Is de beknopte bijzin goed of fout?

Huppelend van plezier, kwam het kind de klas binnen.

Het kind= onderwerp in de hoofdzin en verzwegen onderwerp in de beknopte bijzin.
A
goed
B
fout

Slide 26 - Quiz

Is de beknopte bijzin goed of fout?

Zijn vriendin uitzwaaiend, verdween de bus uit het zicht.

De bus= onderwerp in de hoofdzin, maar niet het verzegen onderwerp uit de beknopte bijzin.


A
goed
B
fout

Slide 27 - Quiz

Verbeter de foutieve beknopte bijzin:

Zijn vriendin uitzwaaiend, verdween de bus uit zicht.

Slide 28 - Question ouverte

Is de beknopte bijzin goed of fout?

Na kampioen te zijn geworden, werden de spelers door het bestuur gefeliciteerd.

De spelers= onderwerp in de hoofdzin en verzwegen onderwerp in de beknopte bijzin.

A
goed
B
fout

Slide 29 - Quiz

Is de beknopte bijzin goed of fout?

Op onze vakantiebestemming aangekomen, vielen de mussen van het dak.
de mussen= onderwerp in de hoofdzin en niet het verzwegen onderwerp in de beknopte bijzin.
A
goed
B
fout

Slide 30 - Quiz

Verbeter de foutieve beknopte bijzin:

Op onze vakantiebestemming aangekomen, vielen de mussen van het dak.

Slide 31 - Question ouverte

Is de beknopte bijzin goed of fout?

In kennelijke staat van dronkenschap verkerend, vond de agent hem in de goot.
de agent= onderwerp in de hoofdzin, maar waarschijnlijk niet het verzwegen onderwerp uit de beknopte bijzin.
A
goed
B
fout

Slide 32 - Quiz

Verbeter de foutieve beknopte bijzin:

In kennelijke staat van dronkenschap verkerend, vond de agent hem in de goot.

Slide 33 - Question ouverte

Neem de zinnen over in je schrift --> Kies er vier!
De zinnen zijn fout --> Leg uit wat er fout is.
Verbeter hierna de zin.

1. Stil luisterend in het donker leek het aantal onbekende geluiden alleen maar toe te nemen.

2. Na het podium verlaten te hebben, stonden talloze fans de artiest op te wachten.

3. Starend naar de hemel fonkelden de sterren mij tegemoet.

4. Na besteld te hebben, liet de eerste gang nog minstens een uur op zich wachten.
5. Zelfs na een liter water gedronken te hebben, leek er geen einde te komen te komen aan de dorst.
6. Zittend in de trein trok de wereld aan haar voorbij.
7. Na de hele dag van de zon genoten te hebben, kwam de regen als een onaangename verrassing.

Slide 34 - Diapositive

En nu aan de slag

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive